Vragen betref­fende de voortgang revi­ta­li­sering Woon­sche­pen­haven


Indiendatum: okt. 2014

Geacht College,

Betreffende de revitalisering van de Woonschepenhaven hebben wij meerdere vragen, die wij hierna per categorie aan u zullen stellen.

Ecoscan en ecologie
Op 23 juni jl. kwam de nieuwe ecoscan uit, opgesteld door externe partij Koeman en Bijkerk bv en genaamd “Nader onderzoek naar het voorkomen van beschermde soorten in het kader van de Flora- en faunawet”. Uit dit rapport blijkt dat er wel degelijk zwaluwnesten zijn in de Woonschepenhaven, zoals wij al in onze vorige schriftelijke vragen (gesteld op 13-3-2014) aangaven. Na drie veldbezoeken op drie dagen constateren de onderzoekers dat er in totaal 20 tot 25 nesten van de Boerenzwaluw aangetroffen zijn, waarvan geen enkele op steiger 1 en 2. In het rapport staat dan ook dat op steiger 1 en 2 tijdens het broedseizoen gewerkt kan worden.
Op steiger 2 blijken echter onder één schuurtje al drie zwaluwnesten te zitten. Een bijgevoegde foto hiervan vindt u in de bijlage.

  1. Deelt u ons oordeel dat het opmerkelijk te noemen is dat er na drie veldbezoeken een schatting van het aantal Boerenzwaluwnesten wordt gegeven en dat een exact aantal meer in de lijn der verwachting ligt, ook gezien de beschermde status van de nesten? Zo ja, wat voor vervolg verbindt u hieraan? Zo nee, waarom niet?
  2. Kunt u uitleggen waarom in de ecoscan gesteld wordt dat bij steiger 2 geen zwaluwnesten zijn, terwijl deze er wel degelijk zijn?
  3. Kunt u toelichten welke gevolgen deze onjuiste informatie en bijbehorend advies, dat werken op steiger 2 tijdens het broedseizoen wettelijk toegestaan is, hebben op de mogelijkheid tot sancties in verband met wetsovertredingen en onjuiste rapportage en op de uitvoering van de revitalisering?
  4. Wat voor actie gaat u ondernemen en op welke termijn, naar aanleiding van deze aangetoonde feitelijke onjuistheid in de ecoscan? Bent u bijvoorbeeld bereid om opnieuw onderzoek te laten verrichten, waarbij alle mogelijke broedplaatsen worden bekeken teneinde een volledig en correct beeld te verkrijgen van de aanwezigheid van (wettelijk beschermde) fauna en broedplaatsen?

In beantwoording op onze vorige schriftelijke vragen over de Woonschepenhaven, specifiek over de geplande “ecovlotten”, geeft u aan onderzoek te verrichten naar de mogelijkheid om “een extra ruimte te creëren en specifiek voor boerenzwaluwen en vleermuizen in te richten”.

  1. Kunt u aangeven hoe het met dit onderzoek staat en of dit enkel de ecolvlotten betreft, of ook andere maatregelen?

Budget
Het raadsvoorstel van 18 november 2011, kenmerk RO 11.2796687, waarin 5 miljoen euro beschikbaar gesteld wordt voor de revitalisering van de Woonschepenhaven, werd door de raad aangenomen. Daar was ten tijde van onze vorige schriftelijke vragen al 0,5 miljoen vanaf. Inmiddels is bekend dat er een aannemer is die het plan voor krap 3 miljoen euro wil gaan uitvoeren.

  1. Kunt u aangeven hoe het kan dat er 2 miljoen euro meer beschikbaar is gesteld dan volgens deze aannemer nodig is om de revitalisering op kwalitatief goed niveau uit te voeren, waar het in de regel zo is dat achteraf aanvullend krediet nodig blijkt te zijn bij grotere projecten binnen de gemeente?
  2. Wat bent u van plan te doen, of heeft u al gedaan, met de resterende 2 miljoen euro?
  3. Kunt u aangeven hoe het kan dat u in de brief van 3 juli 2014, kenmerk 4487355, spreekt van beperkte financiële middelen in het budget voor de revitalisering, terwijl nu slechts 3/5 deel van het door de raad beschikbare gestelde budget besteed zal worden aan de revitalisering?

Bestemmingsplan
Het bestemmingsplan Driebond, vastgesteld op 10-4-1991, is niet tijdig opnieuw vastgesteld en daarmee geldt artikel 3.1, vierde lid van de Wet Ruimtelijke Ordening: “Indien niet voor het verstrijken van de periode van tien jaar, genoemd in het tweede of het derde lid, de raad onderscheidenlijk opnieuw een bestemmingsplan heeft vastgesteld dan wel een verlengingsbesluit heeft genomen, vervalt de bevoegdheid tot het invorderen van rechten terzake van na dat tijdstip door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten die verband houden met het bestemmingsplan.” Hiervan is melding gemaakt op de gemeentelijke website[1]. In uw brief van 3 juli jl. met kenmerk: 4487355, gaf u aan in september 2014 te beginnen aan de actualisatie van het bestemmingsplan voor onderdelen Woonschepenhaven en het slibdepot.

  1. Kunt u aangeven wat het effect is van het overschrijden van de termijn voor actualisatie van het bestemmingsplan in de praktijk? Wat voor risico's geeft dit voor de gemeente dan wel bewoner?
  2. Wanneer verwacht u een actualisatie voor onderdelen Woonschepenhaven en slibdepot gereed te hebben?
  3. Verwacht u dat de actualisatie van invloed zal zijn op het plan van revitalisering en herziening van de ligplaatsenindeling en zo ja, op welke manier en hoe wilt u hiermee omgaan?

Revitalisering
Op beantwoording van onze vorige schriftelijke vragen geeft u aan dat de aanpassing van het aanwezige sluisje, dat hard aan reparatie toe is, niet in het revitaliseringsplan is opgenomen, maar dat u wel tracht een oplossing voor het probleem te vinden.

  1. Kunt u berichten, die wij uit betrouwbare bron hebben opgevangen, bevestigen dat het aanpakken van het sluisje nu wel in de revitalisering meegenomen wordt en zo ja, welke financiële gevolgen dit heeft?

In uw brief van 3 juli jl., kenmerk 4487355, meldt u: “De bodem wordt gebaggerd tot een diepte van 1,40 meter ten opzichte van het gebruikelijke waterpeil. Ter hoogte van de steigers en de oevers blijft de huidige streefdiepte van 1,20 meter gehandhaafd in verband met de stabiliteit van de steigers en oevers.” Een andere optie was geweest om wel overal dezelfde diepte van 1.40 meter aan te houden, waardoor onder andere de woonschepen beter in het water zouden liggen en minder last hebben van trillingen en bewegingen in de bodem. Daarbij zouden wel de steigers gestabiliseerd moeten worden.

  1. Kunt u uitleggen waarom hier niet voor gekozen is, te meer gezien er nog een flink deel van het budget over is en bewoners aangeven hiervoor de voorkeur te hebben?
  2. Kunt u aangeven welke gevolgen het te creëren hoogteverschil van 20cm kan hebben op de stabiliteit van de steigers, wanneer er op natuurlijke wijze verschuiving van de ondergrond van hoger naar lager gelegen delen ontstaat?

Onlangs werd een aardbeving, veroorzaakt door de aardgaswinning, waargenomen in de Woonschepenhaven, doordat betreffende woonark in het slib in plaats van op het water lag. Bovendien zullen de steigers de trillingen van de aardbevingen altijd op moeten vangen.

  1. In hoeverre wordt rekening gehouden met aardbevingen bij de revitalisering, worden bijvoorbeeld de steigers aardbevingsbestendig gebouwd?

Burgerparticipatie
In onze vorige vragen hebben wij de burgerparticipatie en benadering van burgers door de gemeente behandeld. In de sleutelprojectenrapportage april - juli 2014 wordt gesproken over veel dialoog, gezamenlijk zoeken naar oplossingen en overleggen over inhoudelijke aanpak. De Vereniging Woonschepenhaven Groningen herkent deze omschrijvingen van het proces totaal niet. Zo zouden er nog geen bouwtekeningen verstrekt zijn, was de recentste ecoscan niet verstrekt en is meermaals met de wethouder overleg geweest over het uitblijven van een verbetering in de communicatie van gemeente naar de Woonschepenhavenbewoners.

  1. Hoe verklaart u het verschil in beleving van de burgerparticipatie in het proces van de revitalisering?
  2. Waarom hebben de bewoners van de Woonschepenhaven de recentste ecoscan noch bouwtekeningen van de revitalisering ontvangen?
  3. Op welke manier bent u van plan de burgerparticipatie, waar u extra op in wilt zetten deze collegeperiode, binnen dit project te verbeteren?


Met vriendelijke groet,

Gerjan Kelder
Partij voor de Dieren

Foto: drie zwaluwnesten onder een schuurtje aan steiger 2, waar volgens
het onderzoeksrapport geen nesten zouden zitten.

[1] http://gemeente.groningen.nl/bestemmingsplan/overschrijding-periode-opnieuw-vaststellen-bestemmingsplannen

Indiendatum: okt. 2014
Antwoorddatum: 19 nov. 2014

Hierbij doen wij u toekomen ons antwoord op de door de heer G. Kelder van de Partij voor de Dieren gestelde vragen over de ontwikkelingen revitalisering Woonschepenhaven te Groningen. De brief van de vragensteller treft u als bijlage aan.

Inleiding
Voorafgaand aan de beantwoording van de op 28 oktober j l . door de Partij voor de Dieren gestelde vragen wordt ter verduidelijking kort op de huidige stand van zaken van het project Revitalisering Woonschepenhaven ingegaan. Het project bevindt zich op dit moment in de volgende fase. In de zomer 2014 heeft er een aannemerselectie middels aanbesteding plaats gevonden. De toegepaste contractvorm dient ertoe dat de werkzaamheden onder verantwoordelijkheid van de gekozen partij zorgvuldig worden uitgevoerd. De uitvoering van het project betreft enkel de revitalisering. De ligplaatsindeling is losgekoppeld van het project (brief aan uw raad kenmerk 4487355) en zal op termijn in een apart traject, mogelijk in relatie tot aanpassing Verordening Openbaar Vaarwater, in overleg met de bewoners worden uitgewerkt. De beantwoording van de huidige raadsvragen houdt verband met door de Partij voor de Dieren op 8 maart 2014 gestelde vragen en de beantwoording ervan (kenmerk R014.4288487).

Ecoscan en ecologie
De gestelde vragen hebben betrekking op de door Koeman en Bijkerk bv op 23 juni j l . opgestelde ecoscan "Nader onderzoek naar het voorkomen van beschermde soorten in het kader van de Flora- en faunawet". Uit dit rapport blijkt dat er in totaal 20 tot 25 nesten van de Boerenzwaluw aangetroffen zijn, waarvan geen enkele op steiger 1 en 2. In het rapport staat dan ook dat op steiger 1 en 2 tijdens het broedseizoen gewerkt kan worden. Dhr. Kelder merkt op dat er onder een schuurtje van steiger 2 wel drie zwaluwnesten zitten.

Vraag 1: Deelt u ons oordeel dat het opmerkelijk te noemen is dat er na drie veldbezoeken een schatting van het aantal Boerenzwaluwnesten wordt gegeven en dat een exact aantal meer in de lijn der verwachting ligt, ook gezien de beschermde status van de nesten? Zo ja, wat voor vervolg verbindt u hieraan? Zo nee, waarom niet?
Het college deelt dit oordeel niet. De uitgevoerde ecoscan heeft als doel het beoordelen van het plangebied als standaardonderzoek vooruitlopend op een project. Dit om de contracteisen op te stellen richting de aannemer. Het plangebied is van groot belang als broedgelegenheid voor boerenzwaluwen, ongeacht het precieze aantal aanwezige nesten. Als contracteis richting de aannemer is opgenomen dat hij het werkterrein moet inventariseren op aanwezige nesten voorafgaand aan de daadwerkelijke start van de werkzaamheden. De contractuele plicht tot inventarisatie staat los van het aantal nesten dat is aangetroffen bij de ecoscan. Wij betreuren wel dat er nesten onder steiger 2 zijn gemist. De rapporten zullen
worden aangepast. Mogelijk heeft dit gevolgen voor de fasering en de werkwijze tijdens uitvoering.


Vraag 2: Kunt u uitleggen waarom in de ecoscan gesteld wordt dat bij steiger 2 geen zwaluwnesten zijn, terwijl deze er wel degelijk zijn?
Deze nesten zijn in het onderzoek gemist, met als mogelijke reden de beperkte bereikbaarheid of toegang van de onderzijde van de steiger of het schuurtje.

Vraag 3: Kunt u toelichten welke gevolgen deze onjuiste informatie en bijbehorend advies, dat werken op steiger 2 tijdens het broedseizoen wettelijk toegestaan is, hebben op de mogelijkheid tot sancties in verband met wetsovertredingen en onjuiste rapportage en op de uitvoering van de revitalisering?
Overtredingen en mogelijke sancties behoren voorkomen te worden. Aanvullend op de ecoscan heeft gemeente Groningen een inventarisatieplicht in de contracteisen aan de aannemer opgenomen. Het uitgevoerde onderzoek / ecoscan dient als toetsing van de haalbaarheid van deze contracteisen. De aannemer dient te werken volgens de algemene zorgplicht van de Flora en Faunawet. Voorafgaand aan de uitvoering dient de aannemer te verifieren of er in het werkgebied broedende vogels aanwezig zijn.

Vraag 4: Wat voor actie gaat u ondernemen en op welke termijn, naar aanleiding van deze aangetoonde feitelijke onjuistheid in de ecoscan? Bent u bijvoorbeeld bereid om opnieuw onderzoek te laten verrichten, waarbij alle mogelijke broedplaatsen worden bekeken teneinde een volledig en correct beeld te verkrijgen van de aanwezigheid van (wettelijk beschermde) fauna en broedplaatsen?
Het ecoscan-rapport wordt aangepast. Deze wijziging is echter niet van invloed op de contractuele afspraken die met de aannemer zijn gemaakt m.b.t. inventarisatie voorafgaand aan de uitvoering.

Vraag 5: In beantwoording op onze vorige schriftelijke vragen over de Woonschepenhaven, specifiek over de geplande "ecovlotten ", geeft u aan onderzoek te verrichten naar de mogelijkheid om "een extra ruimte te creeren en specifiek voor boerenzwaluwen en vleermuizen in te richten ". Kunt u aangeven hoe het met dit onderzoek staat en of dit enkel de ecovlotten betreft, of ook andere maatregelen?
Het ontwerp van de Revitalisering Woonschepenhaven is door uw raad vastgesteld. In het ontwerp zijn geen ecovlotten opgenomen. Er is ook geen ruimte in het budget om ecovlotten te kunnen realiseren. In de beantwoording van de door de Partij voor de Dieren op 8 maart 2014 gestelde vragen, hebben wij aangegeven dat boerenzwaluwen over voldoende flexibiliteit
beschikken om, als de broedplaats verloren is gegaan, zich elders te gaan vestigen. Wij gaan er nog steeds vanuit dat de boerenzwaluw binnen de woonschepenhaven nieuwe
nestplekken weet te vinden en te maken. In de beantwoording van maart j l . is aangegeven dat de mogelijkheid om een extra ruimte in te richten specifiek voor boerenzwaluwen en vleermuizen zal worden onderzocht.

Budget
De gestelde vragen hebben betrekking op de door de raad aangenomen voorstel om 5 miljoen euro beschikbaar te stellen voor de revitalisering van de Woonschepenhaven (raadsvoorstel, 18 november 2011, kenmerk RO 11.2796687). De aanneemsom bedraagt echter 3 miljoen.

Vraag 6: Kunt u aangeven hoe het kan dat er 2 miljoen euro meer beschikbaar is gesteld dan volgens deze aannemer nodig is om de revitalisering op kwalitatief goed niveau uit te voeren, waar het in de regel zo is dat achteraf aanvullend krediet nodig blijkt te zijn bij grotere projecten binnen de gemeente?
Het door de gemeenteraad op 18 december 2013 beschikbaar gesteld krediet plus bijbehorende dekking, bedraagt € 4.500.000, in overeenstemming met het raadsbesluit Revitalisering Woonschepenhaven en herziene integrale grondexploitatie Eemskanaalzone. Daamaast was in de periode 2003 - 2011 voor plankosten € 194.000 krediet plus bijbehorende dekking beschikbaar gesteld. Totaal heeft uw raad voor het project € 4.694.000 beschikbaar gesteld. De projectkosten zijn opgebouwd uit uitvoeringskosten, plankosten, verwerving en
rente. De uitvoeringskosten van de aannemer zijn begroot op het bedrag van € 3.004.000 en op basis hiervan is de marktvraag uitgegaan. De inschrijvende partijen hebben aangegeven hieraan te kunnen voldoen.

Vraag 7: Wat bent u van plan te doen, of heeft u al gedaan, met de resterende 2 miljoen euro?
Projectkosten zijn opgebouwd uit uitvoeringskosten, plankosten, verwerving en rente. De uitvoeringskosten zijn begroot op € 3.004.000 en voor dat bedrag zal de aannemer het werk uitvoeren. Onder verwerving vallen de kosten van aankoop schepen. Plankosten zijn de kosten van de werkzaamheden omtrent planvorming , toezicht tijdens uitvoering inclusief post onvoorzien met betrekking tot de gegunde werkzaamheden. Gezien de lange doorlooptijd en vele overleggen gedurende het project zijn de plankosten hoog.

Vraag 8: Kunt u aangeven hoe het kan dat u in de brief van 3 juli 2014, kenmerk 4487355, spreekt van beperkte financiële middelen in het budget voor de revitalisering, terwijl nu slechts 3/5 deel van het door de raad beschikbare gestelde budget besteedt zal worden aan de revitalisering?
Zie beantwoording vraag 7. Het volledige budget wordt besteed aan revitalisering van de Woonschepenhaven. Echter is het budget opgebouwd uit onderdelen, waaronder de uitvoeringskosten van € 3.004.000. De overige kosten zijn: verwerving € 362.000, rente € 48.000 en plankosten € 1.280.000 inclusief voorbereidingskosten en begeleiding van de uitvoeringswerkzaamheden.

Bestemmingsplan
Het bestemmingsplan Driebond, vastgesteld op 10-4-1991, is niet tijdig opnieuw vastgesteld en daarmee geldt artikel 3.1, vierde lid van de Wet Ruimtelijke Ordening: "Indien niet voor het verstrijken van de periode van tien jaar, genoemd in het tweede of het derde lid, de raad onderscheidenlijk opnieuw een bestemmingsplan heeft vastgesteld dan wel een verlengingsbesluit heeft genomen, vervalt de bevoegdheid tot het invorderen van rechten terzake van na dat tijdstip door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten die verband houden met het bestemmingsplan." Hiervan is melding gemaakt op de gemeentelijke website. In uw brief van 3 juli j l . met kenmerk: 4487355, gaf u aan in September 2014 te beginnen aan de actualisatie van het bestemmingsplan voor onderdelen Woonschepenhaven en het slibdepot.

Vraag 9: Kunt u aangeven wat het effect is van het overschrijden van de termijn voor actualisatie van het bestemmingsplan in de praktijk? Wat voor risico's geeft dit voor de gemeente dan wel bewoner?
Zoals terecht is opgemerkt vervalt de bevoegdheid tot het invorderen van leges wanneer een bestemmingsplan niet binnen 10 jaar na vaststelling is vervangen door een nieuw bestemmingsplan dan wel een beheersverordening. Dit is het enige gevolg dat de wet aan het niet tijdig actualiseren van een bestemmingsplan verbindt. Het bestemmingsplan verliest door overschrijding van de wettelijke herzieningstermijn zijn rechtsgeldigheid niet. Het risico voor de gemeente bestaat uit een mogelijk verlies van legesinkomsten. Dit risico schatten wij laag in. Volgens het geldende bestemmingsplan Driebond heeft de woonschepenhaven de bestemming 'Woonschepenhaven'. Dit houdt in dat het gebied hoofdzakelijk bestemd is voor
wonen in woonschepen. Er mag alleen worden gebouwd voor zover dat in overeenstemming is met deze bestemming. Afgezien van een buurthuis, bergingen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, zoals steigers en oeverbeschoeiingen, is geen bebouwing toegestaan. Het niet binnen de 10-jarentermijn vaststellen van een nieuw bestemmingsplan (of beheersverordening) heeft geen consequenties voor de bewoners anders dan de hier genoemde. Zoals gezegd blijft het huidige bestemmingsplan van kracht, totdat de raad een nieuw bestemmingsplan heeft vastgesteld en dat in werking is getreden.

Vraag 10: Wanneer verwacht u een actualisatie voor onderdelen Woonschepenhaven en slibdepot gereed te hebben?
Wij verwachten dat in 2016 het hele proces is doorlopen, rekening houdend met de nodige voorbereidingstijd en de verschillende nog te zetten stappen in de procedure (inspraak, zienswijzenprocedure, vaststelling).

Vraag 11: Verwacht u dat de actualisatie van invloed zal zijn op het plan van revitalisering en herziening van de ligplaatsenindeling en zo ja, op welke manier en hoe wilt u hiermee omgaan?
Nee, dit is niet van invloed op de nu voorgenomen revitalisering. M.b.t. de herindeling van de ligplaatsen is het nog niet concreet te beantwoorden. Afhankelijk van de in samenwerking met de bewoners gekozen oplossingen, zal afstemming met het bestemmingsplan plaats moeten vinden.

Revitalisering
Op beantwoording van vorige schriftelijke vragen gesteld door Partij voor de Dieren is aangegeven dat de aanpassing van het aanwezige sluisje niet in het revitaliseringsplan was opgenomen, maar dat er wel naar een oplossing gezocht zou worden.

Vraag 12: Kunt u berichten, die wij uit betrouwbare bron hebben opgevangen, bevestigen dat het aanpakken van het sluisje nu wel in de revitalisering meegenomen wordt en zo ja, welke fmanciele gevolgen dit heeft?
In het oorspronkelijke plan viel het aanpassen van de huidige afsluiting buiten de scope van het project. Op verzoek van de bewoners is naar een oplossing gezocht. In het contract met de aannemer zijn functionele eisen ter verbetering van de huidige golfkering/afsluiting opgenomen, zodat de woonschepen geen hinder ondervinden van de zuigende werking en golfslag vanuit het Eemskanaal. Uit aanbesteding bleek dat deze extra werkzaamheden binnen het gestelde uitvoeringsbudget uitgevoerd kunnen worden. De huidige deur wordt vervangen door een constructie welke de golfslag en zuigende werking vanuit het Eemskanaal sterk reduceert.

Vraag 13: In uw brief van 3 juli jl., kenmerk 4487355, meldt u: "De bodem wordt gebaggerd tot een diepte van 1,40 meter ten opzichte van het gebruikelijke waterpeil. Ter hoogte van de steigers en de oevers blijft de huidige streefdiepte van 1,20 meter gehandhaafd in verband met de stabiliteit van de steigers en oevers. " Een andere optie was geweest om wel overal dezelfde diepte van 1.40 meter aan te houden, waardoor onder andere de woonschepen beter in het water zouden liggen en minder last hebben van trillingen en bewegingen in de bodem. Daarbij zouden wel de steigers gestabiliseerd moeten worden. Kunt u uitleggen waarom hier niet voor gekozen is, te meer gezien er nog een flink deel van het budget over is en bewoners aangeven hiervoor de voorkeur te hebben?
In het oorspronkelijke plan was een gehele vervanging van de huidige steigers opgenomen, evenals het uitbaggeren van de haven tot de diepte van 1.20 m t.o.v. het streefpeil. Gedurende het voorbereidingstraject zijn diverse gesprekken met bewoners gevoerd, zowel individueel als in groepsverband (met bestuur, inloopavonden). De bewoners hebben duidelijk een voorkeur aangegeven voor de renovatie van de steigers i.p.v. de steigers te vervangen en meer diepgang (1,40 m i.p.v. 1,20 m). Gemeente Groningen heeft de wensen van de bewoners ter harte genomen en het plan aangepast. De haven wordt gebaggerd tot een diepte van 1,40 meter ten opzichte van het streefpeil van 0.53+ NAP. Echter om de stabiliteit van de te behouden steigers te waarborgen, dient ter plaatse van de steigers en tot ca. 3.00m aan weerszijden ervan en langs de binnendijk de oorspronkelijk geplande diepte van 1.20m te worden behouden. Er is geen sprake van een overschot aan budget, zoals reeds toegelicht in onze antwoorden op uw vragen 6 en 7.

Vraag 14: Kunt u aangeven welke gevolgen het te creeren hoogteverschil van 20cm kan hebben op de stabiliteit van de steigers, wanneer er op natuurlijke wijze verschuiving van de ondergrond van hoger naar lager gelegen delen ontstaat?
Om de consequenties van baggerwerkzaamheden voor de stabiliteit van de steigers te bepalen heeft het bureau Wiertsema & Partners onderzoek uitgevoerd. Uit het onderzoek en de berekeningen is geconcludeerd dat om de stabiliteit van de steigers te garanderen een overgang in de waterbodem aangebracht dient te worden, vandaar dat de diepte van 1,40m niet onder de steigers en langs de binnendijk gerealiseerd kan worden. Overigens achten wij een verschuiving van de ondergrond van hoger naar lager gelegen delen op natuurlijk wijze niet erg waarschijnlijk. Mocht dat onverhoopt toch gebeuren, dan zal dat zeer lokaal, ter plaatse van de overgang van 1,20 m naar 1,40 m waterdiepte plaatsvinden. Omdat deze overgang zich op 3,0 meter afstand bevindt van de steiger, zal genoemde verschuiving geen gevolg hebben voor de stabiliteit van de steiger.

Vraag 15: Onlangs werd een aardbeving, veroorzaakt door de aardgaswinning, waargenomen in de Woonschepenhaven, doordat betreffende woonark in het slib in plaats van op het water lag. Bovendien zullen de steigers de trillingen van de aardbevingen altijd op moeten vangen. In hoeverre wordt rekening gehouden met aardbevingen bij de revitalisering, worden bijvoorbeeld de steigers aardbevingsbestendig gebouwd?
De steigers worden, zoals in onderling overleg en op verzoek van de bewoners is bepaald, gerenoveerd en niet nieuw geplaatst. Dit betekent dat verouderde onderdelen die niet meer aan de geldende kwaliteitseisen voldoen worden vervangen. Er is geen sprake van een nieuwe constructie. De steigers worden beschouwd als een bestaand bouwwerk. Er wordt niet getoetst aan een richtlijn van nieuwbouw. Daarbij kan worden opgemerkt dat, gezien de aard van de constructie er in geval van een zware beving mogelijk wel schade, maar geen direct gevaariijke situatie zal ontstaan.

Burgerparticipatie
In de door Partij voor de Dieren op 8 maart 2014 gestelde vragen is de burgerparticipatie en benadering van burgers door de gemeente behandeld. In de sleutelprojectenrapportage april - juli 2014 wordt gesproken over veel dialoog, gezamenlijk zoeken naar opiossingen en overleggen over inhoudelijke aanpak. De Vereniging Woonschepenhaven Groningen herkent deze omschrijvingen van het proces totaal niet. Zo zouden er nog geen bouwtekeningen verstrekt zijn, was de recentste ecoscan niet verstrekt en is meermaals met de wethouder overleg geweest over het uitblijven van een verbetering in de communicatie van gemeente naar de Woonschepenhavenbewoners.

Vraag 16: Hoe verklaart u het verschil in beleving van de burgerparticipatie in het proces van de revitalisering?
De voorbereiding van de revitalisering kent een lange geschiedenis. Dit heeft geleid tot het ontstaan van wantrouwen richting gemeente. Al langere tijd wordt eraan gewerkt het vertrouwen van de bewoners terug te winnen. In de praktijk blijkt het niet makkelijk om tot overeenstemming over het proces te komen. Er is nu sprake van een sterk interactief proces, waarbij er zoveel mogelijk rekening gehouden is met wensen van bewoners / eigenaren. Gedurende het hele traject zijn de bewoners op verschillende manieren geinformeerd en betrokken bij de plannen. Naast formele momenten (inspraak) zijn er regelmatig overleggen met het bestuur van Vereniging Woonschepenhaven Groningen gevoerd. Er is een klankbordgroep gevormd (en weer ontbonden), bewonersbijeenkomsten, steigeroverleggen en individuele gesprekken gehouden. Via de gemeentelijke website worden de documenten en rapportages beschikbaar gesteld aan de betrokkenen. De komende maanden worden door middel van 2 bewonersavonden, steigeroverleggen en individuele overleggen de bewoners vooruitlopend op de werkzaamheden uitgebreid geïnformeerd. Een uitgebreid communicatieproces is tevens opgenomen als eis in het contract aan de aannemer Dat het bestuur van de Vereniging Woonschepenhaven het proces onvoldoende vindt, betreuren wij.

Vraag 17: Waarom hebben de bewoners van de Woonschepenhaven de recentste ecoscan noch bouwtekeningen van de revitalisering ontvangen?
Dit onderwerp is meerdere malen met het bestuur van de Vereniging Woonschepenhaven besproken en toegelicht. Wij hebben ervoor gekozen om niet een tot in detail uitgewerkt plan aan te besteden, maar de geselecteerde aannemer de engineering te laten doen. Dit betekent dat de aannemer de bouwtekeningen nog moet maken. Dit heeft is dus het gevolg van de gekozen contractvorm.

Vraag 18: Op welke manier bent u van plan de burgerparticipatie, waar u extra op in wilt zetten deze collegeperiode, binnen dit project te verbeteren?
Gemeente Groningen vindt het betrekken van de burgers bij de totstandkoming en uitvoering van de plannen zeer belangrijk. Daarom is veel tijd en energie gestoken in de participatie bij de revitalisering van Woonschepenhaven. In het proces hebben wij ons uiterste best gedaan om zo veel mogelijk rekening te houden met wensen van bewoners. Dit zullen wij blijven doen. Tijdens de uitvoering zal de gekozen aannemer de communicatie met de bewoners van de Woonschepenhaven verzorgen, volgens het door hem opgesteld communicatieplan.

Interessant voor jou

Vragen betreffende wederom falen voorkeursbeleid tegen circussen met wilde dieren

Lees verder

Vragen betreffende het inzetten van twee kamelen ten behoeve van reclamedoeleinden in de Stad

Lees verder

Help mee aan een beter Groningen!

    Word actief Doneer