Woord­voering: Kader jeugdzorg

De heer Pechler (Partij voor de Dieren): Dank, Voorzitter. Nu ben ik nog een beetje wakker. Het vier uur durende rondetafelgesprek over jeugdzorg was vorige week een lange zit, maar met alle verschillende perspectieven die aan bod kwamen vanuit grote en kleine jeugdhulpaanbieders, de WIJ-ervaringsdeskundigen en de ombudsman was het absoluut het beurse zitvlees waard. Op die manier bijgepraat worden door mensen uit het veld vergroot onze kennis en inzicht als raad. Bij deze nog mijn dank aan de initiatiefnemers, D66 en GroenLinks, en natuurlijk aan iedereen die eraan heeft bijgedragen. Veel wat verteld werd, raakte aan zaken waar we als gemeente al langer mee bezig zijn. 

In onze prestatiemaatschappij is het al gauw een probleem als een kind niet optimaal mee kan komen en wordt er door ouders en verzorgers gekeken naar jeugdzorg voor het antwoord. Demedicaliseren en normaliseren is deel van het antwoord op deze problematiek, maar moet niet gezien worden als iets dat alleen gemeenten of zorgaanbieders hoeven te doen. Ook ouders en jongeren en eigenlijk de samenleving als geheel moet weten, accepteren en uitdragen dat het niet altijd goed kan gaan. Dat niet iedereen altijd maar optimaal hoeft te presteren en dat alle ouders en verzorgers wel eens met hun handen in het haar zitten over de opvoeding en het gedrag van hun kind. Als ouders en jongeren een eigen sociaal netwerk hebben waarin taboes worden geslecht, onderwerpen bespreekbaar worden gemaakt en waarin wordt gespard en overlegd met anderen, zal in veel gevallen een zwaardere hulpvraag voorkomen kunnen worden. 

Als kinderen met een slechte sociaaleconomische achtergrond gelijkwaardige kansen krijgen voor zelfontplooiing, ook op het vlak van sport en cultuur zoals we in Groningen doen, worden ze weerbaarder en is de kans groter dat een tegenslag niet doorwoekert tot een ernstig probleem. Die brede preventie is precies waar dit college met dit kader en dit fonds op voorsorteert. Met preventie in brede zin, zoals de heer Rebergen net al zei, voorkomen dat problemen ontstaan en voorkomen dat bestaande problemen escaleren. De Partij voor de Dieren steunt de doelstellingen van het voorstel en we kunnen ons vinden in het wetenschappelijk onderbouwde afwegingskader. Aansluiten bij de leefwereld en culturele achtergrond, onderlinge samenhang en met mensen, niet over mensen. 

Daarom is het goed om te lezen dat er sowieso een ervaringsdeskundige en jongeren worden toegevoegd aan de reflectiegroep. Interventies monitoren en vervolgens of behouden of afschaffen, is precies wat we nodig hebben. In Nederland zijn we ontzettend goed in nieuwe pilots en projecten, maar het is in veel gevallen een steeds groter wordende berg aan methodes en interventies waarbij het kaf niet altijd van het koren wordt gescheiden. Het is goed dat het college bewust kiest voor een collectieve aanpak, want het is een collectief vraagstuk hoe we onze individualistische maatschappij hebben ingericht. Tot zover, Voorzitter