Schriftelijke vervolgvragen aanvraag omgevingsvergunning gemengd bedrijf Woltersum
Indiendatum: jun. 2019
Geacht college,
Op 10 april ontvingen wij van u de antwoorden op onze schriftelijke vragen betreffende de aanvraag omgevingsvergunning voor het uitbreiden van een pluimveebedrijf in Woltersum. Onder andere op basis van deze informatie, stellen wij u graag enkele vervolgaanvragen.
1. In de beantwoording van onze vragen schrijft u dat het bedrijf een goed voorbeeld is van innovatieve kringlooplandbouw. Welke definitie van kringlooplandbouw hanteert de nieuwe gemeente Groningen hierbij?
2. Bent u het met de Partij voor de Dieren eens dat er geen sprake is van een circulair systeem wanneer er 2x per week een vrachtwagen met krachtvoer wordt geleverd en één maal per twee weken een vrachtwagen met mest wordt afgevoerd? Op basis van welke gegevens stelt u dat het hier gaat om een voorbeeld van kringlooplandboouw?
3. Is het bij u bekend welk percentage van de mest op eigen land wordt afgezet en welk deel van het voer voor de kippen van het eigen bedrijf afkomstig is? Hoeveel voer en mest mag er worden aan en afgevoerd om nog te spreken van kringlooplandbouw?
4. Kippen zijn van nature bosdieren en zullen geen open veld of terrein betreden omdat ze zich daar onveilig voelen. Er zullen op strategische plekken bosjes, bomen en andere schuilplaatsen geplaats moeten worden. Bent u voornemens dit mee te nemen in de beoordeling van de aanvraag? Indien er geen bosjes en dergelijke zijn, bent u het met de Partij voor de Dieren eens dat dan in informeel opzicht geen sprake is van vrije uitloop en dat niet sprake is van een diervriendelijk bedrijf, omdat zonder struiken en boompjes de kippen niet naar buiten gaan omdat dit tegen hun natuurlijke gedrag ingaat?
5. Buurtbewoners geven aan geen kippen rond het bedrijf te zien. Is het bij u bekend of de 15 ha vrije uitloop waarover het bedrijf moet beschikken om de reeds aanwezige kippen Freiland kippen te mogen noemen, op dit moment zodanig is ingericht dat de kippen het terrein gebruiken?
6. De kippen zullen een deel van de vrije uitloop moeten delen met de op het bedrijf aanwezige paarden. Volgens welke regelgeving is dit geoorloofd? Hoeveel andersoortige dieren kunnen volgens deze regelgeving het terrein met Freiland kippen delen wanneer iedere kip 4 m² tot zijn beschikking moet hebben?
7. De op de plattegronden aangegeven percelen voor de vrije uitloop zijn niet allen in het bezit van het pluimveebedrijf en staan bij het kadaster bovendien beschreven als akkerbouw. Is er voor deze percelen een huurovereenkomst overlegd? Zo ja, zullen deze percelen (door middel van een bestemmingswijziging) een gebruikersfunctie krijgen die gericht is op het houden van Freiland kippen? Zo nee, waarom niet? Bent u het met de Partij voor de Dieren eens dat deze feiten helder moeten zijn, voordat de vergunningsaanvraag überhaupt beoordeeld kan worden? Zo nee, waarom niet?
8. In het bestemmingsplan buitengebied van de voormalige gemeente Ten Boer staat dat er een intensieve veehouderij aan het Eemskanaal Noorzijde gevestigd is. Kunt u bevestigen dat dit de pluimveehouderij betreft die om uitbreiding vraagt? Zo ja, waarom ziet u deze veehouderij niet als intensief?
9. Onlangs deed de Raad van State uitspraak over Het Programma Aanpak Stikstof (PAS). Het is hierdoor mogelijk dat bedrijven die voorheen alleen een vormvrije m.e.r. aanmeldnotitie hoefden aan te leveren, alsnog herbeoordeeld moeten worden. In hoeverre geldt dit volgens u voor dit bedrijf en kunt u dit toelichten? Bent u hierover reeds in overleg geweest met de provincie? Zo ja, wat waren hiervan de uitkomsten? Zo nee, waarom niet?
10. Bent u het met de Partij voor de Dieren eens dat bij een aanvraag voor een uitbreiding of een nieuw te bouwen veehouderij, waar het welzijn van veel dieren op het spel staat, de beoordeelaars/ambtenaren ook de situatie ter plekke zouden moeten beoordelen? Graag een toelichting.
Met vriendelijke groet,
Kirsten de Wrede
Partij voor de Dieren
Indiendatum:
jun. 2019
Antwoorddatum: 11 jul. 2019
Geachte heer, mevrouw,
Hierbij doen wij u ons antwoord toekomen op de door mevrouw K. de Wrede van de fractie Partij voor de Dieren gestelde vervolgvragen over de aanvraag omgevingsvergunning voor het uitbreiden van een pluimveebedrijf in Woltersum. Naar aanleiding van deze aanvraag heeft mevrouw K. de Wrede op 19 maart 2019 reeds vragen gesteld. Deze vragen zijn beantwoord in de brief van 10 april 2019. Naar aanleiding van deze brief en de aan haar toegekomen informatie zijn vervolgvragen gesteld. De brief van de vragensteller treft u als bijlage aan.
Op 21 december 2018 hebben wij een aanvraag omgevingsvergunning ontvangen voor de bouw van een pluimveestal met vrije uitloop. Het is een bestaande pluimveehouderij en deze heeft een vergunning voor het houden van 38.000 kippen, 100 runderen en 20 paarden. Het bedrijf wil het aantal legkippen uitbreiden met 20.000 en hiervoor een pluimveestal bouwen. Hiervoor is een omgevingsvergunning met een milieu- en bouwactiviteit nodig. Wij hebben de aanvraag nog in behandeling. Voordat een definitieve beslissing op de aanvraag wordt genomen, wordt de aanvraag voor 6 weken ter visie gelegd zodat een ieder zienswijzen kan indienen.
1. In de beantwoording van onze vragen schrijft u dat het bedrijf een goed voorbeeld is van innovatieve kringlooplandbouw. Welke definitie van kringlooplandbouw hanteert de nieuwe gemeente Groningen hierbij?
Kringlooplandbouw bij een legkippenhouderij betekent dat zoveel mogelijk voer van het eigen bedrijf afkomstig is en zoveel mogelijk mest op het eigen bedrijf wordt aangewend. Ook het voorzien in de eigen energiebehoefte en het zorgvuldig behandelen van afvalstoffen past in de kringloopfilosofie. Bij traditionele intensieve veehouderij wordt 100% van het voer aangevoerd van elders en wordt 100% van de mest afgevoerd. In dit geval wordt een deel van de mest op eigen grond toegepast. Een deel van het voer, namelijk tarwe wordt betrokken van een naburige akkerbouwer. Tenslotte wordt een klein deel van de eieren direct vanaf het bedrijf aan de plaatselijke consument verkocht. Het voer bestaat voor ongeveer 20% uit reststoffen uit de voedselindustrie die niet geschikt zijn voor menselijke consumptie, zoals sojaschroot en raapzaadresten. De vergunningaanvrager heeft plannen om beide kippenschuren te voorzien van zonnecollectoren waarmee meer stroom kan worden opgewekt dan op het bedrijf wordt gebruikt. Het resterende opgewekte stroom wordt weer teruggeleverd aan het net. De mest die niet op het eigen bedrijf wordt toegepast, wordt afgevoerd naar een mestvergister in Wijster. En deze vergister wordt biogas opgewekt en de meststof dat overblijft gaat naar akkerbouwers. In de beantwoording van de eerder gestelde vragen is de term
innovatieve kringloop landbouw gebruikt om dit bedrijf te vergelijken
met een biologische legkippenhouderij. Een biologische
legkippenhouderij hoeft ook geen eigen land te hebben waar voer
wordt verbouwd of mest wordt afgezet en voldoet daardoor niet, of
nauwelijks meer aan de term kringlooplandbouw dan dit bedrijf.
Dit bedrijf is innovatief ten opzichte van biologische landbouw omdat
er maatregelen in de vergunning worden voorgeschreven om de
ammoniakemissie en de fijnstofemissie vanuit de stallen te beperken.
De biologische legkippenhouderij is van deze maatregel wettelijk
vrijgesteld.
2. Bent u het met de Partij voor de Dieren eens dat er geen sprake is van
een circulair systeem wanneer er 2x per week een vrachtwagen met
krachtvoer wordt geleverd en eenmaal per twee weken een
vrachtwagen met mest wordt afgevoerd? Op basis van welke gegevens
stelt u dat het hier gaat om een voorbeeld van kringlooplandbouw?
zie antwoord op vraag 1.
3. Is het bij u bekend welk percentage van de mest op eigen land wordt
afgezet en welk deel van het voer voor de kippen van het eigen bedrijf
afkomstig is? Hoeveel voer en mest mag er worden aan en afgevoerd
om nog te spreken van kringlooplandbouw?
Het aandeel voer van het eigen bedrijf is verwaarloosbaar. Uit
gegevens van de vergunningaanvrager blijkt dat als beide
kippenstallen volledig in gebruik zijn, er ongeveer 20% van de
kippenmest op het eigen bedrijf (54 ha) wordt aangewend. De
gemeente is voor de bemesting van landbouwgrond overigens niet het
bevoegd gezag, maar dit is de Nederlandse Voedsel en Waren
Autoriteit (NVWA). Ieder agrarisch bedrijf moet een
mestboekhouding bijhouden om aan te tonen dat aan de wettelijke
maximum bemestingsnormen wordt voldaan.
4. Kippen zijn van nature bosdieren en zullen geen open veld of terrein
betreden omdat ze zich daar onveilig voelen. Er zullen op strategische
plekken bosjes, bomen en andere schuilplaatsen geplaatst moeten
worden. Bent u voornemens dit mee te nemen in de beoordeling van de
aanvraag? Indien er geen bosjes en dergelijke zijn, bent u het met de
Partij voor de Dieren eens dat dan in informeel opzicht geen sprake is
van vrije uitloop en dat niet sprake is van een diervriendelijk bedrijf,
omdat zonder struiken en boompjes de kippen niet naar buiten gaan
omdat dit tegen hun natuurlijke gedrag ingaat?
- Wij zijn het met de Partij voor de Dieren eens dat de vrije uitloop
optimaal moet worden benut door de vrije uitloop zo toegankelijk
mogelijk te maken en voor bosjes en ander schuilplaatsen te zorgen.
Echter wij zijn niet voornemens hiervoor voorschriften aan de
vergunning te verbinden, omdat dit een taak is van de
kwaliteitsbewakers van de vrije uitloopeieren om eisen te stellen aan
de toegankelijkheid en inrichting van de vrije uitloopruimte.
Om te garanderen dat het bedrijf zich houdt aan de regels voor vrije
uitloop eieren wordt het bedrijf minimaal 4 keer per jaar
onaangekondigd bezocht door inspecteurs van de Nederlandse
Controle Autoriteit Eieren (NCAE).
5. Buurtbewoners geven aan geen kippen rond het bedrijf te zien. Is het
bij u bekend of de 15 ha vrije uitloop waarover het bedrijf moet
beschikken om de reeds aanwezige kippen Freiland kippen te mogen
noemen, op dit moment zodanig is ingericht dat de kippen het terrein
gebruiken?
- In de bestaande stal zitten minder kippen dan vergund dus is er ook
minder uitloopruimte nodig en in gebruik. Het bedrijf ligt aan een
doodlopende weg op behoorlijke afstand van het dorp, zodat de
bewoners redelijkerwijs alleen kippen rond het bedrijf kunnen zien als
ze het bedrijf bezoeken of gebruik maken van het nieuwe fietspad
langs het Eemskanaal. Er is momenteel wel 4 m2 uitloopruimte per
kip beschikbaar. De vergunningaanvrager geeft aan dat de bestaande
uitloopruimte is gecontroleerd en akkoord bevonden door de NCAE.
6. De kippen zullen een deel van de vrije uitloop moeten delen met de op
het bedrijf aanwezige paarden. Volgens welke regelgeving is dit
geoorloofd? Hoeveel andersoortige dieren kunnen volgens deze
regelgeving het terrein met Freiland kippen delen wanneer iedere kip
4 m² tot zijn beschikking moet hebben?
- Daar is geen regelgeving voor bekend. Het delen van de uitloopruimte
met paarden is geen probleem voor het keurmerk voor vrije
uitloopeieren.
7. De op de plattegronden aangegeven percelen voor de vrije uitloop zijn
niet allen in het bezit van het pluimveebedrijf en staan bij het kadaster
bovendien beschreven als akkerbouw. Is er voor deze percelen een
huurovereenkomst overlegd? Zo ja, zullen deze percelen (door middel
van een bestemmingswijziging) een gebruikersfunctie krijgen die
gericht is op het houden van Freiland kippen? Zo nee, waarom niet?
Bent u het met de Partij voor de Dieren eens dat deze feiten helder
moeten zijn, voordat de vergunningsaanvraag überhaupt beoordeeld
kan worden? Zo nee, waarom niet?
- Wij zijn het met de Partij voor de Dieren eens dat feiten helder dienen
te zijn omdat een aanvraag anders niet op juiste feiten worden
beoordeeld. Beschrijvingen van het kadaster zijn geen toetsingsgrond
voor vergunningverlening. Het bestemmingsplan is dat wel. De
percelen op de plattegronden hebben een agrarische bestemming en
kunnen zowel als weiland (vrije uitloop) als akkerland worden
gebruikt. Hiervoor is geen bestemmingsplanwijziging nodig. De
vergunningaanvrager geeft aan dat na de vergunningverlening en
realisatie van de stal desbetreffende percelen gereed gemaakt gaan
worden als uitloopruimte voor de kippen.
Desgevraagd heeft de vergunningaanvrager aangegeven dat het bedrijf
op dit moment 54 ha groot is, waarvan 35 ha eigen grond. De
benodigde uitloopruimte is op dit moment al in eigendom of wordt
gepacht. Er hoeven geen (nieuwe) huurcontracten te worden
afgesloten en te worden overlegd voor de aangegeven vrije
uitloopruimte.
8. In het bestemmingsplan buitengebied van de voormalige gemeente
Ten Boer staat dat er een intensieve veehouderij aan het Eemskanaal
Noorzijde gevestigd is. Kunt u bevestigen dat dit de pluimveehouderij
betreft die om uitbreiding vraagt? Zo ja, waarom ziet u deze
veehouderij niet als intensief?
- In 2003 is de pluimveestal gebouwd en direct als vrije uitloopstal in
gebruik genomen. Op 1 juni 2011 is de vergunning verleend om het
aantal kippen in de bestaande stal uit te breiden van 15.000 tot 38.000.
Dit was mogelijk omdat het huisvestingssysteem in de stal aangepast
werd. Hierdoor kwam meer leefoppervlak beschikbaar. Omdat de
legkippenhouderij door de aanwezigheid van vrije uitloop door de
gemeente Ten Boer nooit is beschouwd als intensieve veehouderij
volgens de toen (2003 en 2011) geldende bestemmingsplan(nen), heeft
deze locatie in het huidige bestemmingsplan geen aanduiding:
"intensieve veehouderij". Deze aanduiding zit alleen op het adres
Eemskanaal Noordzijde 11 in Woltersum.
9. Onlangs deed de Raad van State uitspraak over Het Programma
Aanpak Stikstof (PAS). Het is hierdoor mogelijk dat bedrijven die
voorheen alleen een vormvrije m.e.r. aanmeldnotitie hoefden aan te
leveren, alsnog herbeoordeeld moeten worden. In hoeverre geldt dit
volgens u voor dit bedrijf en kunt u dit toelichten? Bent u hierover
reeds in overleg geweest met de provincie? Zo ja, wat waren hiervan
de uitkomsten? Zo nee, waarom niet?
- De consequenties van de uitspraak van de Raad van State zijn nog niet
duidelijk. Direct na de uitspraak zijn wij gestart met het in kaart
brengen van mogelijke gevolgen voor nieuwe, lopende en bestaande
vergunningen en projecten in de gemeente Groningen. We hebben
hierover gesproken met de provincie, als bevoegd gezag voor de Wet
natuurbescherming. De provincie is aangesloten bij de landelijke
aanpak vanuit het interdepartementaal crisisteam. De VNG is daar
ondertussen ook bij aangeschoven. Voor dit concrete initiatief heeft de
provincie Groningen op 28 februari 2018 een vergunning Wet
natuurbescherming verleend. De provincie gaat er vanuit dat
onherroepelijk verleende vergunningen op basis van de Wet
natuurbescherming van kracht blijven. Zie verder bijgaande
kamerbrief d.d. 27 juni 2019
https://www.rijksoverheid.nl/d...
amerbrief-over-stand-van-zaken-programma-aanpak-stikstof-pasvoor-
de-korte-termijn.
10. Bent u het met de Partij voor de Dieren eens dat bij een aanvraag
voor een uitbreiding of een nieuw te bouwen veehouderij, waar het
welzijn van veel dieren op het spel staat, de
beoordeelaars/ambtenaren ook de situatie ter plekke zouden moeten
beoordelen? Graag een toelichting.
-Het is nuttig om de situatie ter plekke te bekijken om een beeld van
het bedrijf te krijgen, voor zover het bedrijf al is opgericht. Het is
echter niet noodzakelijk omdat vergunningverlening geschiedt op
basis van de aanvraag. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit
(NVWA) controleert het dierenwelzijn en dit is niet de taak van de
gemeente. In 2016 is voor het laatst een milieucontrole uitgevoerd door de
Omgevingsdienst. Toen maakte dit bedrijf een goede indruk. Ook is in
het kader van de aanvraag omgevingsvergunning en de gestelde
vragen een informatief bezoek gebracht aan het bedrijf. Volgens de
medewerker van de Omgevingsdienst maakten de kippen een goede
verzorgde, rustige en tevreden indruk. Het bezoek is als nuttig ervaren
en werd gewaardeerd door de vergunningaanvrager. Het heeft niet
geleid tot een aanpassing van het milieuadvies voor de vergunning.
Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
burgemeester en wethouders van Groningen
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Schriftelijke vragen betreffende het gebruik van data van burgers door de gemeente
Lees verderSchriftelijke vragen over de eikenprocessierups
Lees verder