Woord­voering Onderwijs & Welzijn 15 juni 2016

B1 Voortgang Stad adviseert
Nog onze dank voor de presentatie van afgelopen maandag.

Wat een sterke kant is van deze nieuwe adviesstructuur is dat het een organisatie is van een relatief grote groep inwoners van allerlei pluimage die hun deskundigheid in willen en kunnen zetten om ons gemeentelijk beleid beter te maken. Juist de brede vertegenwoordiging is van grote waarde in deze. Ook de constante ontwikkeling is goed zodat meerdere experts kunnen aansluiten en hun steentje kunnen bijdragen. Zaak is wel de huidige experts te koesteren en te waarderen voor hun input. Ik zeg niet dat dat niet gebeurt of gaat gebeuren, maar het is wel iets om alert op te blijven.

Wat wij ook belangrijk vinden is, en dat hangt met het vorige samen, dat er respectvol omgegaan wordt met de voormalige adviesraden. Maar dit lijkt te zijn gedaan door de kwartiermakers. Zo blijven bijvoorbeeld de adviesraad gehandicaptenbeleid en het wmo platform beide op eigen wijze nog betrokken en vinden wij dat de betrokken adviseurs telkens opnieuw actief betrokken dienen te worden.

B2 Fusie KCG en Muziekschool
De Partij voor de Dieren vindt muziekonderwijs erg belangrijk in de ontwikkeling van jeugd, maar ook van volwassenen. Een stad als Groningen vaart wel bij een gedegen muziekschool die met haar tijd meegaat. En dat laatste is momenteel een beetje lastig, begrijpen wij uit het stuk en ook bij navraag.

Er zijn, als voorwaarde voor de lening tbv de fusie afspraken gemaakt om het personeel te behouden of via de gemeente ‘binnen te houden’. Dat is heel sociaal.

Echter lijkt nu, zoals wij het begrijpen, een deel van het personeel niet mee te kunnen met de ontwikkelingen van de moderne tijd die vragen om een andere benadering van het muziekonderwijs. Vrijdag geeft aan van alles te hebben gedaan om hen toch bij de tijd te houden, cursussen, training, begeleiding, noem maar op. Hartstikke goed.

Toch heeft dit niet mogen baten en is een deel van het personeel volgens Vrijdag niet voldoende aangepast om de nieuwe tijd aan te kunnen. Dus Vrijdag en de gemeente daarmee ook, komen in de knoop met de gemaakte afspraak. Daarom het voorstel dat nu voorligt. Het geld dat nu terugbetaald moet worden zou dan gebruikt worden om het overbodige personeel af te laten vloeien.

Als ingestemd wordt met dit voorstel komt Vrijdag zelf er goed uit. De gemeente iets minder. Maar het bedrag dat de gemeente nu terug gaat betalen wordt voor een deel uit de AER voorzieningen getroffen. Dat maakt de impact voor de gemeente natuurlijk minder groot. Maar voor de betrokken medewerkers blijft het natuurlijk een nare zaak. Nu lijkt het al met al alsof de lening iets te makkelijks is afgegeven, en dat vinden wij jammer.

B3 Realisatiebesluit Topsportzorgcentrum
De Partij voor de Dieren vindt sport een belangrijk middel om de volksgezondheid en de sociale cohesie te verbeteren. Daarom zijn wij voorstander van investeren in de breedtesport. Topsport vinden wij belangrijk, net als talent en talentontwikkeling belangrijk zijn voor een stad, maar voor ons als partij staat breedtesport an sich vooraan. Er wordt gesteld dat er bij de realisatie van het topsportcentrum een brug geslagen gaat worden naar de breedtesport en dat ook deze sport een plaats gaat krijgen binnen het centrum. Wij hopen dan ook dat dit daadwerkelijk een grote brug gaat zijn waarbij breedtesport een echt aanzienlijk grote plaats gaat krijgen. In het plan lezen we hier eigenlijk te weinig concreets over.

Daarnaast zijn wij geen voorstander van nieuwbouw op zich. Maar indien er toch nieuwbouw plaats vindt, zoals dat nu het geval gaat zijn, dan wel duurzaam en energiezuinig. Deze manier van bouwen lijkt te worden gerealiseerd in het topsportcentrum, dus dat scheelt. We zijn blij dat de ecologische zone gerespecteerd wordt in het plan.

Qua verlengingen en leningen aan de euroborg kunnen wij ons aansluiten bij de woordvoering van de cda.

B4 Toekomst Martiniplaza
Natuurlijk goed dat 2015 een beter jaar is geweest dan de jaren ervoor. De aandacht die is besteedt aan kostenbeheersing lijkt op meerdere punten goed uit te pakken.

Er worden door PBLQ een aantal adviezen gegeven. Het onderzoek oogt gedegen, en de adviezen kunnen wij volgen. Wat wij erg belangrijk vinden is dat eventuele risico’s, die bij een onderneming als deze helaas groot zijn, toch zoveel mogelijk worden vermeden. De risicoanalyse waar PBLQ over spreekt zou inderdaad op het best vooraf en periodiek worden uitgevoerd zodat per risico bepaald kan worden om taken uit te zetten of dichtbij te houden.

Ook het advies wat betreft rechtspersoon lijkt volgens ons een goede. Dus de gemeente met een rol in het bestuur van de op te richten te stichting bijvoorbeeld.