Woord­voering: LPA versterken en vernieuwen

1e termijn: De heer Van Zoelen Partij voor de Dieren: Dank u, Voorzitter. Het is van deze plek
moeilijk om een rapport te beoordelen. Ik kan me voorstellen dat heel veel inwoners
met vragen zitten, met adviezen en rapporten die ze krijgen. Is er genoeg capaciteit,
of mensen waar je vragen kan stellen over die rapporten en daar met andere
mensen je gedachten over kan delen, want ik heb toch de indruk, dat het steeds
dezelfde soort verhalen en vragen zijn die we krijgen en of dat wel voldoende op
orde is.

De heer Van Zoelen Partij voor de Dieren: Die vraag is deels ook door de andere
vraagstellers beantwoord en dat ging over van: als je vragen hebt over die rapporten,
waar kan je terecht? Het is heel goed dat de wethouder langs gaat en dan die vragen
doorspeelt maar dat is natuurlijk niet de route en dat zou de NCG moeten oppakken.
Ik hoor dat er dingen misgaan, zoals bijvoorbeeld dat daar geen reactie mogelijk
heeft geweest is op zo'n advies waar ik ben. De wethouder zegt van: dat gaan wij
meenemen. Mijn vraag was, wat is de formele route voor mensen die vragen
hebben, had dat niet al lang geregeld moeten zijn? De wethouder zegt: ik geef dat
mee aan de NCG maar moet dat nog meer zijn dat we die mensen een goed gevoel
geven. Nee, zij moeten die vragen goed beantwoorden. Komt dat in orde?

2e termijn:

De heer Van Zoelen Partij voor de Dieren: Dank u, Voorzitter. We hebben nu een
tussentijdse evaluatie, daar hebben we ook als raad om gevraagd. Hoe staat het nu?
Want we liepen achter en al lezende werd ik nog niet heel veel wijzer van, maar het
lijkt op schema te zitten. Ik fronste toch wel even bij de versterkingsadviezen en bij
de tabelletjes. Mevrouw Pestman refereerde daar ook al aan: één huis bij Woltersum
zo uit mijn hoofd, 300 huizen, wat moet gebeuren en 130 moeten er nog komen en
mensen zouden niet bereikbaar zijn. Dat levert wel bezorgdheid op van hoe dat
plaatje er straks uit gaat zien aan het eind van het jaar. Ik denk dat we pas dan
weten hoe het ervoor staat. Er is veel gezegd, we hebben in het eerste termijn
duidelijk de problemen gezien rond de rapporten en dat daar veel vragen om zijn. Ik
ben blij dat de wethouder daar achteraangaat. Ik ben ook blij dat we als raad die
dorpsgesprekken doen en dat we blijven luisteren. Daarom denk ik dat deze sessie
heel goed is en dat we deze signalen ook weer meenemen. Dat is wat ik wil zeggen
daarover. Wat we al eerder hebben aangekaart is de ongelijkheid, de ontwrichting
die uitgaat van de mijnbouwschade dat de ene een nieuw huis krijgt, een ander een
versterkingsadvies en de een ander advies, dat koppelkansen niet goed gaan. Dat
zijn verschillen die straten ontwrichten en wrevel oplevert. Dat levert ongelijkheid op,
maar dat is één deel van de ongelijkheid, een ander deel van ongelijkheid is
bijvoorbeeld mensen die al helemaal geen huis hebben en daarvoor is dit hele
probleem ook misschien wel een parallel universum. Mensen die schade aankaarten
voor een huis en die zelf geen huis hebben. Het is de ontwrichting van dorpen en
wijken en bijvoorbeeld starters die niet meer een nieuw huis kunnen kopen in Ten
Boer of Woltersum omdat de woningbouw daar vertrekt. Dat is het hele probleem van
de aardbeving, dat het ontwricht, en dat is die ongelijkheid die we in kaart moeten
brengen. We hopen dat de wethouder dat, naast die landelijke inzet die daarop
plaatsvindt, hier goed in kaart brengen wat het heeft gedaan met die met die dorpen
en wijken die nu zo te lijden hebben? Het heeft vele aspecten. Ik laat het hierbij.