Woord­voering: Evaluatie VASD


4 december 2024

De heer Van Zoelen: Dank, voorzitter. Spijtig dat dit ICT-project niet goed is gegaan.

Maar er zijn ook delen die wel goed zijn gegaan. We hebben nu beschrijvingen van

processen, maar toch een financieel negatief resultaat. We hadden gehoopt dat we

hier een applicatie zouden hebben, die gebruikt kan worden in het sociaal domein.

Helaas is dat niet gelukt. Mensen moeten met die applicaties werken. Er liggen

allerlei doelstellingen, maar de software ondersteunt de processen niet. Dan is het

begrijpelijk dat dat ook terugslaat op de werksfeer. Dingen lopen niet zoals jij

voorzien had. Dingen hadden makkelijker moeten lopen met die software. Dat is

helaas niet gebeurd. We begrijpen dat daar in het rapport melding van wordt

gemaakt.


De heer Van Zoelen: We zijn blij met de toezegging in de brief en van de wethouder,

dat de aanbevelingen die in het rapport worden gedaan allemaal worden

meegenomen. Als we er zelf naar kijken, denk ik ook dat we goed moeten zien of

een softwareleverancier onze eisen goed aankan. Hebben we de specificaties van

de software, zoals dat in technische termen heet, voldoende helder?


Voorzitter : Mijnheer De Haan heeft een vraag voor u.


De heer De Haan: Voorzitter, de Partij voor de Dieren had het over de werksfeer.

Vindt de Partij voor de Dieren ook dat we daar een onafhankelijk, verdiepend

onderzoek naar moeten doen? Of vindt de Partij voor de Dieren dat

organisatieontwikkeling voldoende is? Wat verstaat de Partij voor de Dieren dan

onder die organisatieontwikkeling?


Voorzitter : Mijnheer Van Zoelen.


De heer Van Zoelen: Ik vraag mij af of je zo in de details moet lopen. Er waren grote

projecten, ook in de jeugdzorg met SAMEN. Veel processen moesten leunen op die

software. Als dat niet goed loopt en niet goed ondersteund wordt door de software, is

het begrijpelijk dat er fricties en frustraties binnen de organisatie ontstaan. Moeten

we dan dure onderzoeken doen? Terwijl het heel logisch is, dat zulke frustraties

ontstaan?


Voorzitter : Een vraag van mevrouw Folkerts.


Mevrouw Folkerts: Ik probeerde mijn woordvoering te splitsen in ICT en niet ICT.

Volgens mij gaat het nu over dingen die niet per se met ICT-projecten te maken

hebben. Het onderzoek gaat erover dat er iets misgaat. Dat kan ook niet ICT

gerelateerd zijn. De cultuur binnen de organisatie was dusdanig, dat mensen daar

niet over durven te rapporteren, of dat er niet naar geluisterd werd.


Voorzitter : Wat is uw vraag?


Mevrouw Folkerts: Het rapport adviseert om te kijken of dit breder leeft in de

organisatie. Dus niet alleen in de departementen die hierdoor getroffen waren. De

vraag van veel partijen is of u die aanbeveling steunt? Zou u dat onafhankelijke

onderzoek willen uitvoeren?


Voorzitter : Mijnheer Van Zoelen.


Mevrouw Folkerts: Zoals u het formuleert, zouden wij dat kunnen ondersteunen.

Maar in dit geval zijn we benieuwd welke onderzoeken we zelf intern kunnen

uitvoeren. Ik begrijp de vraag van meerdere partijen daarin. Die zullen wij ook

ondersteunen.


Voorzitter : Mevrouw Gietema heeft ook nog een vraag voor u.


Mevrouw Gietema: Bent u het met mij eens dat dit rapport een kwetsbaarheid

zichtbaar maakt, waardoor dat externe onderzoek naar die sfeer des te

noodzakelijker is?


Voorzitter : Mijnheer Van Zoelen?


De heer Van Zoelen: Voorzitter, ik heb GroenLinks geantwoord hoe wij in dat

onderzoek staan. Als zo'n softwareapplicatie niet doet wat jij wil, terwijl het zoveel

processen moet ondersteunen, dan begrijpen we ook de frustratie daarachter. Dit is

een leermoment. De wethouder heeft ook toegezegd deze aanbevelingen mee te

nemen. Dat zal worden meegenomen en gewogen in het leerproces. Ook wat dat

doet met de mensen binnen de organisatie. Ik denk dat het door dit rapport al heel

duidelijk naar boven is gekomen.


Voorzitter : Vervolgt u uw woordvoering. U heeft nog een halve minuut.


De heer Van Zoelen: De SP verwees ook naar de interim-rapportage van de

accountant. Die spreekt veelal positief over softwareontwikkeling. Dat ondersteunt

ook de audit op de processen en de P&C-cyclus. Maar ook hier blijkt dat zo'n

softwarepakket op dat niveau niet doet wat het moet doen. Dan verwacht je van de

accountant in een interim-rapportage een kritische noot. Ik denk dat ik hiermee alles

heb gezegd. Ik hoop dat we hier in de toekomst lering uit kunnen trekken. Het is heel

spijtig dat dit niet goed is gegaan. Gelukkig gaan veel andere ICT-projecten binnen

de gemeente wel goed.


Voorzitter : Nog een korte vraag van mevrouw Akkerman en een kort antwoord van

mijnheer van Zoelen.


Mevrouw Akkerman: Ook Partij voor de Dieren spreekt hoop uit. Moet ik daaruit

opmaken dat er geen vertrouwen is dat we die lessen leren?


Voorzitter : Mijnheer Van Zoelen.


De heer Van Zoelen: Er is personeel weggegaan door de outsourcing van ICT. Wij

hebben er vertrouwen in dat we daar een inhaalslag maken. Dat we deze mensen

terug in dienst nemen, zodat we regie kunnen voeren. Ik denk dat dat een hele hoop

gaat schelen.