Woordvoering: Participatie
Mevrouw Bosma: Dank u wel, voorzitter. Wij zijn ook blij dat het beleidskader en de
conceptverordening er ligt. Wat ons betreft een mooi begin, waar we al doende
verder in kunnen leren. Allereerst onze complimenten voor de leesbaarheid van het
document en van de voorbereidingsmemo. We vinden het goed om te lezen hoe er
helder onderscheid wordt gemaakt tussen verschillende soorten participatie. We
hebben vaker gehoord dat het voor inwoners niet direct duidelijk is wat er precies
gebeurt met hun inspraak over een bepaald thema in de buurt. Het is goed dat ze dat
vroegtijdig in het proces al weten. Dus dat het vroegtijdig in het proces kenbaar wordt
gemaakt, met welk type participaties ze te maken hebben.
Mevrouw Bosma: Zodat we voorkomen dat er vraagtekens leven bij de inwoners.
Over de inwoners gesproken. Ergens boven in het document wordt gesteld dat er
actief wordt ingezet op inwoners die we niet zo vaak horen. Verderop dat alle
inwoners hun stem kunnen laten horen. Feit is dat niet alle inwoners zich geroepen
voelen hun stem te laten horen. We missen hierin het hoe van het verhaal. Hoe
zetten we ons actief in om deze groep inwoners te bereiken? In het hoofdstuk over
de uitgangspunten missen we dit uitgangspunt bij participatie. In de paragraaf over
het betrekken van inwoners staat weinig vermeld over de manier waarop we een zo
divers mogelijke groep, zo inclusief mogelijk kunnen bereiken en betrekken. De
invloed van taalgebruik en leesbaarheid.
Mevrouw Bosma: Voor mensen die de Nederlandse taal niet op B2-niveau machtig
zijn, is wat ons betreft hierin cruciaal. Ook in de evaluatie zouden we het bereiken
van een divers en zo divers mogelijke groep graag terugzien.
Voorzitter: Kort maar krachtig, dank je wel.
Mevrouw Bosma: Ik dacht dat ik een interruptie kreeg. Ik was nog niet helemaal
klaar. Klopt dat?
Voorzitter: Ja, dat mag.
Mevrouw Gietema: Ik ben blij dat u zegt en ik weet het voorbeeld van Den Haag. Die
hebben ook een artikel toegevoegd, Zorgplicht, waarin een verplichting staat voor de
gemeente om duidelijke taal. In ieder geval inzet te plegen op groepen bereiken.
Bent u het met D66 eens dat het een waardevolle toevoeging zou zijn aan de
verordening?
De heer De Vries: De Partij voor de Dieren.
Mevrouw Bosma: Dank u wel, voorzitter. D66 maait het gras voor mijn voeten
vandaan. Ik vervolg mijn woordvoering en dan kom ik hier precies op terug. We
zouden daarom graag meer aandacht zien voor het bewust betrekken van
ondervertegenwoordigde groepen. Wij denken zelf aan het opnemen van een
inspanningsverplichting in de Verordening, zoals bijvoorbeeld ook in Amsterdam
gebeurt. Die in Den Haag heb ik zelf niet gelezen, maar die van Amsterdam wel. Dat
is daarin opgenomen. Hoe kijkt het college naar het belang van het betrekken van
vertegenwoordigende groepen? Kunnen we dat wat explicieter maken in de
Verordening en in het kader? Daar zijn we benieuwd naar. Tot zover. Nog steeds
kort en krachtig, toch?
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Woordvoering: Wonen op Zernike
Lees verderWoordvoering: Evaluatie VASD
Lees verder