Woordvoering: Evaluatie VASD
De heer Van Zoelen: Dank, voorzitter. Spijtig dat dit ICT-project niet goed is gegaan.
Maar er zijn ook delen die wel goed zijn gegaan. We hebben nu beschrijvingen van
processen, maar toch een financieel negatief resultaat. We hadden gehoopt dat we
hier een applicatie zouden hebben, die gebruikt kan worden in het sociaal domein.
Helaas is dat niet gelukt. Mensen moeten met die applicaties werken. Er liggen
allerlei doelstellingen, maar de software ondersteunt de processen niet. Dan is het
begrijpelijk dat dat ook terugslaat op de werksfeer. Dingen lopen niet zoals jij
voorzien had. Dingen hadden makkelijker moeten lopen met die software. Dat is
helaas niet gebeurd. We begrijpen dat daar in het rapport melding van wordt
gemaakt.
De heer Van Zoelen: We zijn blij met de toezegging in de brief en van de wethouder,
dat de aanbevelingen die in het rapport worden gedaan allemaal worden
meegenomen. Als we er zelf naar kijken, denk ik ook dat we goed moeten zien of
een softwareleverancier onze eisen goed aankan. Hebben we de specificaties van
de software, zoals dat in technische termen heet, voldoende helder?
Voorzitter : Mijnheer De Haan heeft een vraag voor u.
De heer De Haan: Voorzitter, de Partij voor de Dieren had het over de werksfeer.
Vindt de Partij voor de Dieren ook dat we daar een onafhankelijk, verdiepend
onderzoek naar moeten doen? Of vindt de Partij voor de Dieren dat
organisatieontwikkeling voldoende is? Wat verstaat de Partij voor de Dieren dan
onder die organisatieontwikkeling?
Voorzitter : Mijnheer Van Zoelen.
De heer Van Zoelen: Ik vraag mij af of je zo in de details moet lopen. Er waren grote
projecten, ook in de jeugdzorg met SAMEN. Veel processen moesten leunen op die
software. Als dat niet goed loopt en niet goed ondersteund wordt door de software, is
het begrijpelijk dat er fricties en frustraties binnen de organisatie ontstaan. Moeten
we dan dure onderzoeken doen? Terwijl het heel logisch is, dat zulke frustraties
ontstaan?
Voorzitter : Een vraag van mevrouw Folkerts.
Mevrouw Folkerts: Ik probeerde mijn woordvoering te splitsen in ICT en niet ICT.
Volgens mij gaat het nu over dingen die niet per se met ICT-projecten te maken
hebben. Het onderzoek gaat erover dat er iets misgaat. Dat kan ook niet ICT
gerelateerd zijn. De cultuur binnen de organisatie was dusdanig, dat mensen daar
niet over durven te rapporteren, of dat er niet naar geluisterd werd.
Voorzitter : Wat is uw vraag?
Mevrouw Folkerts: Het rapport adviseert om te kijken of dit breder leeft in de
organisatie. Dus niet alleen in de departementen die hierdoor getroffen waren. De
vraag van veel partijen is of u die aanbeveling steunt? Zou u dat onafhankelijke
onderzoek willen uitvoeren?
Voorzitter : Mijnheer Van Zoelen.
Mevrouw Folkerts: Zoals u het formuleert, zouden wij dat kunnen ondersteunen.
Maar in dit geval zijn we benieuwd welke onderzoeken we zelf intern kunnen
uitvoeren. Ik begrijp de vraag van meerdere partijen daarin. Die zullen wij ook
ondersteunen.
Voorzitter : Mevrouw Gietema heeft ook nog een vraag voor u.
Mevrouw Gietema: Bent u het met mij eens dat dit rapport een kwetsbaarheid
zichtbaar maakt, waardoor dat externe onderzoek naar die sfeer des te
noodzakelijker is?
Voorzitter : Mijnheer Van Zoelen?
De heer Van Zoelen: Voorzitter, ik heb GroenLinks geantwoord hoe wij in dat
onderzoek staan. Als zo'n softwareapplicatie niet doet wat jij wil, terwijl het zoveel
processen moet ondersteunen, dan begrijpen we ook de frustratie daarachter. Dit is
een leermoment. De wethouder heeft ook toegezegd deze aanbevelingen mee te
nemen. Dat zal worden meegenomen en gewogen in het leerproces. Ook wat dat
doet met de mensen binnen de organisatie. Ik denk dat het door dit rapport al heel
duidelijk naar boven is gekomen.
Voorzitter : Vervolgt u uw woordvoering. U heeft nog een halve minuut.
De heer Van Zoelen: De SP verwees ook naar de interim-rapportage van de
accountant. Die spreekt veelal positief over softwareontwikkeling. Dat ondersteunt
ook de audit op de processen en de P&C-cyclus. Maar ook hier blijkt dat zo'n
softwarepakket op dat niveau niet doet wat het moet doen. Dan verwacht je van de
accountant in een interim-rapportage een kritische noot. Ik denk dat ik hiermee alles
heb gezegd. Ik hoop dat we hier in de toekomst lering uit kunnen trekken. Het is heel
spijtig dat dit niet goed is gegaan. Gelukkig gaan veel andere ICT-projecten binnen
de gemeente wel goed.
Voorzitter : Nog een korte vraag van mevrouw Akkerman en een kort antwoord van
mijnheer van Zoelen.
Mevrouw Akkerman: Ook Partij voor de Dieren spreekt hoop uit. Moet ik daaruit
opmaken dat er geen vertrouwen is dat we die lessen leren?
Voorzitter : Mijnheer Van Zoelen.
De heer Van Zoelen: Er is personeel weggegaan door de outsourcing van ICT. Wij
hebben er vertrouwen in dat we daar een inhaalslag maken. Dat we deze mensen
terug in dienst nemen, zodat we regie kunnen voeren. Ik denk dat dat een hele hoop
gaat schelen.
Interessant voor jou
Woordvoering: Participatie
Lees verderWoordvoering; Stationsgebied
Lees verder