Woord­voering: Rege­lin­genwoud (armoede)


6 december 2023

Vraag: Dank, Voorzitter. We hebben vragen over wat er staat onder ontwikkellijn één: de algemene regeling. Er heeft een experiment in Zaanstad, Tilburg en Amsterdam plaatsgevonden: het Kansfonds. De collegebrief geeft aan dit interessant te vinden, want het gaat om eigen regie en vertrouwen. Er wordt gekeken naar de ontwikkelingen daarvan. Onze vraag is: wat is de afweging om zoiets niet zelf te doen? Waar komt het college mee? Is er een afweging of zouden wij ook een experiment kunnen doen? Zit dat in de gedachte dat je mensen eigen geld en eigen regie geeft? Ik benieuwd naar de politieke afweging daarvan van het college.

De heer Eikenaar: Meneer Van Zoelen vroeg waarom niet geld geven? Het dilemma met dit project is dat het een gesloten iets is. Dat project loopt met die gemeente en daar kun je niet zomaar bij aansluiten. Aan de andere kant en daar komen we begin volgend jaar op terug met het totale armoedebeleid, zal dit mogelijk wel in één of andere vorm wellicht terugkomen in dat beleid. Zeker zijn we daar niet van, omdat het inkomenspolitiek is die je niet zomaar mag bedrijven. In een of andere vorm komt het daar wel in terug. Niet in de letterlijke vorm vermoedelijk zoals het hier wordt gedaan. Wij volgen dit experiment op de voet. Eerlijk gezegd is het mijn persoonlijke overtuiging dat op het moment dat mensen een hoger inkomen te besteden hebben, de problemen afnemen. Als je het sociaal minimum op een fatsoenlijk niveau zet, verdwijnen aantal problemen in deze samenleving als sneeuw voor de zon: psychische problemen, geweld, criminaliteit, enzovoort. Allerlei dingen die te maken hebben met grote ongelijkheid in een samenleving en die dus ook in onze samenleving is.

---

De heer Van Zoelen: Ja, ik ben het helemaal eens met CDA dat het vanuit het Rijk moet komen. Alleen de praktijk is dat het vanuit het Rijk niet komt. Er zijn kinderen die geen laptop hebben om naar school te gaan. Of er zijn mensen die geen geld hebben om de wasmachine te repareren. Is het CDA niet van mening dat we een goede regelingenstructuur moeten hebben voor die mensen in de gemeente? Dat we in de gemeente die taak moeten oppakken, zodat zij een laptop kunnen krijgen en of een wasmachine kunnen krijgen als die kapot is?

---

De heer Van Zoelen: Dank u, Voorzitter. De VVD zegt: stop alles in de algemene bijzondere bijstand. Dan zegt de VVD: "Dan kijken we wel wie wat nodig heeft en dan verstrekken we dat uit die pot." Dat klinkt heel sympathiek, maar dan ben ik benieuwd van de VVD wat dan precies de criteria zijn? Moet iemand een inkomenstoets afleggen? Wat wordt gedaan om te kijken of dat wel echt nodig is?
Hoe ziet de VVD dat? Vallen er misschien niet een heleboel mensen uit de boot die nu wel bediend worden via alle regelingen die we hebben? Of bent u heel ruimhartig dat u denkt: we vertrouwen u en u heeft recht op een wasmachine of een laptop. Hoe is die barmhartigheid met die regeling.

----

De heer Van Zoelen: Dank. Het is uitsluitend wat het CDA al heeft gezegd, maar er zijn kinderen die leerachterstanden hebben op school vanwege armoede. Daar is een pot met geld voor. Er zijn vele problemen met armoede. Daar hebben we een pot met geld voor wat we besteden. Als je geld besteedt aan een groep studenten met toekomstperspectief, kun je datzelfde geld niet meer inzetten voor armoedeproblemen voor echt schrijdende gevallen. Ik ben benieuwd van de Stadspartij, waarvan ik weet dat die zeer begaan is met mensen die in armoede zitten: hoe kun je die afweging maken om dat pot geld in te zetten voor de studenten? Kan de Stadspartij uitleggen hoe je dat wilt financieren?

---

De heer Van Zoelen: Dank, Voorzitter. Dank voor deze collegebrief en voor de bespreekpunten. Ik vond het een mooi debat wat ontstond tussen de PvdA, VVD en CDA over de bushokjes. Het is doodnormaal dat we daar gokreclame opzetten, of het is doodnormaal dat we daar vliegreclame naar verre oorden opzetten die mensen zien, die dat nooit kunnen betalen. Of die helemaal geen geld hebben om naar het casino te gaan of met de Staatsloterij mee te doen.

Voorzitter: Een interruptie van VVD.

Mevrouw Akkerman: Voorzitter, bedankt. Ik weet dat wij als gemeente steeds meer in eigen regie willen hebben, maar ik wist niet dat we een eigen vliegbedrijf en een eigen gokbedrijf hebben momenteel. Heb ik dat gemist, die ontwikkeling, dat we nu een eigen gokbedrijf en een eigen vliegbedrijf hebben?

De heer Van Zoelen: Nee, dat is niet het punt wat ik maak. Het is doodnormaal dat wij zien dat je kunt gokken bij de Staatsloterij of in het casino, of dat we naar verre landen kunnen gaan. Dat er tegelijkertijd een heleboel mensen in de maatschappij niet aan mee kunnen doen. Het is een heel goed voorstel van de PvdA om die bushokjes in te zetten om bekendheid te geven aan die regelingen die wij hebben. Waarom niet? Waarom is dat zo abnormaal en is dat andere heel raar? Ik was getriggerd over hoe dat debat ging. Ik vind dat een ontzettend goed idee.

Voorzitter: U krijgt een interruptie van D66.

Mevrouw Gietema: As we het dan hebben over effectiviteit en simpeler maken, vraag me af: hoe effectief vindt u het om dat op bushokjes neer te zetten? We weten dat inwoners vanuit hun leefwereld niet per se zitten te wachten op hulp en dat het ontzettend moeilijk is om een stap te maken naar een partij die op een manier aanzet op wat zij nodig hebben. Bent u het bij mij eens dat we misschien beter meer kunnen inzetten op bekendheid van regelingen onder vrijwilligersorganisaties bijvoorbeeld?

De heer Van Zoelen: U heeft uiteraard een punt, ook het punt wat u maakt over de bestaande regelingen. Het is heel belangrijk om te kijken naar die bestaande regelingen die nu van toepassing kunnen zijn op situaties om die bekendheid te geven. U noemde het Floreshuis, maar ik ben benieuwd: hoe kunnen we dat doen? Bijvoorbeeld één loket? Misschien zit er een automatiseringsvraagstuk bij. Dat een coach of een ervaringsdeskundige een inventarisatie maakt van iemand. Dat je een lijst krijgt met geadministreerde regelingen en dat het op maat aangeboden kan worden. Ik ben het in die zin met D66 eens dat je die regelingen meer bekendheid moet geven en dat we naar middelen moeten zoeken om die aansluiting te kunnen vinden.

Voorzitter: U heeft nog twee vragen. Een van D66 en van het CDA. Daarna kunt u
doorgaan met uw woordvoering.

Mevrouw Gietema: Ik wil in ieder geval rechtzetten, Voorzitter, dat ik niet heb gezegd dat één partij alle regelingen rechtstreeks zelf zou moeten kunnen aanvragen. Waar ik wel voorstander van ben is bijvoorbeeld de Stadjespas. Die anderhalve verstrekt kan worden. Ik heb vooral de samenwerking onderstreept en niet per se dat één partij de lijst moet hebben.

De heer Van Zoelen: Dan heb ik dat begrepen dat wij daar op één lijn zitten, maar dan zitten we wel te denken: hoe kun je die regelingen in plaats van om ze weg te gooien, de lijn die ingezet is in de brief om ze te vereenvoudigen, maar om die stappen te zetten zoals de ChristenUnie voorstelt: hoe kun je ze versimpelen en hoe kunnen we ze meer bekendheid geven? Ik denk dat het deels een automatiseringsproces probleem is. Dat je makkelijk kan zien welke regelingen van toepassing zijn op een specifieke situatie en hoe je ze aan kunt bieden. In het vervolg willen we dat graag meegeven aan de wethouder of daar mogelijkheden in zijn.

Voorzitter: Nog een vraag van het CDA, de heer De Haan.

De heer De Haan: De Partij voor de Dieren had het over één loket, maar die loketten
hebben we in principe al met de WIJ-teams en het Harm Buiterplein. Mist u daar nog
iets aan loketten in? Wat zou de Partij voor de Dieren daarin willen?

De heer van Zoelen: Dank. Ik denk dat die interactie er al is. Dan is het de vraag: hoe matchen die regelingen op iemand die het nodig heeft, die daar aan dat loket verschijnt. Ik denk dat het daar vaak misgaat. Dat het niet duidelijk is wat je kunt toepassen aan regelingen. Misschien valt daar een verbeterslag te maken. Dat is een vraag of dat meegenomen kan worden en dat is een vraag aan de wethouder. Over de algemene regeling: we zijn blij met beantwoording van de wethouder op mijn vraag in de eerste termijn: kunnen we kijken naar meer eigen regie voor de mensen? Bijvoorbeeld zo'n voedselbank is een regeling wat er helemaal niet hoort te zijn. Dat je mensen geld geeft zodat ze naar de supermarkt kunnen gaan om boodschappen te doen. Dat geeft veel meer zelfvertrouwen en minder stigma. Ik begrijp dat het juridisch moeilijk is en dat je niet aan inkomenspolitiek mag doen, maar het zou mooi zijn om te gaan verkennen wat in die eerste lijn mogelijk is, zodat wij meer zelfregie kunnen geven. Ook als het gaat om witgoedregelingen, zoals de ChristenUnie al heeft gezegd, dat daar meer vrijheid komt. Mensen kunnen zelf de regie nemen om
te zien wat ze nodig hebben. Ik denk dat ik het hierbij wil laten.