Woord­voering: Stra­te­gische inves­te­rings­agenda

Voorzitter: Dan zag ik al een heel enthousiast handje bij de heer Pechler voor zijn

woordvoering.

De heer Pechler: Dank, voorzitter. Derde keer is scheepsrecht. Ik zal ingaan op het proces en op eerst op twee vragen die aan ons als raad werden gesteld in het voorbereidingsmemo. Als raadslid en fractie wil je aan de vooravond van zoveel grote investeringen en het financiële ravijn dat gemeente te wachten staat, zoveel mogelijk zekerheid en grip hebben om de noodzakelijke moeilijke keuzes goed te kunnen maken. Het instrument van de SIA is hierbij een goede stap om de zaken in samenhang te kunnen beoordelen, maar tegelijkertijd zijn door de nog lopende onderzoeken en ambtelijke capaciteitsbeperkingen niet alle details helder. Dat kan misschien wat frustrerend zijn voor ons als raad, maar het is een logisch gevolg van het betrekken van de raad in een zo vroeg mogelijk stadium.

Het college had er ook voor kunnen kiezen om dat niet te doen, niet die blik tien jaar vooruit te werpen, waardoor we als raad niet zouden weten wat we allemaal niet zouden weten. Daarmee creëert de SIA een soort paradox. We hebben meer inzicht dan voorheen, maar omdat dat inzicht troebeler wordt hoe verder vooruit je kijkt, lijkt het misschien alsof we minder weten. Maar ja, dat krijg je nu eenmaal bij een dynamisch en levend document als de SIA. Kortom, wij kunnen als Partij voor de Dieren het proces te steunen, snappen het proces en kijken uit naar de zekerheid die stapsgewijs zal binnendruppelen met de investeringsvoorstellen. De tweede vraag is: hoe denken wij als fractie inhoudelijk over de richting van de vier projecten?

Wat betreft de Nieuwe Poort is het te vroeg om definitief wat tezeggen over de locatie, maar de voorkeurslocatie is - zoals door de raad vastgesteld en ook naar onze mening - nog steeds het stationsgebied, waarvan we ook de inhoudelijke meerwaarde zien om het op die plek te doen. Maar elke besparing die gerealiseerd kan worden door efficiënter ruimtegebruik in het gebouw, kan op onze steun rekenen. Bij Martiniplaza zijn we niet getrouwd met de huidige locatie, zolang de faciliteiten van de topsporthal, de grote theaterzaal en een conferentielocatie voor onze gemeente behouden blijven. Dit kan ook op de Suiker zijn, wat als optie in de brief is genoemd. Het Museum aan de Aa: als we kijken naar de totale lijst aan SIA projecten, staat MADA voor ons niet bovenaan het prioriteitenlijstje. Maar ook daar wachten we het investeringsbesluit bij de begroting van 2025 voor af voordat we onze keuze definitief maken.

Tot slot Kardinge. Zelf ben ik opgegroeid met schaatsen in Kardinge. Als kind reed ik er met de familie vanuit Scheemda en Winschoten naartoe. Ik kwam er als student en nu als stadjer. Financieel toont dat anekdotisch aan dat het logisch is om cofinanciering aan andere overheden te vragen. Maar ook los van de financiën is kunstijs binnen onze partij een discussiepunt met het oog op de klimaatcrisis. Ook bij Kardinge wachten we het uiteindelijke voorstel af voor we definitief stelling nemen, maar steunen we in ieder geval de strekking dat het zonder externe bijdrage wel erg lastig wordt.

Voorzitter: Dat levert u vervolgvragen op. Eerst mevrouw Jacobs en daarna meneer Lo-A-Njoe.

Mevrouw Jacobs-Setz: Dank u wel, voorzitter. Ik snap dat de heer Pechler namens de Partij voor de Dieren zegt dat energie slurpende dingen in deze tijd lastig zijn. U weet ook dat de techniek heel erg voort geschreden is. Stel het lukt ons om de meest energiezuinige ijsbaan ter wereld neer te zetten, verandert dit dan voor u?

De heer Pechler: Voor de meest energiezuinige ijsbaan ter wereld, gok ik dat die 100 miljoen een bedrag in de goede richting is. Maar daarom zei ik ook met een slag om de arm dat wij het uiteindelijke besluit - inclusief alle berekeningen - afwachten.

Voorzitter: Nog een vraag van de heer Lo-A-Njoe.

De heer Lo-A-Njoe: Een vraag niet van financieel van aard, maar je zou ook andersom kunnen redeneren, namelijk dat je door de klimaatverandering juist binnen moet kunnen schaatsen omdat er minder natuurlijke ijsdagen zijn. Is dat ook iets wat de Partij voor de Dieren steunt, voorzitter?

De heer Pechler: Lastig. Dat zou er ook aan liggen welk gedeelte van het jaar zo'n ijsbaan dan open is. Je hebt tegenwoordig ook ijsbanen in Nederland die het hele jaar open zijn. In de lente en zomer moet je dan een stuk harder werken om het koud genoeg te krijgen, dan een paar maanden in de winter. Misschien moeten we als mensheid ook eens met de feiten op de neus worden gedrukt, namelijk dat bepaalde traditionele dingen niet meer kunnen door ons eigen handelen.