Woord­voering: Herijking Leidraad


17 januari 2024

de heer Pechler (Partij voor de Dieren): Dank voorzitter, en dank aan iedereen die heeft bijgedragen aan de waardevolle beeldvormende sessie van vorige week. De Partij voor de Dieren heeft drie punten die voor ons belangrijk zijn in de nieuwe versie van de leidraad. Als eerste helderheid over de mate van participatie voor omwonenden. Geef heldere kaders mee over wat de ruimte in een participatieproces is, waarover meebeslist kan worden en waarover niet, om teleurstelling en onbegrip te voorkomen. Als tweede, een heldere taakverdeling en iemand als hoofdverantwoordelijke aanmerken bij het oppakken van een aanvraag en het toepassen van de leidraad. In het verleden was de communicatie tussen corporatie, zorgpartijen en de gemeente niet altijd optimaal en pakte niet altijd iemand de handschoenen op het juiste moment op. Denk hierbij aan de Barkmolenstraat. De huidige leidraad laat hier nog wat ruimte open, dat wordt ook gezegd, dus dat moet echt strakker georganiseerd worden. Als derde punt, misschien wel de belangrijkste... Ik heb eerst een vraag.

Voorzitter: Meneer De Haan, u maakt het mij makkelijk.

de heer De Haan (CDA): Voorzitter, ik had het ook in mijn eigen woordvoering, maar ik vraag het nu aan de heer Pechler. Ik zat over ditzelfde punt na te denken en toen dacht ik... Stel, je hebt impactvolle voorbeelden zoals de Barkmolenstraat. Zou het dan niet goed zijn als de gemeente de regierol altijd pakt, zodat het ook meteen duidelijk is? Is de heer Pechler dat met mij eens?

de heer Pechler (Partij voor de Dieren): Ja, ik kan me goed voorstellen dat de gemeente uiteindelijk degene is die daarin altijd de lead heeft. Ik ga ervanuit dat er niet alleen ambtenaren in de werkgroep zitten, maar juist ook mensen van de andere partijen die hier op tafel horen te zitten. Stel dat die er samen uitkomen dat het toch standaard de corporatie moet zijn, of toch standaard de zorginstelling met goede redenen, dan kan ik me daar vast ook in vinden. Dat laat ik graag aan de mensen over die het uiteindelijk in de implementatie moeten gaan brengen.

de heer Pechler (Partij voor de Dieren): Als derde punt en misschien wel het belangrijkste punt: vindt de juiste balans, de heer Visser zei het net ook al, tussen enerzijds omwonenden betrekken en anderzijds een stigma van de te vestigen doelgroep voorkomen. Wij zien daarin wel iets in de suggestie van één van de deelnemers van een beeldvormende sessie van vorige week, dat de zwaarte van het proces bepaalt in hoeverre je de leidraad toepast. Niet alleen in de omvang van de groep mensen met een woonvraag, maar ook de kwalificatie ervan in de te verwachten overlast.

Voorzitter: Ik ga u even onderbreken, u heeft een vraag van mevrouw Gietema. mevrouw Gietema (D66): De vraag gaat over het allereerste deel van een hele lange zin over het stigma. We willen met de leidraad allereerst kijken of het een veilige plek is voor de mensen en de buurt. Ik wil het ook in mijn woordvoering meenemen, maar ik tel het nu als vraag aan u. Het uitgangspunt is om een draagvlak en veiligheid te creëren voor iedereen die betrokken is. Is een draagvlak niet onrealistisch? Zouden we niet veel meer naar acceptatie moeten gaan? Ik neem de statushouders als voorbeeld, want dit gebeurt op meerdere type doelgroepen. Kan je inzetten opmaatschappelijke begeleiding, dus veel meer inzet op die één op één kennismaking tussen mensen? In plaats van dat je over mensen gaat praten. Daarmee laat je het draagvlak misschien wat meer los en focust de leidraad meer op acceptatie enbuurtbemiddeling. Ik vroeg me af hoe u daarnaar kijkt.

de heer Pechler (Partij voor de Dieren): Dat is een hele goede vraag. Ik denk dat je draagvlak natuurlijk op meerdere manieren kan interpreteren. Is het echt dat mensen ergens om staan te springen, of accepteren ze het inderdaad omdat ze snappen dat dit ergens moet gebeuren. Af en toe moet er dan ook iets in je eigen omgeving plaatsvinden. Die vorm van acceptatie zou ik zelf wel onder het draagvlak scharen.

de heer Pechler (Partij voor de Dieren): Ik denk dat een één op één ontmoeting heel belangrijk is, maar ik vraag me af of dat mogelijk is aan het begin van het proces. Je bent dan natuurlijk bezig met planvorming en wat financieel haalbaar is, en daarna betrek je de omgeving. Je weet dan nog niet welke mensen er een jaar of anderhalf jaar later gaan wonen. Je zou patiënten of inwoners van dezelfde zorgorganisatie misschien kennis kunnen laten maken met bewoners van de omgeving, om alvast een idee te geven van wat voor mensen het zouden kunnen zijn. Ik denk dat dat heel behulpzaam zou kunnen zijn. Als het eenmaal gevestigd is, moet je investeren in die blijvend goede relatie met de buurt. Mijn laatste zinnen waren dat je omwonenden wel serieus moet nemen, maar niet onnodig bang moet maken. Je wil ook niet dat de nieuwe bewoners al met 1-0 achterstaan voordat ze er überhaupt wonen, omdat ze dan al een negatieve reputatie hebben gekregen. Tot zover.

Interessant voor jou

Woordvoering: Gebiedsplan Groningen Noord

Lees verder

Woordvoering: Afvalbeleid

Lees verder

Help mee aan een beter Groningen!

    Word actief Doneer