Woordvoering: Rekenkamerrapport NPLV
Eerste termijn:
De heer Van Zoelen: Dank. Het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid ligt
ook ten grondslag aan veel andere beleidsstukken zoals het beleidskader veiligheid
en het uitvoeringsplan wat nog aan het eind dit jaar komt. We zijn benieuwd in
hoeverre de aanbevelingen die nu gedaan zijn daarin worden opgepikt of
meegenomen.
De heer Van Zoelen: Dank. Het is goed dat dit meegenomen wordt over twee weken,
als we die indicatoren vaststellen. Er zijn ook aanbevelingen gedaan om te kijken van
wat hebben we al gedaan met projecten daarvoor, de voorlopers daarvan, dus het is
nu vrij kort tijd waarin we dat allemaal opstellen. Hebben we al wel genoeg beeld of
een nulmeting om goed die indicatoren te kunnen vaststellen over twee weken en
ook aan het eind van het jaar, als dat uitvoeringsplan leefbaarheid en veiligheid wordt
opgesteld?
Tweede termijn:
De heer Van Zoelen: Dank, voorzitter. Het Nationaal Programma Leefbaarheid en
Veiligheid Groningen- Noord heeft grote ambities. Een jarenlange integrale aanpak
van situatieafhankelijk, complexe, meervoudige problematiek waarin ook beleving
een rol speelt, ambities die [onhoorbaar] maakt, een grote impact hebben op de
bewoners en dat de Rekenkamer dit onderzocht heeft en blijft onderzoeken, is erg
van belang. Dit eerste rapport, met daarin duidelijke aanbevelingen, stellen wij
daarom ook zeer op prijs. Dank aan iedereen van de Rekenkamer die hieraan
meegewerkt heeft. In het rapport wordt een aantal aanbevelingen gedaan. Als rode
draad zien we dat het project zowel op financiën als participatiemonitoring als
organisatie nog te veel onduidelijkheden bevat om effectiviteit te meten en hierdoor
door de gemeenteraad niet goed te controleren is.
Hier wil ik ook wel een punt bij maken. Dat is als je denkt als je
geld of een euro ergens in investeert dat dingen beter worden en dat het de
verwachting is, maar we leven ook in een zeer wispelturig of weerbarstige
maatschappij met hoge inflatie, armoede, complexe problematiek op allerlei vlakken,
dat je soms blij moet zijn van als je een euro investeert dat het niet iets minder erg
wordt. Dat gezegd hebbende.
Voorzitter: Een interruptie van de Partij van de Arbeid.
De heer Van Veen: Tijdens mijn studie Economie ging het over ceteris paribus. Dat
kwam de hele tijd, dus stel van je had het niet gedaan en vergelijk dat. Hoor ik nou
ook de heer Van Zoelen zeggen dat we beter niet kunnen investeren of zegt u nog
steeds wel: elke investering zou uiteindelijk wel positief zijn?
Voorzitter: Partij voor de Dieren.
De heer Van Zoelen: Dat zeg ik dus absoluut niet. Dat wil ik goed duidelijk hebben.
Elke investering is het zeker waard. Je moet mensen blijven ondersteunen en
werken aan die leefbaarheid en veiligheid. Alleen als we het hebben over indicatoren
en effect meten, is vaak de vooronderstelling van als we er geld in investeren, zou
het op den duur een significante verbetering. Maar je ziet ook dat de maatschappij zo
beweegt met inflatie, dat mensen schulden op schulden opstapelen, dat het impact
heeft op veiligheid, op criminaliteit en alles. Dus dat het soms een beetje dempen is.
Je hoopt wel dat het beter wordt.
De heer Van Zoelen: Daar wil ik bij aansluiten over die kwalitatieve kwaliteit en dat
we ook weten met participatie van hoe is die situatie daar en hoe beleven de mensen
hun situatie en hoe kunnen wij daar als gemeente en onze raad op inspelen?
Daarom zijn we ook blij met die aanbevelingen die de Rekenkamer daarop heeft
gedaan.
Voorzitter: Voordat u verder gaat met uw woordvoering heeft nog een interruptie van
D66.
Mevrouw Gietema: Dank, voorzitter. Ik ben ook blij met het rapport. In de aanleiding
van het rapport is in ieder geval de intentie van de Rekenkamer ook de positie van
de gemeenteraad te versterken. Van daaruit worden ook die suggesties gedaan voor
monitoring en evaluatie bijvoorbeeld. Ik vroeg me af hoe u naar de positie van de
raad kijkt. Is die volgens u nu stevig genoeg? Is monitoren niet juist ook een
hulpmiddel voor raadsleden over tien jaar om weer terug te blikken van hoe staat het
ermee? Juist omdat niet zeker is of wij hier allemaal nog zitten.
De heer Van Zoelen: Ja, zeker. Het is van belang om te weten hoe eerdere
projecten, de voorgangers van dit programma, zijn gelopen. Wat hebben die
gedaan? Dat je weet hoe de zaak ervoor staat. Daarbij is ook die participatie heel
belangrijk zodat je van de mensen en uit de wijken zelf hoort hoe zij zich voelen en
hoe dat over verloop van jaren is geweest en dat wij daar als raad een goede feeling
mee hebben. We kijken daarom ook uit naar een participatievisie hoe die uiteindelijk
tot stand komt, zodat we die inwoners er beter bij kunnen betrekken. Ik hoop dat ik
daarmee een antwoord heb gegeven. Inderdaad zijn monitoringstool ook belangrijk
op andere delen, want het gaat ook over veiligheid.
De heer Van Zoelen: Je zou bijvoorbeeld willen weten: hoe vaak komen jongeren in
aanraking met criminaliteit? Wat heeft impact van natuur wat wij belangrijk vinden?
Wij denken wel - daar zijn ook onderzoeken naar gedaan - als je een wijk vergroent
dat het impact heeft. Dat zijn allerlei zaken. Daar zijn wij natuurlijk ook zeer
geïnteresseerd in vanuit onze partij, maar ik denk dat het voor iedereen hier in de
raad zeer interessant is om te weten. Ik denk dat ik zo wel alles gezegd heb. We
gaan nog een aantal plannen bespreken. We zijn ook benieuwd hoe die
aanbevelingen daarin door gaan klinken. Nogmaals een groot compliment aan de
Rekenkamer en dank voor rapport.
Interessant voor jou
Woordvoering: Actieplan mentale gezondheid
Lees verderWoordvoering: (GON) Gebiedsondersteuningsnetwerk
Lees verder