Schriftelijke vragen betreffende de ontheffing voor het doden van dieren op Groningen Airport Eelde
Indiendatum: feb. 2020
Geacht College,
Gedeputeerde Staten van Drenthe hebben op 23 januari j.l. een ontheffing verleend voor het doden van vogels en zoogdieren op het terrein van Groningen Airport Eelde. Middels deze ontheffing wordt toegestaan dat op het luchthaventerrein 67 diersoorten worden gedood, 41 soorten vogels en 26 soorten zoogdieren, een aantal van deze soorten staan zelfs op de Rode Lijst. Voor veel diersoorten ontbreekt de onderbouwing waarom deze een gevaar vormen voor de luchtverkeersveiligheid.
Wij stellen u graag de volgende vragen:
- In hoeverre is er afstemming geweest tussen GS Drenthe, de provincie Groningen en de andere aandeelhouders over het verlenen van en de inhoud van deze ontheffing? Zo ja, wat was daarbij uw inbreng? Zo nee, bent u bereid om alsnog in overleg te treden met GS van Drenthe over (de gevolgen van) deze ontheffing?
- Bent u bereid om aan te dringen op intrekken van de ontheffing, teneinde deze te laten vervangen door een ontheffing waarin slechts verjagen of wegvangen en weer uitzetten als middel is toegestaan? Zo nee, waarom niet?
- Gs Drenthe verleent ontheffing voor het doden van vele vogels, zoals onder andere de scholekster, die tot de doelsoorten van de gemeente Groningen behoort. Wat is uw visie op het feit dat dit ingaat tegen uw doelsoortenbeleid en dat u investeert in een diersoort die iets verderop wordt dood geschoten?
- GS Drenthe verleent ontheffing voor het doden van vogelsoorten van de Rode Lijst (o.a. Goudplevier, Pijlstaart, Patrijs, Slobeend, Smient, Wintertaling, Wulp). In de nabijgelegen N2000 gebieden kop van de Drentsche Aa en Zuidlaardermeer, en het weidevogelgebied Gorecht wordt alles uit de kast gehaald om o.a. scholekster, wulp en kievit voor verdwijnen te behoeden. Een groot deel van deze vogelsoorten broedt daarnaast juist ook buiten de aangewezen kerngebieden.
- Onderschrijft u de tekst in de ontheffing die stelt dat er geen sprake is van verslechtering van de staat van instandhouding? Op welke wijze is dit onderzocht?
- De provincie Groningen voert in het kader van soortenbescherming vele beschermingsmaatregelen uit, hoe wenselijk is het vervolgens dat dieren die mogelijk uit beschermde gebieden in deze provincie komen, maar bij GAE fourageren, worden gedood?
- Wat vindt u in zijn algemeenheid van het doden van zwaar beschermde Rode Lijstsoorten door de overheid die juist belast is met de taak deze dieren te beschermen?
- Deelt u de mening dat het ethisch problematisch is dat in het beleid van GAE de belangen van dieren structureel worden genegeerd? Zo nee, waarom niet?
- Is het volgens u correct dat voor alle te doden diersoorten: a. gevaar voor het vliegverkeer is aangetoond, b. geen ‘bevredigende oplossing’ voorhanden is om de dieren te verjagen of verplaatsen?
- Zo ja, kunt u dit onderbouwd per diersoort toelichten?
- Kunt u aangeven hoe op GAE toezicht gehouden gaat worden op voorschrift 2, dat de met name genoemde beschermde inheemse dieren slechts in uiterste gevallen [mogen] worden gedood en pas nadat de volgende preventieve maatregelen zijn genomen: akoestische middelen en visuele middelen en overige preventieve middelen ´? Er geldt wel een registratieplicht maar aangezien schieten vaak sneller en makkelijker is dan verjagen blijft het ongewis of de preventieve maatregelen daadwerkelijk (correct) zijn toegepast.
- Wat is de reden dat in voorschrift 4 is opgenomen dat het vervoer van gedode vogels zodanig dient plaats te vinden dat de vogels vanaf de openbare weg niet zichtbaar zijn? Voor wie moet dit vervoer verborgen gehouden worden? Hoe draagt dit voorschrift bij aan de maatschappelijke informatiepositie over het doden van dieren rond vliegvelden?
- Langgrasbeheer (waardoor het terrein voor vogels minder aantrekkelijk wordt) wordt nationaal en internationaal toegepast. In het Faunabeheerplan Drenthe staat echter dat GAE het langgrasbeheer heeft opgeschort. Kunt u aangeven waarom dat is gebeurd? Bent u bereid er bij GS Drenthe op aan te dringen alsnog langgrasvelden aan te leggen op het vliegveld? Bent u het met ons eens dat het immoreel is dieren te doden, terwijl er niet wordt gekozen voor een andere groeninrichting?
- 'Het uitgangspunt van het Flora en Faunabeheerplan blijft onveranderd het zogenaamde Zero-Tolerance beleid', staat te lezen in het Faunabeheerplan van GAE. Wat wordt hiermee bedoeld? Is dat beleid volgens u nodig voor de veiligheid?
Met vriendelijke groet,
Kirsten de Wrede
Partij voor de Dieren
Indiendatum:
feb. 2020
Antwoorddatum: 1 apr. 2020
Geachte heer, mevrouw,
Hierbij doen wij u toekomen ons antwoord op de door mevrouw K. de Wrede van de Partij voor de Dieren gestelde vragen ex art. 38 RvO over de ontheffing voor het doden van dieren op Groningen Airport Eelde. De brief van de vragensteller treft u als bijlage aan.
Groningen Airport Eelde N.V. (GAE NV) heeft in het kader van de luchtvaartveiligheid bij de Gedeputeerde Staten van Drenthe een ontheffing aangevraagd voor het beheer van vogels en dieren op Groningen Airport Eelde. Gedeputeerde Staten van Drenthe hebben de ontheffing op 23 januari 2020 verleend. Veel van de vragen die de Partij voor de Dieren stelt vallen onder de bevoegdheid van andere overheidsinstanties. Bij de beantwoording van deze vragen verwijzen wij daarom naar de de desbetreffende bevoegde gezagen zonder dat wij inhoudelijk op de vragen reageren.
1. In hoeverre is er afstemming geweest tussen GS Drenthe, de provincie Groningen en de andere aandeelhouders over het verlenen van en de inhoud van deze ontheffing? Zo ja, wat was daarbij uw inbreng? Zo nee, bent u bereid om alsnog in overleg te treden met GS van Drenthe over (de gevolgen van) deze ontheffing? Er heeft geen overleg plaatsgevonden met de individuele aandeelhouders van GAE NV. Het is ook geen bevoegdheid van een aandeelhouder om via het aandeelhoudersoverleg te treden in de publiekrechtelijke verhouding tussen de GAE NV en de ontheffing verlenende provincie. Op 20 maart 2020 hebben wij bekend gemaakt dat wij onze aandelen in GAE NV hebben overgedragen. Daarom zien wij op dit moment ook geen noodzaak om in overleg te treden met GS van Drenthe over de ontheffing.
2. Bent u bereid om aan te dringen op intrekken van de ontheffing, teneinde
deze te laten vervangen door een ontheffing waarin slechts verjagen of
wegvangen en weer uitzetten als middel is toegestaan? Zo nee, waarom niet?
Zie onze reactie bij vraag 1.
3. Gs Drenthe verleent ontheffing voor het doden van vele vogels, zoals onder
andere de scholekster, die tot de doelsoorten van de gemeente Groningen
behoort. Wat is uw visie op het feit dat dit ingaat tegen uw doelsoortenbeleid
en dat u investeert in een diersoort die iets verderop wordt dood geschoten?
Voor onze belangrijkste ecologische gebieden hebben wij doelsoorten
aangewezen. Ons doelsoortenbeleid moet zorgen voor een hogere
biodiversiteit van de natuur in onze gemeente. Het doden van enkele
exemplaren van deze doelsoorten in de provincie Drenthe gaat niet in tegen
ons doelsoortenbeleid.
4. GS Drenthe verleent ontheffing voor het doden van vogelsoorten van de
Rode Lijst (o.a. Goudplevier, Pijlstaart, Patrijs, Slobeend, Smient,
Wintertaling, Wulp). In de nabijgelegen N2000 gebieden kop van de
Drentsche Aa en Zuidlaardermeer, en het weidevogelgebied Gorecht wordt
alles uit de kast gehaald om o.a. scholekster, wulp en kievit voor verdwijnen
te behoeden. Een groot deel van deze vogelsoorten broedt daarnaast juist ook
buiten de aangewezen kerngebieden.
a.Onderschrijft u de tekst in de ontheffing die stelt dat er geen sprake is van
verslechtering van de staat van instandhouding? Op welke wijze is dit
onderzocht?
Voor dit antwoord verwijzen wij naar de provincie Drenthe.
b. De provincie Groningen voert in het kader van soortenbescherming vele
beschermingsmaatregelen uit, hoe wenselijk is het vervolgens dat dieren die
mogelijk uit beschermde gebieden in deze provincie komen, maar bij GAE
fourageren, worden gedood?
Voor dit antwoord verwijzen wij naar de provincie Groningen.
c. Wat vindt u in zijn algemeenheid van het doden van zwaar beschermde
Rode Lijstsoorten door de overheid die juist belast is met de taak deze dieren
te beschermen?
Het doden van dieren vinden wij nooit wenselijk. Vanuit het oogpunt van
zwaarwegende belangen is doden soms, als allerlaatste optie, onontkoombaar
d. Deelt u de mening dat het ethisch problematisch is dat in het beleid van
GAE de belangen van dieren structureel worden genegeerd? Zo nee, waarom
niet?
Zie onze beantwoording bij vraag 4c.
5. Is het volgens u correct dat voor alle te doden diersoorten:a. gevaar voor
het vliegverkeer is aangetoond, b. geen ‘bevredigende oplossing’ voorhanden
is om de dieren te verjagen of verplaatsen? Zo ja, kunt u dit onderbouwd per
diersoort toelichten?
Voor de antwoorden op de vragen 5a en 5b verwijzen wij naar de provincie
Drenthe.
6. Kunt u aangeven hoe op GAE toezicht gehouden gaat worden op
voorschrift 2, dat de met name genoemde beschermde inheemse dieren slechts
in uiterste gevallen [mogen] worden gedood en pas nadat de volgende
preventieve maatregelen zijn genomen: akoestische middelen en visuele
middelen en overige preventieve middelen ´? Er geldt wel een
registratieplicht maar aangezien schieten vaak sneller en makkelijker is dan
verjagen blijft het ongewis of de preventieve maatregelen daadwerkelijk
(correct) zijn toegepast.
Voor dit antwoord verwijzen wij naar de provincie Drenthe.
7. Wat is de reden dat in voorschrift 4 is opgenomen dat het vervoer van
gedode vogels zodanig dient plaats te vinden dat de vogels vanaf de openbare
weg niet zichtbaar zijn? Voor wie moet dit vervoer verborgen gehouden
worden? Hoe draagt dit voorschrift bij aan de maatschappelijke
informatiepositie over het doden van dieren rond vliegvelden?
Voor dit antwoord verwijzen wij naar de provincie Drenthe.
8. Langgrasbeheer (waardoor het terrein voor vogels minder aantrekkelijk
wordt) wordt nationaal en internationaal toegepast. In het Faunabeheerplan
Drenthe staat echter dat GAE het langgrasbeheer heeft opgeschort. Kunt u
aangeven waarom dat is gebeurd? Bent u bereid er bij GS Drenthe op aan te
dringen alsnog langgrasvelden aan te leggen op het vliegveld? Bent u het met
ons eens dat het immoreel is dieren te doden, terwijl er niet wordt gekozen
voor een andere groeninrichting?
We hebben op 20 maart 2020 bekend gemaakt dat we onze aandelen GAE
NV hebben overgedragen. Daarom vinden we het op dit moment geen
noodzaak om bij GS Drenthe aan te dringen op het aanleggen van
langgrasvelden.
Voor de overige antwoorden verwijzen wij naar de provincie Drenthe.
9. 'Het uitgangspunt van het Flora en Faunabeheerplan blijft onveranderd
het zogenaamde Zero-Tolerance beleid', staat te lezen in het
Faunabeheerplan van GAE. Wat wordt hiermee bedoeld? Is dat beleid
volgens u nodig voor de veiligheid?
Voor dit antwoord verwijzen wij naar GAE en de provincie Drenthe.
Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
burgemeester en wethouders van Groningen,
loco-burgemeester, secretaris,
Roeland van der Schaaf Christien Bronda
Interessant voor jou
Schriftelijke vragen betreffende het verlenen van een omgevingsvergunning voor een nieuwe biomassacentrale in Haren, nabij Beatrixoord
Lees verderSchriftelijke vragen over bezwaarprocedure vergunning vossenjacht
Lees verder