Woord­voering: Super­markten


22 januari 2025

De heer Van Zoelen : Dank. Misschien zouden we in de Korenbeurs ook iets plantaardig kunnen doen, zoals het verhandelen van graan. Dat lijkt me een leuk 2 voorstel, waarbij we echt teruggaan naar de historische roots. Maar goed, het balletje is opgeworpen. Wij kunnen het voorstel steunen. Er zijn veel supermarkten in de binnenstad. Dat verdringt ook de kleine ondernemers. Dat concurreert en de argumentatie erachter om de toeristische beleving daarmee te vergroten is voor ons niet een overwegend argument, maar wel meer de logistieke problematiek daarachter. Wat mij opvalt als ik bijvoorbeeld op vakantie in Denemarken of Frankrijk ben, is dat je aan de randen van de steden de grote supermarkten hebt en binnenin dan de kleine zaakjes. 

Voorzitter : Meneer Van Zoelen, u heeft een vraag van de heer Dwarshuis. 

De heer Dwarshuis : Dank u, voorzitter. Ik hoor de heer Van Zoelen een soort ideaalbeeld maken van hypermarkten in Frankrijk. Maar bent u niet met me eens dat het juist mooi is dat we winkelcentra in steden hebben, zodat ik daar op de fiets naartoe kan en niet met de auto naar afgelegen plekken hoef te rijden waar er grote parkeerplaatsen zijn? 

Voorzitter : Meneer van Zoelen. 00:22:03 De heer Van Zoelen : Ik wilde niet gelijk naar de hypermarchés, want die zijn er ook, maar ik dacht meer aan de kleinere plaatsjes. Dat wil je misschien ook wel. Ik wilde eigenlijk een bruggetje maken: het kan een kleinere supermarkt zijn in die grote. En wat je dan ziet, is dat die kleine ondernemers in het centrum betere overlevingskansen hebben. Ik wil er wel aan toevoegen dat daar de vastgoedsector minder geëxplodeerd is dan hier in Groningen. Dus wil je echt iets doen voor die kleine ondernemers, zou je, behalve die supermarkten, ook iets moeten doen aan de huurprijzen, zodat ze echt kunnen floreren. Het zou mooi zijn als zo'n beleid hand in hand gaat. 

 Voorzitter : Mevrouw Jacobs van de VVD. 

Mevrouw Jacobs-Setz: Voorzitter, ik hoor de heer Van Zoelen van de Partij voor de Dieren elke keer zeggen dat er wat gedaan moet worden aan de vastgoedhandelaar. Maar wat gaat u daaraan doen? Wanneer kunnen we daar een initiatiefvoorstel voor verwachten? Doordat elke maand te roepen, verandert het beleid niet. 

Voorzitter : Meneer Van Zoelen.

 De heer Van Zoelen : Dat vind ik een terechte vraag. Misschien moeten wij daarover eens met een motie komen. Of het gelijk een initiatiefvoorstel moet zijn weet ik niet, want ik denk wel dat die gedachte door een groot gedeelte van de raad ook gedeeld wordt. Ondernemers brengen ook veel vaker naar voren dat de huren een probleem zijn. Ik heb al eerder gevraagd om in kaart te brengen hoe zich dat ontwikkelt. Als ik er beetje verder over nadenk, zouden we eigenlijk een convenant moeten hebben, 3 zodat je ook met die verhuurders in gesprek kan gaan: hoe maken we de stad leefbaar? 

Voorzitter : Dan heeft mevrouw Jacobs nog een vervolgvraag. 

 Mevrouw Jacobs-Setz: Voorzitter, een nieuwe vraag. Meneer Van Zoelen zegt zulke interessante dingen. De ondernemers klagen over de hoge huur, maar ook over het fietsbeleid. Wilt u dat ook aanpassen? Ze zeggen: voorheen hadden we veel meer klandizie, want toen konden de mensen de fiets voor de deur parkeren en nu niet meer. Dus ze komen niet meer. U moet volgens mij naar de ondernemer in zijn volledigheid luisteren en niet enkel kijken naar uw belang. 

Voorzitter : Dank u wel. Meneer Van Zoelen. 

De heer Van Zoelen : We hebben het nu over duizenden euro's die er gevraagd worden aan huur in de binnenstad. Dat is wat ondernemers over de kop doet gaan, niet een fiets die niet voor de deur geparkeerd staat. We hebben een fietsbeleid. Er komen nieuwe fietsstallingen. We zijn bezig met het bereikbaar maken van de binnenstad. Dat is op dit moment niet het probleem. Het zijn echt die hoge huren. We zien het ook terug in het tekort aan personeel. Dat zijn dingetjes waar we op moeten blijven inzetten om het voor die kleine ondernemer levensvatbaar te maken. Samen met dit beleid over de supermarkten en de concurrentie, maken we de stad weer leefbaar, waar de bewoners tegen normale prijzen hun goederen en producten kunnen kopen. 

Voorzitter : Ik vermoed en denk dat u, gezien de tijd, aan het einde van uw woordvoering bent. Meneer Rustebiel heeft nog een interruptie. 

De heer Rustebiel : Een mooi pleidooi met zorgen voor de lasten van de ondernemers. Heeft deze coalitie volgens u de lasten voor ondernemers verhoogd of verlaagd? 

Voorzitter : Meneer Van Zoelen. 

 De heer Van Zoelen : Ik denk dat wij die hebben verlaagd. Wij brengen die huren op de agenda. We kaarten het aan. We proberen er ook met het Ontwikkelbedrijf wat aan te doen. We zijn bezig met de grootste lasten waar die ondernemers mee te maken hebben. Reclamebelasting is zo'n kleine marge en maakt het de ondernemer niet moeilijk. Het zijn de andere grote ondernemers die de kleinere ondernemers opvreten. 

 Voorzitter : Dank u wel voor uw antwoord. Ik kijk even naar mevrouw Jacobs. Meneer Van Zoelen is doorheen zijn tijd. We moeten het hierbij laten, tenzij u een gesloten vraag heeft die meneer Van Zoelen met of nee kan beantwoorden. 

Mevrouw Jacobs-Setz: Mijn vragen kunnen gesloten, voorzitter, geen probleem. Meneer van Zoelen, bent u het met mij eens dat wij ten aanzien van de huren nog geen zak hebben gedaan, we wel een extra belasting hebben ingevoerd? Dus de lasten effectief verhoogd hebben voor de ondernemingen en niet verlaagd. 

Voorzitter : Zoals beloofd krijgen wij een gesloten antwoord. 

 De heer Van Zoelen : Ik mag alleen 'nee' zeggen.

Voorzitter : U mag ook 'ja' zeggen, als u het daarmee eens bent. 

De heer Van Zoelen : Wat klinkt het beste? Ik denk dat wij heel veel aan het doen zijn op dit moment.