Woord­voering: Nota Kosten­verhaal


28 februari 2024

Interruptie als reactie op PVV:

Terence van Zoelen: Laten we een vraag stellen over de linkse hobby's, over klimaatverandering en klimaat. Dit wordt een linkse hobby genoemd. Daar wil ik een vraag over stellen. Als de planeet verandert, als we het hebben over verandering van klimaat, meer water, waardoor we investeringen moeten doen aan wegen en dat het kosten met zich
meebrengt. Die kosten moeten opgebracht worden. Het maakt niet uit of je links of rechts bent. Iemand zal dat moeten betalen. We zouden ons toch financieel moeten weren om daar
iets tegen te doen? Is de PVV het daar niet met mij eens? Dat je dit daarom geen linkse hobby kan noemen?

Woordvoering (debat):

De heer Van Zoelen: Ik had een vraag aan mevrouw Sloot. Maar goed. Goed raadsvoorstel. Het wordt geformaliseerd. Die afspraken waren er al. Nu kunnen wij beslissen over wat we
met dat geld gaan doen. Dat zou namens mijn partij zijn. Dat zullen wij in de raad inbrengen: meer groen, aandacht voor de dieren die in een leefomgeving leven. Ik wil me aansluiten bij
de introductie waar de heer Sietsma de woordvoering mee begon. Het is absurd dat het eigendom is op grond en dat daar veel geld mee wordt verdiend. Dat daar een marktwerking
op zit. We zien het in allerlei gebieden terugkomen. Ondernemers hier in de binnenstad en overal die failliet gaan. Ze kunnen de huren niet meer betalen. Er zit een verdienmodel in.
Als ik de partijen hoor: we geloven in die marktwerking. We zien, dat moet gevoed blijven worden en we mogen daar niks in interveniëren. Die mensen moeten daar geld mee kunnen
blijven verdienen. Het is niet meer dan terecht dat we een bijdrage terugvragen.

Voorzitter: Dat levert een vraag op van mevrouw Blauw.

Mevrouw Blauw: Als ik uw betoog hoor, bent u tegen geld verdienen of dat mensen winst maken en dat mensen het beter hebben dan anderen. Dat vind ik een socialistisch, ik durf
het bijna niet te zeggen, communistisch gedachtegoed.

De heer Van Zoelen: Grond, de aarde waar wij op leven, wordt gebruikt door mensen, dat wordt gebruikt door dieren, door alles. Dat dat in het bezit is van een mens en dat hij daar
geld mee kan verdienen en doen wat hij daarmee mee wil. Er leven wezens op die niks met geld te maken hebben. Ik denk dat wij daarbij stil moeten staan. Dat er mensen zijn die de
mogelijkheid hebben om veel geld te verdienen. Als we kijken naar de praktijk, je moet tweeverdiener zijn om een koophuis te kunnen komen.

Voorzitter: Voordat we gaan kijken naar de praktijk, levert het een vervolgvraag op
van de VVD.

De heer Heiner: Voorzitter, volgens mij wordt er vergeten dat er mensen werken bij die bouw. Er werkt een stukadoor. Er werkt een schilder. Allerlei gezinnen worden gevoed
door het werk dat mensen doen. Dat geld wordt verdiend door die ontwikkelaar. Er wordt gedaan alsof er één iemand is die in een of andere toren zit en in een Maserati rondrijdt van het geld dat verdiend wordt. Dat is niet waar. Hoe kijkt de Partij voor de Dieren daarnaar?

De heer Van Zoelen: Mensen kunnen werken door sociale huurwoningen te bouwen. Als we collectief grondbezit hebben, als we dat eerlijk verdelen... Er is genoeg ruimte voor iedereen.
Er is genoeg werk voor iedereen. Er is genoeg werk voorhanden om voor iedereen betaalde woonruimte te verdienen. Er is een heilig geloof in die marktwerking, met name bij partijen
als de VVD en de PVV. Die blijven geloven dat je daar, zonder een hand ervoor uit te steken, veel geld mee kan verdienen. Daar gelooft mijn partij niet in.

De heer Van Zoelen: U heeft een aantal vragen. Ik ga er twee toestaan. Mevrouw Sloot mag een vraag stellen en mevrouw Blauw gelijk daarna. U kunt daar gezamenlijk op reageren en
tot een afronding van uw betoog komen.

Mevrouw Sloot: Voorzitter, ik deel de afschuw van het feit dat tegenwoordig met zijn tweeën een goede baan moet hebben om een huisje te kunnen kopen. Weet u dat dat te maken
heeft, via de voorzitter, met alle hoge lasten die wij moeten betalen? Onze belasting over ons inkomen. Partijen als die van u vinden dat we te veel verdienen met zijn tweeën en geen koophuis zouden moeten hebben. We zijn te rijk en we moeten delen. Kunt u zich voorstellen dat voor die tweeverdieners...

Mevrouw Sloot: Ik ga u eraan herinneren dat wij hier dat we hier, hoe graag we het willen, niet inkomstenbelasting betalen. Laten we het hebben over het onderwerp waar we het over
hadden.

Mevrouw Sloot: Mijnheer van de Partij voor de Dieren heeft het altijd over het hele land, over het hele klimaat, over de hele wereld. Ik mag het over dit land hebben. Kunt u zich
voorstellen dat die tweeverdieners niet gebaat zijn bij die hoge belastingen die u ze vraagt?

Voorzitter: Gelijk de vraag van mevrouw Blauw er achteraan, die ze gaat stellen. U kunt ze beantwoorden en door met uw betoog.

Mevrouw Blauw: Het is in het verlengde van wat mevrouw Sloot zegt. Als ik uw verhaal hoor, wordt het tijd dat de PVV dit land gaat besturen. Het komt zo niet goed. Bent u het met mij
eens, met uw betoog en met wat u zegt, dat hier de economie niet op kan draaien?

Voorzitter: Ik heb geen betoog gehouden. Ik neem aan dat de heer Van Zoelen gaat antwoorden op de vragen en zijn betoog gaat afronden. Partij voor de Dieren.

De heer Van Zoelen: Exemplarisch deze twee vragen. Dat heilige geloof in het economische systeem en die theorieën. Het is een geloof. Je kan anders denken. Ik vond het betoog of de
introductie van de heer Sietsma goed. Er wordt veel geld verdiend op grond. Het lijkt mij goed dat we iets terugvragen voor onze openbare voorzieningen. Er verandert niet veel. We
hebben het geformaliseerd. Laat ik het hierbij houden.

Interessant voor jou

Woordvoering: Nota Zandwegen

Lees verder

Woordvoering: Zandwegen

Lees verder

Help mee aan een beter Groningen!

    Word actief Doneer