Woordvoering: Individuele inkomenstoeslag
De heer Van Zoelen: Dank, voorzitter. Ik denk dat dit een hele mooie uitvoering van
de motie is met een mooi rapport over hoe de situatie er voor staat. Wij hopen dat de
wethouder ook alle aanbevelingen meeneemt, want we zijn al die weg ingeslagen.
Het is ook goed om dat te zien in dat rapport dat we de goede weg zijn ingeslagen.
Mijn partij denkt wel dat het een goed idee is om dat ook even te bespreken. Ten
eerste dat we een mooi rapport hebben, maar ook om die tegenstellingen te zien
tussen partijen. Dat er partijen zijn hier die mensen die niet kunnen rondkomen, die
het moeilijk hebben, dat die worden neergezet als profiteurs die niet kunnen werken.
Zo is dat natuurlijk niet. Dat is goed om weer helder te hebben hier. Dat we als een
sociaal college op de goede weg zijn en dat we voor deze groep mensen ons moeten
blijven inzetten.
Voorzitter: Dank u wel. U heeft wel een interruptie of vraag vanuit de VVD.
Mevrouw Akkerman: Dank u wel, voorzitter. Ik was benieuwd of de Partij voor de
Dieren het met ons eens is dat werken moet lonen.
Voorzitter: Partij voor de Dieren, de heer Van Zoelen.
De heer Van Zoelen: Daar zijn we het mee eens, want je ziet inderdaad in die
grafiekjes dat daar een inkomensterugval is bij een gezin met één ouder kind die van
100% naar 110% en dat je dan achteruit gaat. Of mensen die gaan werken en dat je
dan toeslagen kwijtraakt. Wat je dan zou moeten kijken, is misschien ook dat je die
inkomensnormen tenminste bij die regelingen omhoog schuift, want dan krijg je ook
minder terugval. Op de vraag van de VVD van als je gaat werken dat dat ook moet
lonen: daarom is het ook belangrijk om voor die werkende groep mensen die
regelingen goed te kunnen laten aansluiten. Helaas hebben we in dat armoedebeleid
niet altijd die groep in beeld, dus het is ook een oproep aan de wethouder om naar
die groep te kijken, die mensen die werken, zodat we daar ook
inkomensondersteuning aan kunnen leveren.
Voorzitter: Ik zie dat dit meerdere interrupties uitlokt. Ik geef nog een interruptie aan
de VVD en de PVV en D66. Daarna kunnen we door naar het college. Een korte
vervolgvraag van mevrouw Akkerman.
Mevrouw Akkerman: Dank u wel, voorzitter. In het rapport staat volgens mij ook
duidelijk dat het te maken heeft met de kosten die mensen gaan maken als ze gaan
werken. Zou het niet een oplossing kunnen zijn om de lasten binnen de gemeente,
zoals woonlasten, parkeertarieven, dat soort zaken laag te houden zodat het verschil
verkleind?
Voorzitter: De heer Van Zoelen.
De heer Van Zoelen: Wat betreft de woonlasten ben ik het zeer mee eens. Ook als je
ziet naar de aanbevelingen bij het energiezuinig maken van de woningen ben ik ook
zeer mee eens. Als het gaat om de parkeerplaatsen: ik ben blij dat de het OV voor
minima gratis OV gaat zorgen. Dat kan helpen. In de plaats van een dure auto of wat
dan ook kan je ook kijken of je andere vormen van vervoer heb. Ik weet ook dat de
gemeente bezig is met maatwerk. Als er gezinnen zijn die wel een auto nodig
hebben dat er naar gekeken wordt van hoe dat gefinancierd kan worden. Ik weet van
de verhalen die ik hier hoor dat de gemeente in Groningen daar ook goed op weg is.
Dat betekent niet dat je dan in het algemeen de parkeertarieven moet verlagen, want
het zijn dan meestal regelingen waarmee je de meer vermogende mensen mee
bedient.
Voorzitter: Dank u wel. Ik ga door naar D66. Geen vraag meer? Goed, dan gaan we
door naar de PVV voor de laatste interruptie aan de heer Van Zoelen.
Mevrouw Blauw: Dank u, voorzitter. Even als vervolgvraag op de VVD. U had het net
ook over een beetje gechargeerd en niet echt heel netjes uitvreters. U gooit wel een
hele groep op elkaar. Dat doe je ook bij een groep die keihard werkt en die buiten de
boot valt. Die doet u een beetje tekort. In het kader van werken moet lonen bent u
daar dus dan niet mee bezig. Als u geen onderscheid maakt tegen werkende
mensen en mensen die niet werken en wel kunnen werken, want u gooit alles op één
hoop.
Voorzitter: Mevrouw Blauw, wilt u tot een vraag komen aan de heer Van Zoelen?
Mevrouw Blauw: Dat was mijn vraag.
Voorzitter: De heer Van Zoelen.
De heer Van Zoelen: Ik heb, voorzitter, een opmerking gemaakt over partijen die alle
mensen op één hoop gooien. Dat zijn mensen die gebruik maken van
armoederegelingen, dat het profiteurs zijn. Of eigenlijk mensen die dan niet zouden
willen werken. Dit gaat over een inkomenstoeslag die je krijgt als je in langdurige
werkloosheid zit of armoede hebt. Dat zijn juist mensen die niet altijd kunnen werken,
die niet zelfredzaam zijn. Mijn partij gooit die mensen niet op één hoop. We zien ook
juist dat dit onderzoek gericht is op mensen die in bepaalde mate zelfredzaam zijn,
dus mensen die goed met geld kunnen omgaan. Ik vind het jammer dat een partij als
de PVV hier zegt bij zo'n onderzoek van ja, dit zijn mensen die zouden moeten
werken, terwijl juist het probleem is dat het niet voor iedereen is weggelegd.
Interessant voor jou
Woordvoering: Broedplaatsenbeleid
Lees verderWoordvoering: Routekaart CO2 neutraal
Lees verder