Woord­voering: Econo­mische agenda Nij Begun


16 april 2025

De heer Van Zoelen: Dank. Voor ons ligt Bij Begun, de Economische Agenda. Het is snel tot stand gekomen. Er staan goede en mooie dingen in. Wat wij over de agenda's hebben gezegd van Nij Begun - dat is onze zorg ook met brede welvaart - dat je naar alle thema's van brede welvaart moet kijken, dus ook natuur en milieu en dat het elkaar moet versterken. Daar hebben we met de Sociale Agenda over gehad. Gelukkig zien we ook in deze agenda dat er aandacht voor is. Bedrijven die bezig zijn, kijken naar de natuur en dat versterken en duurzaam ondernemen. Daar liggen wat ons betreft ook kansen. Meer kansen wat nog scherper kan geformuleerd worden dan nu in de agenda staat. Bijvoorbeeld de kansen die wij in Groningen hebben in de landbouw, in de eiwittransitie, in het maken van plantaardige grondstoffen voor de circulaire economie.  Dat kan wat ons betreft nog sterk aangestipt worden en bijvoorbeeld ook de veeteelt daar uitwerken. Dat scheelt natuurlijk heel veel voor onze mooie planeet. 

Voorzitter: Ik had de punt echt 36 woorden geleden ingeschat, dus excuus. Een interruptie van VVD. 

Mevrouw Jacobs-Setz: Dank u wel, voorzitter. Een aantal punten die de Partij voor de Dieren noemt, herken ik in de Economische Agenda. Bent u het ook eens met die vijf uitgangspunten waar wij in dit programma de brede welvaart op baseren? Of bent u het daar niet mee eens?

Voorzitter: Partij voor de Dieren.

De heer Van Zoelen: Die vijf uitgangspunten zijn wij het in grote lijnen mee eens. Je ziet bij de brede welvaart dat altijd de economische factor net iets belangrijker is dan die natuur factor, terwijl je daar uiteindelijk wel de prijs voor gaat betalen. Dat willen we blijven aanstippen als we het hebben over brede welvaart. Wat er wat ons betreft uit kan als doel, is de vrijetijdseconomie. Het lijkt mij onzin om allemaal mensen naar Groningen te willen krijgen. Zeker als het gaat om werkgelegenheid. Wat we nu hebben als probleem met werkgelegenheid is dat er te weinig werk is, dat we juist goed moeten kijken waar we mensen in zetten en dat we moeten kijken: waar liggen de kansen? 00:40:18 De heer Van Zoelen: Daarmee ben ik het ook eens met de SP. Je moet goede werkgelegenheid hebben met goede secundaire arbeidsvoorwaarden. Wat voor ons belangrijk is, is dat er ook gekeken wordt naar mensen met een achterstand op de arbeidsmarkt en dat die ook in die Economische Agenda worden meegenomen. 

Voorzitter: Ik zie een tweetal interrupties bij vrijetijdseconomie. D66. 

De heer Rustebiel: Dank u, voorzitter. Mijn fractie is juist erg enthousiast over de kansen rondom vrijetijdseconomie. Is de Partij voor de Dieren het met mijn fractie eens dat je bij een agenda voor dertig jaar vaststellen je niet kunt kijken door de bril van de huidige situatie rondom werkgelegenheid, maar dat we juist die langetermijndoelen moeten omarmen en niet moeten denken: dat is op dit moment even lastig?

Voorzitter: Partij voor de Dieren. 00:40:58 De heer Van Zoelen: We zien nu wel in de komende jaren structureel problemen. Ook door de vergrijzing komen we echt handen tekort. Dan is het goed om te kijken: wat ga je doen? Ga je bier serveren op het terras of ga je iets anders doen? We zien ook dorpen leeg lopen. Bijvoorbeeld Abraham's Mosterdmakerij is weg. Je ziet bij kleine dorpjes dat mensen wegtrekken en dat economische bedrijvigheid weggaat. Is het de bedoeling dat we dan extra gaan investeren in die vrijetijdseconomie of gaan we die economische samenhangen in de dorpen versterken, zodat ook die bedrijvigheid en ook die vrijetijdseconomie zichzelf weer opbouwt? 

De heer Van Zoelen: Ik denk dat het ook de bedoeling moet zijn van deze Economische Agenda om te kijken: wat speelt er in de dorpen, wat speelt hier in de provincie en hoe kunnen wij - en dat is de bedoeling ook van deze Economische Agenda - Groningen weer sterk maken? 

Voorzitter: Graag verder met uw woordvoering

 De heer Van Zoelen: Aandacht voor groene banen vinden wij belangrijk. Er is ook nog een en ander gezegd over de uitvoeringsstructuur. Wij delen ook die zorgen van 10 zorg dat wij daarbij zijn. Nu komen de burgemeesters in het openbare lichaam en wordt een stichting. Hoe gaat dat precies vormgeven? Wie komen in die commissies te zitten? We zien baanbrekers waarbij we ons afvragen: wie zit er allemaal in die commissie van baanbrekers? Wie komen daar aan het woord? Hebben wij daar als volksvertegenwoordiging ook nog een of andere manier van invloed op? Het gaat over een heel lange periode van dertig jaar. Ik hoor het tien jaar jaarlijks evalueren, maar het is de vraag en aftasten van hoe kunnen wij bij die uitvoering een goede vinger aan de pols houden? 

 Voorzitter: Kunt u afronden? 

De heer Van Zoelen: Moet ik een punt zetten? Dan zet ik een punt.