Woord­voering: Zondag­och­ten­dopen­stel­lingen

De heer Van Zoelen (Partij voor de Dieren): Dank, Voorzitter. Ook dank aan de inspreker en dank aan Broodje van Eigen Deeg met een overweldigende petitie van meer dan 3.000 ondertekenaars, waaruit blijkt hoe geliefd de broodjes van de bakker zijn. Het is uniek, dat is aan de indieners te danken en ook aan de petitie, dat wij specifiek voor deze ondernemer een debat voeren, waar natuurlijk een hele discussie uit voorkomt. Het is denk ik goed om die te voeren. Alleen ik hoor, als ik zo het debat volg, veel over de stad. Ik wil toch wel even ter herinnering noemen: we zijn niet meer een stad na de herindeling, we zijn een gemeente. Als we het hebben over de Groningen City Club, dan hebben we het over de ondernemers in de stad, maar we hebben ook ondernemers in de dorpen en in de wijken. Als wij de regels gaan aanpassen voor één specifieke ondernemer, dan geldt dat voor alle ondernemers. De vraag is of je dat moet willen en welke afwegingen je daarin maakt.

Voorzitter: Dat leidt tot een vraag bij de VVD.

Mevrouw Setz-Jacobs (VVD): Dank u wel, Voorzitter. Het is natuurlijk niet waar dat alles voor de hele gemeente geldt, want ik breng in herinnering dat u twee weken geleden een motie heeft aangenomen over een heel specifiek gebied waar regels gesteld worden. Echter, mijn optie, zou ik dan even willen toevoegen, zou zijn dat de vrijheid voor de ondernemer is en dat het in de hele gemeente geldt. Dan kan de ondernemer zelf kiezen en gaan wij hem ofhaar niet beperken in zijn vrijheid. Als u dacht dat mijn partij dacht dat het alleen om de stad gaat, dan wil ik dat hier in ieder geval graag rechtzetten. Dat wij diversiteit aanbrengen in onze regels in ons gemeentelijke grondgebied moet u toch bekend in de oren klinken.

Voorzitter: De heer Van Zoelen.

Dank voor uw hele woordvoering, maar ik weet niet wat de vraag is. We hebben het debat hier al gevoerd. Er liggen nu drie opties voor, waar wij uit moeten kiezen. We hebben het wel over één specifieke ondernemer en daar zit ook een hele problematiek achter: de hoge kosten, hoge energieprijzen, hoge huren, duur vastgoed in de binnenstad en concurrentie met supermarkten hebben we hier ook gehoord. Dat zijn allemaal factoren, die het voor deze specifieke ondernemer heel erg moeilijk maken. Er moet wel een oplossing komen, maar zoek dat anders. Ik vraag mij af of deze ondernemer of deze bakker wel op de juiste plek zit. Als we een discussie gaan voeren over daghoreca en horeca, kunnen we die beter anders voeren en in een context van winkeltijden in het algemeen plaatsen. Wij hebben geen religieuze opvattingen om dit wel of niet te doen, maar we zijn wel tegen een 24-uurseconomie.

Voorzitter: U heeft een vraag van D66.

De heer Rustebiel (D66): Die 24-uurseconomie is er nu ook. Er is concurrentie van online en van Flink die op zondag boodschappen bezorgd. Ik sloeg even aan op wat u zei over of deze ondernemer wel op de juiste plek zit. Wat maakt dat u een mening heeft over waar een zittende ondernemers zich wel of niet vestigt? Is het niet juist deze plek, die maakt dat die toeloop er is? Past het ook niet bij uw betoog dat dit soort kleine ondernemers juist ook in de binnenstad moeten zitten? Of spreekt u zichtzelf nu tegen, als ik terugkijk naar het debat van twee weken geleden.

De heer Van Zoelen (Partij voor de Dieren): Het blijkt dat deze ondernemer op deze plek niet uitkomt, dat het qua kosten niet uit kan. Het is een bijzondere straat met veel toeloop en ik vind het verbazingwekkend dat het niet uit kan. Dan blijkt ook wel weer hoe hoog die druk is. Ik denk ook dat dit voornamelijk komt door vastgoed wat hier de pan uit rijst. We moeten ook echt kijken, als we een discussie hierover voeren, naar wat nu echt de problemen zijn die hierachter zitten. Hoe kan het dat die kleine ambacht het niet redt? Ik denk dat we anders moeten kijken. De PvdA heeft er al voorstellen voor gedaan en het verbaast mij dat D66 niet dat probleem probeert te tackelen. Kijken, hoe in de plaats van 24 uur de klok rond te moeten werken om die hoge huren en wat dan ook te betalen, naar hoe bieden we ruimte voor kleine ondernemers, hoe brengen we die huren omlaag en hoe richten we de gemeente en binnenstad in, zodat die ondernemers wel kunnen overleven. Als ik even verder ga...

Voorzitter: Voordat u verdergaat, heeft u nog een vraag van mevrouw Goodijk.

Mevrouw Goodijk (Student en Stad): Ik deel uw zorg. We moeten inderdaad kijken naar hoe we die ondernemers kunnen helpen. Ik heb ook aangegeven bij de wethouder dat ik hier graag nog een sessie over zou willen. Echter, dat is voor nu niet helemaal de discussie, want u gaf aan: we gunnen ook juist die ondernemer een dag vrij. Er is hier een ondernemer die juist aangeeft, we werken sowieso zeven dagen in de week, want ons brood moet gebakken worden. Dat geldt uiteraard ook voor andere bakkers, want die hebben hetzelfde ambacht. Hoe kijkt u daarnaar? Juist de zondag zou een extra dag voor omzet kunnen zijn.

Voorzitter: De heer Van Zoelen. Ik wil u er ook op wijzen...

De heer Van Zoelen (Partij voor de Dieren): Ja, ik wil mijn punt maken. Eventjes heel kort om hier nu op te antwoorden. Het gaat hier om een hele specifieke ondernemer en een specifieke branche. Over de openingstijden in het algemeen. We hebben in het coalitieakkoord afspraken gemaakt. Het mooie van democratie is ook dat je een minderheid beschermd, u had het er net over. We hebben afspraken gemaakt. We hebben ook afspraken gemaakt over meer groen en meer dierenwelzijn. Dat zijn allemaal afspraken die je met elkaar maakt. Zo hebben wij ook afspraken gemaakt over dat wij niet de openingstijden gaan verruimen. We staan altijd open voor een dialoog daarover. Op dit moment in deze discussie willen we daar niet aan denken. Ik volg dan ook de lijn van de SP dat de kleine ondernemers hier niet bij gebaat zijn en dat je de deur niet op een kier moet zetten. Voor nu willen we het laten, zoals het nu is.