Woord­voering: begroting Economie, werk en inkomen

Vragen en interrupties:
De heer Van Zoelen: Helemaal eens dat elke ondernemer impact heeft. Dat kan
goede impact zijn en fouten impact. Ik ben benieuwd welke impact de VVD
prefereert.

De heer Van Zoelen: Dank. Via de Voorzitter: ik werd getriggerd door het woord
werkgelegenheid, impact op werkgelegenheid. We hebben op dit moment een
probleem met Young Capital. Dat er te weinig mensen zijn. Is dat een factor wat nu
veel prioriteit heeft? Dat een ondernemer werkgelegenheid creëert? Terwijl heel veel
ondernemers om personeel staan te springen?

Woordvoering:

De heer Van Zoelen: Dank, wij zijn heel erg blij met de intensivering op het gebied
van armoede. De regelingen die wij hebben. De inkomenstoeslag en wat we
voortzetten uit voortgaande jaren dat we een vangnet willen hebben. Dat we vier
miljoen extra hebben. Dat wij mensen daarmee verlichten en armoede generatie op
generatie proberen tegen te gaan. Armoede raakt natuurlijk met werk en inkomen.
Als je werk hebt, ga ik je minder snel in armoede. Tegenwoordig zie je dat zelfs als je
werkend bent, je ook in armoede kunt verkeren. Het heeft onze blijvende aandacht
nodig.
Het blijkt dat ondanks dat er veel vacatures zijn en veel werk is,
er nog steeds mensen zijn die niet aan de bak kunnen komen. Dat ondernemers
deze mensen niet aan aannemen. Gelukkig hebben we daar opvang voor. We
hebben de basisbaan. Dat is mooi. Wij zijn benieuwd of we de basisbaan kunnen
inzetten in de dierenopvang waar veel vrijwilligerstekorten zijn. Zo zie je overal
tekorten aan mensen die vacatures kunnen vervullen.
We denken na over Human Capital: hoe zet je in op bepaalde
gebieden? Als je investeert in werkgelegenheid, ben ik benieuwd naar: wat vind je
belangrijk? Wat vinden wij belangrijk als gemeente? Is dat horeca, of is dat handen
aan het bed? Is dat in de zorg? Of is dat op school een conciërge zijn? Ik denk dat
het belangrijk is om daar keuzes in te maken.
Zeker als ik zie dat er nu een agenda vrijetijdseconomie bij
komt. Dat we een bruisende stad willen. Dat is dezelfde groep mensen die al die
vacatures moeten vervullen. Die mensen zijn er simpelweg niet meer. Het is
belangrijk dat wij daar volgend jaar goed over na gaan denken.

Voorzitter: U heeft een interruptie vanuit de VVD.

Mevrouw Akkerman: Dank u wel, Voorzitter. Ik ben benieuwd of de Partij voor de
Dieren vindt of wij uitmaken wat belangrijk is of dat de inwoners van deze stad dat
uitmaken. Zij vinden misschien allebei belangrijk: dat je een biertje kunt drinken en
dat als je ziek wordt, je goede zorg kunt krijgen.

Voorzitter: De heer Van Zoelen.

De heer Van Zoelen: Ik denk dat wij daar keuzes in kunnen maken. Als je weet dat er
op scholen geen leerkrachten meer zijn of dat er geen opvang mogelijk is en dat
kinderen met taalachterstanden zitten, dan denk ik: dat is misschien belangrijker dan
een biertje serveren op het terras. Uiteindelijk kiest iedereen zelf. Dat is voor ons een
belangrijk punt om over na te denken.

Voorzitter: U krijgt nog een interruptie van Student en Stad.

De heer Swets: Dank, Voorzitter. Het is me niet helemaal duidelijk hoe de Partij voor
de Dieren daar op gemeentelijk niveau wil sturen. Gaan wij tegen
horecaondernemers zeggen: je mag niemand meer aannemen, want we willen liever
dat die mensen in de zorg gaan werken? Hoe ziet de heer Van Zoelen dat voor zich?

De heer Van Zoelen: Er komt een agenda vrijetijdseconomie. Daar komt
waarschijnlijk een hele invulling van. Daar gaan we op inzetten. We gaan kijken
welke ondernemers, of we gaan ons vestigingsklimaat verbeteren. Op een of andere
manier zijn we ermee bezig. Dan krijg je ook zo'n vraag: hoe ga je die vacature of die
arbeidsplaatsen vervullen? Dan wil ik overstappen op hetzelfde onderwerp. In het
winkelcentrum in Beilen stopt nu een bakker vanwege personeelstekort en hoge
huur. Ook de speelgoedwinkel gaat daar weg. Die problematiek verschuift naar de
wijken.

De heer Van Zoelen: Wij maken ons zorgen over hoe dat gaat bij winkelcentra. Daar
wil ik graag een reflectie van de wethouder op: hoe wij daar op kunnen inspelen. Tot
slot, de wethouder had het in de beantwoording over innovatie. Dat we daarop
inzetten. We hebben een tijd geleden een motie ingediend over innovatie
proefdieren. In de media zagen we dat het bij de Rijksuniversiteit nog steeds niet is
gelukt om het aantal proefdieren terug te dringen. We zijn benieuwd of die gang van
innovatie wordt voortgezet. Behalve bij de onderzoeks- of de kennisinstellingen. Wij
hebben onze hoop dat we daar in de toekomst scherp op blijven.