Woord­voering: parti­ci­patie

1e termijn:

Mevrouw Bosma (Partij voor de Dieren): Dank u wel, Voorzitter. Tijdens de sessie voor wensen en bedenkingen hebben wij het beleidskader en de verordening natuurlijk al besproken. Tijdens de sessie hebben wij voorgesteld om vaker dan één keer per raadsperiode de verordening en het kader te evalueren en ook om een inspanningsverplichting, net als in de gemeente Amsterdam, op te nemen om ondervertegenwoordigde groepen beter te kunnen bereiken. We vroegen ons af wat de overweging is geweest van het college om die niet mee te nemen in de nieuwe versie.

2e termijn:

Mevrouw Bosma (Partij voor de Dieren): Dank u, Voorzitter. Tijdens de sessie voor wensen- en bedenkingen afgelopen november begon ik met complimenten over de leesbaarheid van het stuk. Dat wil ik nu opnieuw doen, omdat die er zelfs op vooruit is gegaan in het kader. Dat is heel mooi om te lezen. Ook is het goed om te lezen dat de input uit de eerdere sessie is meegenomen, bijvoorbeeld over dat informeren van inwoners op zich geen participatie is. In de voorbereiding van deze sessie vond ik het heel fijn dat er een verslag was bijgevoegd van wat inwoners hadden gemeld en de input die ze hadden geleverd en wat de overwegingen waren geweest om dat wel of niet mee te nemen. Als raad hebben wij tijdens de sessie voor wensen- en bedenkingen soortgelijke input geleverd. Ik had het in de voorbereiding van deze sessie fijn gevonden als daar ook zo een formuliertje van was geweest, zodat we konden zien dat is meegenomen met die overweging en dat is eruit gelaten. Dat is iets over de vorm, misschien voor een volgende keer of voor in de evaluatie. 

 Ook gelijk het volgende punt, want ik kon zelf ook zoeken. Ik zag dat onze punten over het vaker dan één keer per raadsperiode evalueren en de inspanningsverplichting niet zijn meegenomen in de nieuwe versie. We zien op dit moment nog voldoende argumenten om dat mee te nemen, dus we denken na over een amendement daarover indienen. Dat zullen we in overleg met andere fracties en de schrijvers van de stukken doen. Tot zover.