Woordvoering Ruimte & Wonen 16 november
B1 Reclamebeleid 2016 (raadsvoorstel 27-10-2016)
Uniformiteit, handhaving , energie/duurzaamheid, regelgeving. Ik wil wel vooruitstrevend zijn
en hoef de stad niet reclame vrij te houden, maar de historische binnenstad is wel wat anders. Daar moet je wel voorzichtig mee zijn..
Natuurlijk wil je als bewoner niet ineens een enorme lichtbal naast je slaapkamerraam, dus qua zelfregulering ligt daar nog wel een aandachtspunt, maar GroenLinks noemde dat net ook al en daar kan ik mij bij aansluiten. Een groot punt van ergernis is de gele M die overal hoog boven uit torent. Kunnen we daar niet wat aan doen?
B2 Ontwikkelstrategie voormalig Suikerunieterrein (raadvoorstel 28-10-2016)
Wij volgen de ontwikkeling van het Suikeruinieterrein op de voet. Sterker not, samen met GroenLinks hebben wij een initiatiefvoorstel ingediend aangaande Tiny houses waarbij we wellicht het suikerunie terrein in ins achterhoofd kunnen houden.
Er zijn goede ontwikkelingen gaande lijkt het:
Suikerfabriek als SMART City bijvoorbeeld waarbij klassieke nutsvoorzieningen veranderen in een andere, meer hedendaags aanbod van elektriciteit, internet, water en riolering. Het klinkt mij als muziek in de oren. Het terrein van de Suikerfabriek leent zich voor dit experiment. We zien immers nu al dat partijen samenwerken om van werkplaatsen, o.a. biologisch horeca, podia, eetbare tuinen, festivals en studio's een energiepark te vormen: de basis voor een volledig duurzame en zelfvoorzienende nederzetting.
Wat ons betreft is dat ook het uitgangspunt voor dit terrein. Ik weet dat we op korte termijn misschien niet veel geld zullen verdienen met hoe wij tegen dit terrein aankijken, maar op de
ange termijn zal dit een aanwinst voor Groningen zijn.
Uitgangspunt voor de toekomst qua energievraag is wat ons betreft dezelfde als hoe dat nu
op het terrein wordt opgelost. Dat kan bijv. door zon, wind, warmte/koude-opslag, biomassa,
vergisting op locatie. Geen aansluiting op het gas- en stroomnetwerk van Enexis. Dezelfde ambitie geldt voor het afvalwater dat vrijkomt op het Suikerunieterrein. (Er is voldoende ruimte op het terrein om dat ter plekke te verwerken, met helofytenfilters of in een lokale vergister op het terrein, waarmee energie kan worden geproduceerd. En ook is er geen aansluiting nodig op het gemeentelijke rioolstelsel.) Hiervoor moet een flexibel, faseerbaar infrastructuurnetwerk worden ontwikkeld, vergelijkbaar en gelijk oplopend met de bovengrondse ontwikkelingen.
Voor de warmtevraag kan worden gekozen voor een warmtenet of een netwerk voor groen gas dat op het terrein wordt geproduceerd (bijv. door een vergister). Dit past helemaal in een duurzame toekomstvisie en dat staat wat mij betreft bovenaan, belangrijker dan dat wie of wat er komt, moet dit het uitgangspunt zijn. Tiny houses passen daar dus ook prima bij.
Als ik de ambitieuze plannen lees word ik enthousiast en ik wil het college verzoeken ook echt te kijken naar de mogelijkheid van minder tijdelijkheid. We zie dat er veel mogelijkheden zijn die ook voor de toekomst mogelijkheden bieden. Het is kenmerkend dat afgelopen zomer (Paradigm en Timmerdorp) twee uitersten beiden op het terrein heel goed tot uiting zijn gekomen, los even van de overlast van paradigm, en dat is tekenend voor de toekomst denk ik. We hebben ook ‘angst’ gehoord voor concurrentie met Meerstad, maar daar ben ik helemaal niet bang voor.
Kortom: Creëer een stedelijk gebied met duurzame middelen die oorspronkelijk niet als stedelijk worden getypeerd, maar wel typisch passen bij dit terrein. Daar tegenover staat Meerstad die letterlijk afstand heeft tot de stad en een hele andere doelgroep zal trekken denk ik.
B3 Ruimtelijk kader voor het water, watervisie (collegebrief 2-11-2016)
Het zijn meestal mooie plaatjes, de boten in de grachten. Iedereen kent die Dickensachtige sneeuwfoto’s wel, gemaakt vanaf de A-brug of bij de Noorderhaven. Ik denk dat veel mensen blij zijn met de meeste woonboten in onze stad. Ze vormen sfeer in de stad en horen er gewoon bij.
Er heerst bij veel mensen een soort van nostalgie als men praat over de grachten en het stadse water. Leven in en rond het water spreekt aan. Groningen heeft volgens dit stuk de ambitie om zich opnieuw sterker als stad aan het water te presenteren en de ruimtelijke, recreatieve en economische potentie van het water in de stad beter in te zetten. Ook wij als partij willen het water meer be-leefbaar en toegankelijk maken en functie, gebruik en ruimtelijke inrichting op en langs het water daar beter op afstemmen.
We zien een aantal hoofdlijnen om dit te bereiken dan ook wel zitten:
-Water meer toegankelijk en beleefbaar maken,
-Streven naar het verbeteren van de inrichting op en direct langs het water. Daarbij past
meer contact met het water, meer verblijfskwaliteit op en aan het water,
Het water moet net als de binnenstad 'van iedereen' worden.
Als ik dit stuk verder lees zie ik mooie ambities waarbij wonen op het water als woonvorm niet afneemt, door in te zetten op de ontwikkeling van nieuwe locaties waar wonen op het water mogelijk wordt. Klinkt mooi, maar.. Ik ben geen waterbewoner en keek er in 1e instantie positief naar. Nu ik de reacties heb gelezen en gehoord van bewoners en andere insprekers krijg ik een ander gevoel. Een aantal zaken vallen mij hier in op:
Er moeten dus mensen weg in de Diepenring, Zij moeten hun woonplaats opgeven.
en; Waarom zou de gemeente zo onzorgvuldig met bewoners van de diepen ring omgaan wordt
er gesteld door de 2e inspreekster. Zij lijken wonen op water niet als gelijkwaardige woonvorm te zien.
Dhr van Driel vraagt concreet, wanneer is er besloten dat er 39 boten wegmoeten? Dit lijkt mij ook wel een serieuze vraag. Het lijkt dat de bewoners te weinig betrokken zijn in het proces en dit vind ik verontrustend. Ik ben dan ook benieuwd naar de reactie van de wethouder over het gelopen proces en de burgerparticipatie.
Interessant voor jou
Woordvoering Onderwijs & Welzijn 16 november
Lees verderWoordvoering Financiën & Veiligheid 16 november
Lees verder