Hondenbeleid
Allereerst dank aan het college voor de uitgebreide documentatie en inspraak mogelijkheden bij dit onderwerp, dat de laatste tijd veel stof heeft doen opwaaien. Het zal u niet verbazen dat wij wat opmerkingen hebben, over de aanlijnplicht, de opruimplicht, faciliteren en handhaving. Eerst iets over de voor ons liggende stukken.
(De interpretatie van enkele cijfers vinden wij in twee gevallen een beetje “wishful thinking:” zo wordt het stadspanelonderzoek genoemd, waaruit blijkt dat van alle respondenten vijf % ervaring heeft met handhaving, 111 personen, waarvan driekwart die ervaring als negatief betitelt. Dit gegeven wordt afgedaan door te stellen dat mensen het niet prettig vinden om op de vingers te worden getikt bij ongewenst gedrag. Dat vinden wij een beetje vreemd.)
Een beetje twijfelachtig vinden wij de conclusie die wordt verbonden aan de eerste vraag die over het hondenbeleid aan de wijkorganisaties wordt voorgelegd, bijlage 3 bij het stuk. Slechts tien van de 29 wijkorganisaties vindt dat de situatie nu beter is dan vóór 1 mei 2011. Toch wordt valselijk geconcludeerd dat een meerderheid verbeteringen ziet met het nieuwe hondenbeleid. Dat klopt dus niet.
De Vereniging Hondvriendelijk Groningen heeft in een naar ons inziens uitstekend stuk beargumenteerd wat hun visie is op goed hondenbeleid. Wij kunnen ons in grote lijnen hierin goed vinden. Met name hun nadruk op een positieve houding van de gemeente jegens honden en hondeneigenaren vinden wij een belangrijk punt. Immers, mensen beleven veel plezier van hun hond, een hond leidt tot sociale contacten, beweging en struktuur en de overlast komt maar bij een paar honden en eigenaren vandaan.
Ook met betrekking tot de algemene aanlijnplicht zijn wij het in hoge mate eens met de VHG, die terecht stelt dat niet alleen de hond, maar ook de baas met dit beleid is aangelijnd. Eigenaren moeten volgens ons in staat worden gesteld hun eigen verantwoordelijkheid te nemen waar het hun hond betreft.
Wij zijn vóór een algemeen geldend aanlijngebod in het centrum, bij drukke wegen, in kwetsbare ecologische gebieden en van 1 april tot 1 october in gebieden waar druk gerecreëerd wordt, maar indien een eigenaar zijn hond wil laten loslopen buiten de loslooproutes en de uitrengebieden, moet hij vrijstelling kunnen krijgen van de algemene aanlijnplicht als hij en de hond een hondenbewijs hebben gehaald nadat ze op gedragscursus zijn geweest en kunnen aantonen dat hun hond goed onder appel is. Wij horen graag wat de andere partijen hiervan vinden en zullen bij de raad met een voorstel hiervoor komen.
Verder zijn wij blij met het feit dat de opruimplicht nu algemeen geldt, maar we menen dat de hondeneigenaren wel wat beter gefaciliteerd kunnen worden. De onhygiënische concentratie van hondenpoep die het gevolg was van de uitlaatgebieden, was vies, ongezond voor mens en dier en leidde er ook toe dat honden helemaal niet meer wilden poepen in de uitlaatgebieden. Hondeneigenaren hebben ook al vóór mei 2011 gepleit voor een algemeen opruimgebod.
Wij willen echter wel graag dat de gemeente de eigenaar beter gaat faciliteren: meer prullenbakken en het versturen van biologisch afbreekbare zakjes naar hondeneigenaren, om een verdere verspreiding van plastic in het milieu te voorkomen. Op dit moment wordt er nl in de bosjes veel plastic zakjes met poep aangetroffen. Graag een reactie van de wethouder.
Per bekeurd overlast gevend feit krijgt de gemeente 40 euro van het rijk: in het eerste kwartaal waren het er 150, dus dat maakt 6000 euro. Dit geld gaat naar de algemene middelen, maar hier kunnen natuurlijk ook wat prullenbakken voor gekocht worden. Maar in feite zouden we willen zien dat het bekeurbeleid een andere wending krijgt.
Op dit moment zijn 20 BOA’s bevoegd om bekeuringen uit te delen voor “kleine ergernissen in de openbare ruimte” en in de praktijk wordt bijna alleen bekeurd op loslopen (150 keer eerste kwartaal, vs 3 voor poep), bijna niet op de opruimplicht. Het bekeuren van hondeneigenaren waarvan de hond geen overlast bezorgt, slaat het draagvlak weg onder het hondenbeleid en kan leiden tot een verminderde bereidwilligheid voor het opruimen van de poep. Wij pleiten dan ook voor niet rigide handhaving hierin.
De stelling dat voor de opruimplicht alleen vrijstelling kan worden gegeven aan officiële hulphonden van mensen met een handicap, verdient nuancering vinden wij: ook ouderen of mensen in een rolstoel met een gezelschapshond, zijn vaak niet in staat poep op te ruimen. Hoe wordt hiermee omgegaan? Graag een reactie vd wethouder.
Voorzitter, Volgens de gemeente moet er een redelijke verhouding zijn tussen de mate van overlast en de op te leggen sanctie: is het terecht dat mensen die de poep van hun hond niet opruimen omdat ze een poepschepje zijn vergeten, een strafblad krijgen? Immers, een bekeuring van meer dan honderd euro is een bestuurlijke strafbeschikking die tot een aantekening in het strafregister leidt. Wij vinden dat niet acceptabel en willen hierover graag een reactie van de wethouder.
Kortom:
- algemene opruimplicht, maar beter faciliteren vd hondeneigenaar dmv biol. Afbreekbare zakjes en meer prullenbakken
- en uitzonderingen voor gehandicapten en ouderen die geen officiële hulphond hebben
- uitzondering op aanlijnplicht voor eigenaren die certificaat gedragscursus kunnen overhandigen
- het niet bij je dragen van middelen ter opruimen van poep mag niet leiden tot een strafblad
Graag horen wij de reacties van andere fracties en de wethouder hier over.
Interessant voor jou
Groencompensatie
Lees verderBeheer en verkeer
Lees verder