Woordvoering: Kwaliteit leefomgeving en duurzaamheid
Vragen en interrupties
Het college stelt in de begroting dat het onderzoek wil
doen naar monovergisting van mest in het landelijk gebied. De Partij voor de Dieren
wil graag van het college weten of het college het met de Partij voor de Dieren eens
is dat we de productie van mest bij de bron moeten aanpakken, dat we misschien toe
moeten werken naar een duurzame en verantwoorde landbouw en dat
mestvergisting daar geen rol in heeft?
Niet uit venijn, maar wel uit interesse. Er is natuurlijk al
eerder een motie over aangenomen. Ik ben heel benieuwd naar de overweging van
GroenLinks. Gaat het dan over de inkoop van bloemen als geschenken en cadeaus?
Woordvoering
de heer Hekkema (PvdD): Met de staat van de wereld zou je je kunnen voorstellen
dat je niet per se hoop vindt in alles wat er om ons heen gebeurt, maar dat je dan de
hoop moet vinden in een gemeentebegroting is dan wel grappig. Dat is het positieve
van het verhaal, want er staan allerlei hele positieve en mooie maatregelen in onze
gemeentebegroting. Ik denk dat GroenLinks en de ChristenUnie daar al een mooie
opsomming van hebben gegeven. Ik zou vanuit de Partij voor de Dieren nog een
paar dingen willen toevoegen, ook met de mogelijkheid om misschien in een motie
tijdens het begrotingsdebat nog een aanscherping te doen op alles wat we al doen.
We zien als fractie misschien nog wel mogelijkheden om
de leges voor het vellen van een houtopstand, het kappen van een boom,
kostendekkend te maken en dus te verhogen. Misschien kunnen we tegelijkertijd
onderzoeken of we de leges voor groene daken, groene gevels en andere
vergroeningsmaatregelen kunnen verlagen. Zo zorgen we ervoor dat het vellen van
een houtopstand kostendekkend wordt zodat we de drempel om een boom te
kappen misschien verhogen en het tegelijkertijd ook makkelijker en goedkoper
maken om vergroeningsmaatregelen te treffen. We willen het college vragen om daar
een reactie op te geven. Het is ook een aankondiging vanuit ons om daar een motie
op in te dienen.
Ik zou ook graag van het college willen weten hoe het
ervoor staat met de motie Gifvrij, iedereen blij. Die hebben we tijdens het
voorjaarsdebat ingediend en onze fractie vindt het heel belangrijk dat we echt goed
uit gaan zoeken hoe we uitvoering kunnen geven aan deze motie. Het is ontzettend
belangrijk dat als wij onze gemeente verder gaan vergroenen, we dat doen met
biologische en gifvrije planten.
Voorzitter: U heeft een interruptie van de heer Moerkerk.
de heer Moerkerk (Stadspartij 100% voor Groningen): Dank u wel, voorzitter. Het is
misschien een klein ding, maar het gaat over de bomen. Ik ben het met u eens dat
een boom niet zomaar gekapt moet worden, maar de gemeente is toch aan de bal bij
het geven van die vergunning? Je vraagt toestemming en de gemeente kan het
weigeren als die boom in orde en niet ziek is of dood gaat. Is die boom ziek of dood,
dan mag hij gekapt worden en dan is dat misschien niet kostendekkend. Niemand in
de stad doet het volgens mij omdat diegene een boom haat. De gemeente is zelf aan
de bal.
Voorzitter: De heer Hekkema.
de heer Hekkema (PvdD): Voorzitter, ik snap de redenatie van de heer Moerkerk.
Het is wel zo dat veel bomen in particuliere tuinen ook wel eens worden gekapt
vanwege redenen waar ik het inhoudelijk niet mee ben en waar deze gemeente het
waarschijnlijk inhoudelijk soms ook niet mee eens is, maar wel een vergunning voor
geven. Als we die leges verhogen, zorgen we ervoor dat we het geld wat we extra
hebben of krijgen misschien voor andere doeleinden kunnen inzetten en het zo
vergroening in de hand werkt.
de heer Hekkema (PvdD): Ik zal doorgaan, want ik heb nog twee andere punten. Ik
zou het college ook willen vragen om vaart te maken met het doelsoortenbeleid. We
zien dat er veel bouwprojecten in de stad plaatsvinden en dat we, op het moment dat
we ergens houtopstand vellen, we daar een hele uitgebreide procedure voor volgen
met een boomeffectanalyse. Daarna denken we niet heel goed na over hoe
specifieke diersoorten weer terug kunnen laten keren in die wijken of projecten, of
soms op het niveau van straten.
de heer Hekkema (PvdD): Ik denk dat we met een doelsoortenbeleid heel goed
inzichtelijk kunnen maken dat sommige plekken wat geschikter zijn voor egels en
bepaalde vogelsoorten en dat andere plekken misschien geschikter zijn voor
steenmarters en andere dieren.
de heer Hekkema (PvdD): Op die manier kunnen we de biodiversiteit op dat niveau
versterken. Ik denk dat het kan helpen om op dat niveau ook bij te dragen aan de
biodiversiteit en de vergroening van de gemeente, ook om de leefruimte voor dieren
op die manier te versterken. Dan het laatste punt. Ik ben blij met het antwoord van
het college dat het niet de intentie is om echt onderzoek te doen naar mestvergisting,
want zoals het college zelf ook al aangaf is er niets duurzaams aan de productie van
mest en dus ook niets duurzaams aan het gebruiken van die mest om daar
duurzame energie mee op te wekken.
Voorzitter: U heeft een interruptie van de heer De Waard.
de heer De Waard (SP): Dank u wel, voorzitter. Ik ben blij om te horen dat u wat
hoop uit de begroting haalt. Ik ken nog een ander boek waar u hoop uit kunt putten.
Voorzitter, ik heb een vraag aan de Partij voor de Dieren. Ik hoor u veel spreken over
de ruimte voor dieren in onze groene omgeving. Bent u het met me eens dat we
onze groene omgeving ook zouden moeten inzetten en moeten gebruiken als een
ontmoetingsplek voor mensen?
Voorzitter: De heer Hekkema.
de heer Hekkema (PvdD): Voorzitter, het antwoord op de ChristenUnie is dat ook
hand in hand kan gaan. Als we goed nadenken over landschapsinrichting, kan dat
heel mooi samengaan met menselijke invloed, maar misschien niet meer met alle
andere dingen die we in openbare ruimte doen, zoals het parkeren van auto's. Er is
veel ruimte waar mensen en dieren goed samen kunnen leven. Dat is het einde van
mijn woordvoering.
Interessant voor jou
Woordvoering: begroting Sport en bewegen
Lees verderWoordvoering: begroting Economie, werk en inkomen
Lees verder