Woord­voering: Circu­laire economie

de heer Van Zoelen: Dank, voorzitter. Dat is een brede vraag. Maar even voortbordurend op de inspreker, want in de geactualiseerde uitvoeringsagenda wordt nu ook echt een groot accent gelegd op dat netwerkaspect. Het overlapt vele gebieden. Dat betekent dat je ook met vele ketenpartners of hoe je dat moet uitleggen, maatschappelijke partners, ondernemers, onderwijsinstellingen, kennisinstellingen andere gemeentes en regio's moet gaan communiceren hoe je dit samen oppakt. Dat zie ik nu als ambitie in dat stuk staan. Ik wil vragen of de wethouder ook kan beamen of dat de intentie is van deze geactualiseerde uitvoeringsagenda en of een heleboel vragen die de inspreker heeft opgepakt gaan worden.

Dank, voorzitter. Ook dank voor de geactualiseerde uitvoeringsagenda en de ambities en sporen die daarin zijn uitgetekend. Het was ook mooi om te zien tijdens de beeldvormende sessie dat er stappen worden gezet en dat we in de beginfase zitten. Ik begrijp ook de zorgen van de inspreker dat er nog veel stappen gezet moeten gaan worden. Maar het document is daar. We hebben als de gemeente de ambitie om in 2050 circulair te zijn. Daarvoor is het ook noodzakelijk te kijken hoe we grondstoffen en reststoffen nog beter kunnen gebruiken. Nog beter is het om het algemeen minder grondstoffen te gaan gebruiken, want de voorraad is niet onuitputtelijk. Sterker nog, we consumeren meer grondstoffen dan de aarde kan produceren. We moeten goed kijken naar gesloten systemen waarbij we de productie van nieuwe grondstoffen verminderen en hergebruik stimuleren.

Dus we moeten ook denken over consuminderen en anders denken in termen dan bijvoorbeeld economische groei. Maar dat we, de collega van D66 zei het al, moeten kijken hoe we binnen de grenzen van de planeet blijven. Daar is een mentaliteitsverandering voor nodig en dat neemt tijd in beslag. Het is goed dat we dat traject inslaan en dat we ook met dit coalitieakkoord anders zijn gaan denken
over economische groei.

In Groningen liggen kansen, bijvoorbeeld door in te zetten op landbouwgrond dat nu nog wordt ingezet voor veeteelt en dat bijvoorbeeld te gebruiken voor hennep, vlas en hout. Deze producten kunnen bijvoorbeeld gebruikt worden voor de bouw van huizen en blijkt ook vele malen duurzamer te zijn dan bijvoorbeeld beton. De collega van GroenLinks zei daar ook al iets over. Misschien
moeten we dan gaan kijken of dat past binnen bestemmingsplannen. Ook als we gaan kijken naar industrieterreinen, hoe we dat zo kunnen vormgeven dat deze bedrijvigheid daar ook plaats kan vinden. Daarnaast wordt hennep en vlas gebruikt voor de productie van kleding. Bijvoorbeeld van hout kan viscose gemaakt worden. Dit is een proces waar elders veel gifstoffen voor worden gebruikt, maar als je dat binnen een circulair gesloten systeem opzet, kan het een milieuvriendelijke oplossing zijn voor de productie van kleding.

Hier liggen voor onze economie kansen, waarvoor in de toekomst ondernemers ook betere groei kunnen doormaken. Het is dan ook belangrijk om die ondernemers te gaan vinden - daarvoor zijn die netwerken ook zo ontzettend belangrijk - dat zij ook in dat taakveld willen gaan stappen. Ook voor de boeren liggen hier kansen, want die richten zich nog op producten zoals vlees en veeteelt. Als we bijvoorbeeld via het Agro-Programma hen kunnen stimuleren om hun landbouwgrond anders in te zetten voor bouw, vlas of hennep, geeft dat een beter toekomstperspectief, ook juist voor die boeren. We kunnen ons dus goed vinden in de sporen die zijn opgezet. Uit die voorbeelden die ik zojuist gaf, kunnen deze sporen ook diverse elementen met elkaar delen. Dus het heeft heel veel raakvlakken, circulaire economie, ook bijvoorbeeld met afval.

de heer Van Zoelen: Ik wil vervolgen met een aantal ideeën die we nog willen meegeven. Bijvoorbeeld ontheffing voor boeren die iets anders met hun land willen doen, zoals herstel van biodiversiteit in combinatie met het opzetten van biobased huisjes om te verhuren, zoals in de Peel Natuurdorpen, een combi van natuur, landbouw en wonen. Een natuurcamping kan bijvoorbeeld ook. Naast ontheffing kunnen we misschien ook kijken naar subsidiemogelijkheden, als we daarvoor boeren kunnen stimuleren om minder vee te gaan houden. En als zij dan hebben plannen hebben voor een duurzaam alternatief, dat we ze daarin stimuleren. We
kunnen bestaande initiatieven, zo zijn er velen...