Woordvoering: Begrip Huishouden
Eerste termijn:
De heer Hekkema: Dank, voorzitter. We hebben gezien dat de pilot met de hospitahousing eigenlijk een heel groot succes is geweest. Ook allerlei mooie verhalen. Ik heb nog het interview gezien dat de wethouder nog langs is geweest bij de Italiaanse student die bij iemand in huis woonde. Ik vroeg me af of we misschien ook deze pilot nog wat verder zouden kunnen uitbreiden of dat we ... Dus zes maanden blijkt toch voor veel mensen een struikelblok te zijn. Of we misschien dat kunnen verruimen zonder dat dat gaat leiden tot de negatieve consequenties die we zien op andere punten als het gaat om hem met meerdere mensen in een huis wonen. Graag een reflectie op van het college.
Tweede termijn:
De heer Hekkema: Dank, voorzitter. Dan zou ik toch inderdaad willen doorgaan op dat punt van die hospihousing. Want we zien gewoon dat het ontzettend groot succes is, dat de vraag ook groter is dan het aanbod zijn. Dus in lijn met wat de heer Tjepkema zegt inderdaad, misschien nog wat meer promotie. Maar ik zou eigenlijk het college ook willen vragen, we hebben er bewust voor gekozen om die drie wijken buiten de pilot te houden, en ik kan me ook voorstellen inderdaad in lijn met de andere sprekers dat dat zeker inderdaad ook komt vanwege onze eerdere ervaring op het gebied van de leefbaarheid en dat die onder druk kwam te staan, maar ik kan me ook voorstellen dat juist in die drie wijken het ook fijn is als woningeigenaren daar toch gebruik kunnen maken van die manieren om een kamer in hun woning - zonder dat het echt gaat om verkapte vormen van kamerverhuur - maar toch om een bepaalde periode hospihousing mogelijk te maken in die wijken.
De heer Hekkema: En ik denk dat dat misschien inderdaad ook met meer aandacht voor dit hele concept ervoor kan zorgen dat we ook in die wijken en natuurlijk in alle andere wijken van de gemeente ervoor kunnen zorgen dat er toch meer woonruimte beschikbaar komt. Dat zou ik inderdaad eigenlijk een interessant voorstel vinden. En dan hoeven we niet de definitie van een huishouden te wijzigen, want dat brengt zeker allerlei negatieve gevolgen met zich mee.
Voorzitter: Meneer Swets heeft een vraag voor u.
De heer Swets: Het gaat steeds over negatieve gevolgen die de coalitiepartijen aandragen. Mijn vraag is aan de Partij voor de Dieren of zij vinden dat bijvoorbeeld drie starters die met elkaar samenwonen per definitie meer overlast veroorzaken dan een gezin van twee ouders en een kind, of dat het helemaal niet per definitie zo is.
Voorzitter: Meneer Hekkema. 00:52:46 De heer Hekkema: Dank u, voorzitter. Nee, dat vindt de Partij voor de Dieren per definitie niet. Het is ook niet per definitie zo dat het delen van een woning of het splitsen van een woning inderdaad... Alleen we zien gewoon in de praktijk dat dat wel in de afgelopen jaren tot allerlei problemen heeft geleid. En daarom is het denk ik goed om vast te houden aan deze definitie. Er is altijd een maatwerkoplossing mogelijk en tegelijkertijd natuurlijk met Hospihousing hebben we een hele mooie manier gevonden om juist toch woonruimte te kunnen aanbieden zonder dat de negatieve gevolgen daarvan duidelijk worden of versterkt.
Voorzitter: Meneer Swets heeft een vervolgvraag voor u.
De heer Swets: Weet de Partij voor de Dieren ongeveer hoeveel procent van de overlastmeldingen veroorzaakt wordt door huishoudens van drie? En schat de Partij voor de Dieren net als wij in dat de overlast op dit moment veel meer afkomstig is van veel grotere huishoudens of misschien ook wel van stellen die ruzie maken en dat het aandeel van huishoudens met drie personen in die overlast melding eigenlijk heel erg laag is? 00:53:42 Voorzitter: Meneer Hekkema.
De heer Hekkema: Voorzitter, dan kunnen we natuurlijk gaan twisten over de absolute cijfers of prognoses of wat dan ook. Maar volgens mij gaat het gewoon om de ervaring dat in een aantal wijken in deze stad veel overlast was en dat we met deze nieuwe regels in de afgelopen jaren daar grip op hebben proberen te krijgen. Dat is ook gelukt. Dus kunnen we toch beter nu eerst dit hieraan vasthouden en dan zo'n pilot als hospihousing inderdaad misschien vastleggen in beleid. Dan kunnen we kijken hoe dat gaat na een tijdje. Maar is het toch per definitie zo dat als we die definitie zo zouden aanpassen zoals Student en Stad wil, dat we dan waarschijnlijk weer terug bij af zijn?
Voorzitter: Meneer Lo-A-Njoe heeft een vraag voor u.
De heer Lo-A-Njoe: Ik ga even weg van de overlast. Toch even, en ik zag je net knikken van, volgens mij kent u ook de cijfers dat veel eengezinswoningen bewoond worden door één persoon. Dat is niet efficiënt. Bent u het met mij eens dat er geen probleem is als iemand een eigen huis heeft en twee vrienden daarbij in heeft wonen en dat er dan geen sprake is van uitbuiting of malafide pandjesbaaspraktijken?
Voorzitter: Meneer Hekkema.
De heer Hekkema: Dank, voorzitter. Ja, zeker. En in bepaalde gevallen is dat wel het geval en in heel veel gevallen niet. Volgens mij is dat niet per definitie zo. Alleen hebben we gewoon gezien dat in deze stad daar heel veel problemen wel mee ontstonden en daarom hebben we dit beleid vastgelegd en moeten we nu kijken of we andere manieren zijn om woning delen of het bewonen van meerdere mensen in een woning die eigenlijk veel te groot is, want dat ben ik inderdaad met de heer Lo-ANjoe eens...
Voorzitter: Meneer Hekkema, wilt u afronden? Uw tijd zit erop.
De heer Hekkema: Jazeker. Voorzitter, ik denk, ik heb een duidelijke vraag gesteld aan het college over hospihousing en de uitbreiding daarvan. Want ik zie inderdaad ook dat de grote huizen in deze gemeente bewoond worden door weinig mensen, dus misschien is dat een manier om iets aan de woningnood te doen.
Interessant voor jou
Woordvoering: Supermarkten
Lees verderWoordvoering: Communicatie Century (Twaalfde huis, WerkPro ea)
Lees verder