Woordvoering: cameratoezicht Gele Loper.
Het college heeft het voorstel om het cameratoezicht in de Gele Lopen met een jaar uit te breiden. In het gebied hangen sinds mei 2021 camera’s omdat er in de buurt veel overlast wordt ervaren. Bewoners klagen over straatintimidatie van onder meer rondhangende dealers, junks en inbrekers en drugsoverlast.
Voorzitter: Dan gaan we naar de Partij voor de Dieren. De heer Van Zoelen, gaat uw gang.
De heer Van Zoelen: Dank, voorzitter. Aanhakend op de vorige spreker, dit keert continu terug in de raad. Beetje per beetje komt de burgemeester met een voorstel om het cameratoezicht te verlengen. Wat we vanuit de raad willen meegeven - en ik hoor die geluiden nu ook - is dat we een persoonlijke aanpak willen met daarbij cameratoezicht als sluitstuk. Wat daar belangrijk bij is, is dat het uitgangspunt moet zijn dat je de camera's op den duur weer weghaalt. Daarom willen we een evaluatie. Maar het komt steeds
weer terug. Er is ook een onderzoek geweest van Breuer&Interval en naar aanleiding daarvan hebben wij een motie met meerdere partijen ingediend om het waterbedeffect te onderzoeken. Uit de evaluatie bleek dat die niet plaats zou vinden, maar uit de laatste gegevens is dat wel degelijk het geval. Wij hebben gevraagd hoe wij interventies - die andere gemeenten toepassen - hier kunnen toepassen? Het college gaat daar nu op in met straatcoaches en een preventieve aanpak voor zorgmijders. Dat is allemaal goed, maar we hebben ook gevraagd om bewoners buiten de Gele Loper hierin te betrekken. Wat zeggen zij? Wat zijn de ervaringen van de drugsdealers die je oppakt? Kan je daar nog iets van leren? We lezen daarover niets terug. We hebben ook gevraagd naar een verbeterplan zodat we kunnen evolueren en zo verbeterpunten kunnen maken. Nu moeten we steeds fiat geven voor een verlening van het cameratoezicht. Ik stel dezelfde vraag als GroenLinks: moeten we dit nu weer voor een jaar doen, terwijl we het plan daarachter niet voor ogen hebben? Wat gaan we onderzoeken? Wat is het effect van de straatcoaches? Wat is het effect van het anders inrichten van de leefomgeving? Hoe verhoudt zich dat tot elkaar? Ik zou graag een plan willen.
Voorzitter: Meneer Van Zoelen, u heeft een vraag van de heer Sijbolts.
De heer Sijbolts: Dank u, voorzitter. Ik hoor een aantal fracties - waaronder de Partij voor de Dieren - opnieuw verzuchten dat wij zo vaak moeten spreken over de verlenging van cameratoezicht. Is de heer Van Zoelen het met mij eens dat dit komt doordat deze raad - en de vorige raden - de burgemeester het vertrouwen niet durven of willen geven om binnen de mogelijkheden die de Gemeentewet biedt - en wij zijn de enige gemeente die het zo complex heeft gemaakt - de juiste afwegingen te maken bij het plaatsen van camera's? Is dat niet het probleem?
Voorzitter: Meneer Van Zoelen?
Voorzitter: Nee, dat is absoluut niet het probleem. Ik denk dat we in Groningen trots moeten zijn dat wij zo weinig camera's hebben en er niet een wildgroei is. Het enige wat je met die camera's doet als je ze plaatst, is het probleem onder het tapijt vegen en dat komt elders weer eruit. En dan zou je camera's door moeten blijven plaatsen, wat je ook in andere steden ziet, en dan houdt het niet op. Het is belangrijk dat we inzetten op die integrale aanpak van zorg en politie. En als we een camera gebruiken, is het ook de insteek om deze uiteindelijk weer weg te halen. Ik wil graag aan de burgemeester een aantal vragen stellen: hoe verhoudt het één met het ander? Wat is de insteek waardoor ze straks niet meer noodzakelijk zijn? Wat gaat er geëvalueerd worden? Er wordt nu gezegd: in dat jaar pakken we alle seizoenen mee, maar ze hebben er al van mei tot oktober gestaan. Dus als je hem nu verlengd voor vijf maanden, heb je een evaluatie van een jaar te pakken zonder dat coronaeffect. Ik ben benieuwd wat we nu precies gaan beoordelen nadat we dit weer eens verlengd hebben?
Voorzitter: Voor u verder gaat, u heeft een vraag van de heer Brandenbarg van de SP.
De heer Brandenbarg: Voorzitter, de discussie gaat over een half jaar of jaar. Ik hoor de Partij voor de Dieren zeggen: "We hebben het er zo vaak over", maar dan stellen ze voor om het er nog vaker over te hebben.
Voorzitter: De heer Van Zoelen.
De heer Van Zoelen: Dat is een heel terecht punt van de SP. Maar de bedoeling is dat we tot een punt komen dat die camera's niet meer nodig zijn. Dat zou het perfecte uitgangspunt zijn. Maar als er geen gedegen plan van aanpak ligt, blijven we zo doorgaan. We zien dat we daarin niet goed slagen. Daarom is het belangrijk om te vragen naar een goed plan van aanpak.
Voorzitter: U heeft een vraag van de heer Dwarshuis en de heer Sijbolts. Eerst de heer Dwarshuis van de ChristenUnie. Gaat uw gang.
De heer Dwarshuis: Ik hoor de heer Van Zoelen heel veel zeggen over een plan van aanpak, evaluatie en verbeterpunten. Ik ben een voorstander van verbeteren en hoop dat de criminaliteit uit onze stad verdwijnt. Maar is dat realistisch? Als we alles doen wat u vraagt, belasten we de burgemeester dan niet met ontzettend veel werk voor een verlenging van cameratoezicht in een beperkt gebied voor een beperkte tijd?
Voorzitter: De heer Van Zoelen.
De heer Van Zoelen: Ik begrijp uw punt. Het is een heel complex probleem. Veel grote steden hebben te maken met drugsproblematiek. Dus het is niet een probleem wat je makkelijk oplost en misschien is er niet heel snel een oplossing voorhanden. Daarom is het belangrijk om goed te kijken wat andere steden doen. Dat hebben we al bekeken in dat
rapport en daaruit nemen we aanbevelingen. Maar we moeten niet stil blijven zitten. We moeten op de één of andere manier dit probleem proberen te tackelen. Er zijn andere mogelijkheden. Ik hoorde het CDA vragen: wat doe je aan drugsproblematiek in het algemeen? Preventie en voorlichting kan helpen. Hoe komt het dat drugsoverlast in de achterstandswijken ontstaat? Dat zijn allemaal paden die we in moeten slaan.
Voorzitter: Meneer Van Zoelen, voordat u uw lijst langer maakt, wil ik u erop wijzen dat u bijna door uw tijd heen bent. U heeft nog een korte interruptie die achterwege wordt gelaten. Ik wil u uitnodigen om tot een afronding te komen.
De heer Van Zoelen: Doe de interruptie maar, want daarna heb ik niets meer te zeggen.
Voorzitter: De interruptie is zonet ingetrokken. Dus u kan helemaal naar uw afronding toegaan.
De heer Van Zoelen: Ik ben klaar.
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Woordvoering: SAMEN van WIJ Groningen
Lees verderHalfjaarlijks gesprek Lobby mobiliteit 21:00 - 22.00
Lees verder