Woord­voering Financiën & Veiligheid 9 maart 2016

B1 AZC Energieweg locatiekeuze (raadsvoorstel 19 februari 2016)

De Partij voor de Dieren zet zich in de Tweede Kamer in voor het benoemen van de voedingsbodem voor oorlog en geweld en voor het wegnemen van die voedingsbodem. Het kabinet heeft zich hier tot nu toe volkomen onmachtig in getoond. Wereldwijd bedreigen geweld en structureel onrecht een miljard burgers. Conflicten die niet alleen veroorzaakt worden door religieuze tegenstelingen, maar die ook ontstaan door water- en voedseltekorten, droogte en klimaatverandering; crises waar we in Nederland aan bijdragen door onze overconsumptie.

Nu worden we geconfronteerd met een feit: grote groepen mensen hebben nu onze hulp nodig. Mededogen is een van onze belangrijkste uitgangspunten dus wij moeten deze mensen hulp bieden. Voor ons is het dan ook vanzelfsprekend dat we als stad onze verantwoordelijkheid nemen en vluchtelingen opvangen. Het lijkt ons een erg goed idee als het lukt om de integratie naar voren te halen.

Vandaar dat we ook in de R&W commissie hebben aangegeven dat we willen dat het AZC wordt meegenomen in de plannen voor de ontwikkeling van het suikerunieterrein. Zodat er interactie plaatsvindt door bijv. Tuinieren, samen koken etc. Ook zou er misschien iets mogelijk kunnen zijn met de duurzame woningbouw op het terrein en het AZC? Kan het college reageren of deze samenwerking inderdaad wordt opgezocht?

Het is ook belangrijk dat er wordt ingezet op het creëren van meer sociale huurwoningen zodat mogelijke conflicten tussen andere wachtende op een woning en vluchtelingen mede kan voorkomen.

Erg goed dat de gemeente huis-aan-huis informatie heeft bezorgd en de informatieavonden heeft georganiseerd. Communicatie met de buurt is belangrijk, vooral omdat er veel onwaarheden in het nieuws komen. Berichtgeving in de kranten over incidenten in AZC's etc. heeft mensen bang gemaakt. Ht blijft belangrijk om dit soort berichten erg kritisch te lezen, omdat gegevens uit hun verband worden gerukt. Door de lijntjes tussen de verschillende partijen, zoals politie, wijkagent, het COA en buurtverenigingen, kort te houden kan er snel worden ingespeeld wanneer er iets speelt.

We zien de noodzaak in van zo snel mogelijk handelen en hopen dat het ook eigenlijk zo snel mogelijk kan worden klaargemaakt en ingericht, zodat er snel mensen opgevangen kunnen worden.

B2 Integraal gebiedsgericht werken: gebiedsprogramma 2016 (raadsvoorstel 18 februari 2016)

De gemeente moet ontvankelijker worden voor het initiatief van burgers, zodat samen met bewoners een gebiedsagenda kan worden opgesteld en in samenwerking met bewoners worden uitgevoerd. Kortom het doel is de burgers meer zeggenschap te geven wat er in hun wijk moet gebeuren. Dit lijkt ons een mooi streven waar in principe mooie dingen uit kunnen komen. Doormiddel een stukje budget vrij te geven aan de wijk kunnen bewoners hier zelf invulling aan gaan geven.

De vraag die dit in eerste instantie bij ons oproept is, met wie ga je in gesprek binnen de wijken? Hoe organiseer je dingen? De grote uitdaging die hier ligt is betrokkenheid en inspraak van alle bewoners in de wijk. Het gevaar dat op de loer ligt is dat de meer mondige burgers, of organisaties die reeds gevestigd zijn, in eerste instantie het voortouw gaan nemen - het gene in principe niet verkeerd is - maar wel het gevaar dat op de loer ligt dat de beslisbevoegdheid daar op den duur verankerd wordt.

Met andere woorden hoe geef je nieuwkomers, passievere inwoners - ofwel iedereen binnen de wijk een stem binnen dit proces, hoe rouleert dit? Zonder daarbij stuk te lopen op commissies/organisaties waar steeds dezelfde mensen onderdeel van uit maken?

Een aantal vragen die gesteld worden in de gespreksnota:

1 Welke rol ziet de raad in het proces van totstandkoming van de gebiedsagenda? Een inhoudelijke, procesmatige of een controlerende rol.
Het liefst een procesmatige en controlerende rol waarbij mogelijk inhoudelijk kaders gesteld worden. Bijvoorbeeld de raad zou targets kunnen stellen betreft het realiseren van duurzaamheid binnen de wijk.

2 Hoe ver wil de Raad gaan met het gebiedsgericht werken? Is de raad bereid om zeggenschap over onderdelen van de gemeentebegroting naar de wijk te brengen? Welke kaders geeft de Raad daarbij mee.
Als de wijk taken - middels bijvoorbeeld right to challenge - van de gemeente kan overnemen. Dan is er in principe niks mis mee dat budget ook evenredig met deze taken verschuift naar de wijken. De vraag is hoeveel ruimte er is losstaand daarvan budget vrij te maken.

3 Hoe gaat de Raad om met bottom up (wijk- en stedelijke) initiatieven in relatie tot zijn kaderstellende, controlerende en volksvertegenwoordigende rol?
In principe zou je zeggen dat initiatieven die democratisch tot stand zijn gekomen binnen de wijk leidend zijn ten opzichte van de kaderstellende en controlerende rol van de Raad. Zodra initiatieven ook een buurt overschrijdend effect hebben dan wordt de taak van de Raad groter. Een mogelijke effect is ook dat wijken zich op een zekere manier gaan kleuren. Bijvoorbeeld in wijken waar armoede een grotere impact geeft zullen hopelijk meer initiatieven tot stand komen dit probleem aan te pakken. Maar dat wil niet zeggen dat in wijken waar dit probleem minder speelt geen mensen in armoede leven. Voor hen moeten dergelijke projecten in de toekomst ook toegankelijk worden en blijven.

Wij staan positief ten opzichte van een verdere uitwerking van gebiedsgericht werken. Voor eerst zijn we dus voornamelijk benieuwd hoe het college met nadruk alle bewoners binnen een wijk binnen dit proces wil gaan betrekken en benodigd dit een verdere uitwerking. Het budget dat hier nu voor vrij gemaakt is kan onze goedkeuring dragen.

B3 Wijziging Hoofdstuk 3 van de APVG 2009 (+ nota Prostitutie- en overige seksbedrijven) (raadsvoorstel 11 februari 2016)

Dit punt is vervallen.