Opinie: De wolf of het stok­paardje?


De natuur heeft verloren, maar wij nog meer.

Iedereen kent de grote boze wolf die in veel sprookjes voorkomt. De bekendste moet Roodkapje zijn waarin de wolf de vijand is en het onschuldige meisje op een sluwe wijze wil lokken om haar vervolgens op te eten. De boodschap is duidelijk: hij moet worden vermeden.

Een echte grote boze wolf hebben echter weinig mensen meegemaakt. Ieder jaar leggen mensen tientallen kilometers af door het leefgebied van wolven zonder dat ze er erg in hebben, laat staan er eentje ontmoeten. Toch lijkt een bepaalde groep mensen in het bijzonder bang voor de wolf. Maar waar komt deze angst vandaan? En waarom is de angst momenteel zo groot?

De groep die het hoogst van de toren blaast over het gevaar van de wolf is de boeren. Zij roepen op tot een strijd tegen de wolf. In het diervriendelijkste geval wordt hij geweerd. De dieronvriendelijkste oproep kunt u zelf invullen. Boeren zijn bang dat ‘hun’ dieren worden opgegeten door de wolf en willen subsidies voor afrasteringen zolang het dier niet mag worden gedood. In veel gevallen is dit helemaal niet nodig. Bovendien valt het aantal slachtoffers van de wolf in het niet bij het aantal schapen dat de mens dagelijks doodt. En misschien zijn precies die afrasteringen wel symbolisch voor het probleem.

Sinds een lange tijd wil de mens over de natuur heersen. Iets wat we vaak ‘beheren’ noemen: aangelegde parken, onderhoudsarme tuinen en schrale natuurcompensatie zijn enkele voorbeelden die velen dagelijks ervaren. Dit geldt ook voor onze agrarische sector: kunstmest, landbouwgif, meer hekken, grotere stallen, lagere waterstanden en meer dezelfde dieren.

Jarenlang was het land van ‘ons’, de mensen met zijn kunstmatige beheer. 1-0 voor de mens zou je denken. Maar het is inmiddels duidelijk waar dit beleid toe heeft geleid. We leven in een klimaatcrisis en biodiversiteitscrisis. De natuur heeft verloren, maar wij nog meer.

Boeren zijn angstig; niet zozeer voor dat er dieren worden opgegeten door andere dieren, maar voor hun toekomst. Ze zien dat het beleid waartoe zij decennialang zijn gedwongen door een falende overheid fataal is. Ze zijn angstig voor hun toekomst en vol wantrouwen jegens de overheid.

Achter de angst voor de wolf schuilt eigenbelang. De boeren dragen de wolf aan als hun stokpaardje. Hij staat symbool voor hun wantrouwen naar de overheid. Een terecht wantrouwen als je het mij vraagt, maar een onterecht stokpaardje. Ten tijde van een biodiversiteitscrisis waarbij honderden diersoorten op het punt van uitsterven staan zouden we moeten vieren dat een beschermde diersoort haar weg terug vindt.

Janette Bosma (1997) is raadslid voor de Partij voor de Dieren in Groningen

Help mee aan een beter Groningen!

    Word actief Doneer