Schriftelijke vragen betreffende het verjagen van meeuwen, roeken en andere vogels
Indiendatum: jul. 2019
Geacht college,
U heeft besloten een ontheffingsaanvraag in te dienen bij de provincie voor het verjagen van roeken op een aantal “overlastlocaties”. Hierover stellen wij u graag enkele vragen. Wij willen ook graag van u weten wat u van particulier en bedrijfsmatig verjagen van vogels vindt.
Ongeveer 10000 jaar geleden begonnen jager-verzamelaars landbouwgewassen te kweken en dieren in gevangenschap te houden. De overgang naar een sedentaire levensstijl en de in aantallen stijgende populaties mensen, hebben geleid tot een zeer grote afname van wilde dieren, natuur en biodiversiteit. Die afname is zo groot dat wetenschappers wereldwijd waarschuwen voor de ineenstorting van ecosystemen en het in gevaar komen van onze voedselvoorziening en – hiermee samenhangend – de mondiale politieke stabiliteit.
In 2019 publiceerde het biodiversiteitspanel van de Verenigde Naties (IPBES) een rapport over biodiversiteit. De belangrijkste conclusie is dat de natuur wereldwijd in een ongekend snel tempo achteruit gaat. Binnen enkele decennia worden een miljoen soorten in hun voortbestaan bedreigd. Ook in Nederland is in de afgelopen honderd jaar 85 % van de oorspronkelijke diversiteit aan soorten planten en dieren verdwenen, met als gevolg het plotselinge succes van bepaalde soorten, zoals de eikenprocessierups, die minder natuurlijke vijanden heeft dan vroeger.
Je zou verwachten dat menselijke dieren inzien dat de balans zoek is en dat niet- menselijke dieren en natuur meer ruimte moeten krijgen, maar helaas is het tegendeel waar. Betreft het geen huisdieren of landbouwdieren, zijn dieren meestal vogelvrij: voor vrijwel iedere soort kan een ontheffing worden aangevraagd om ze te verjagen dan wel te doden en vaak is zelfs dat niet eens nodig. Denk bijvoorbeeld aan reeën, ganzen, vossen, muskusratten, muizen en mieren.
Er zijn thans 23 miljard kippen op aarde, met een gezamenlijke massa die groter is dan alle andere vogels op de wereld bij elkaar. Je zou kunnen zeggen dat de kip het meest succesvolle dier ter aarde is, ware het niet dat het dier zo’n rotleven heeft: het wordt op de meest goedkope manier vetgemest en na ongeveer 40 dagen gedood en opgediend in de vorm van bijvoorbeeld “hot wings” bij Kentucky Fried Chicken. De overblijfselen worden buiten weggegooid en trekken meeuwen aan, die vervolgens weer verjaagd worden door bouwgroothandel de Bauhaus: “Bauhaus gebruikt geen nepvogels maar heeft vijftien speakers op het dak staan die om de twintig minuten een hels kabaal laten horen. Het is het geschreeuw van meeuwen. ,,Het is het opgenomen geluid van meeuwen in een kooi toen er naast hen een roofvogel in een kooi werd gezet. De meeuwen beginnen dan zo te krijsen dat ze andere meeuwen waarschuwen om wég te blijven’’, zegt het hoofd interne dienst van Bauhaus.” [1]
1. In hoeverre acht u het wegjagen van meeuwen door een dergelijke geluidsinstallatie moreel acceptabel? Kunt u aangeven wat u wel en wat u niet acceptabel vindt en waarom? Bent u bereid de mogelijkheid voor een verbod op het bedrijfsmatig gebruik van vogelverschrikkers in de APV te onderzoeken?
2. In april zei “stadsecoloog Jan Doevendans” het volgende over dergelijke geluidsinstallaties: …” Die nepvogels en die herrie uit speakers verjagen niet alleen meeuwen, maar ook andere vogels… “ Volgens hem komen er steeds meer van dergelijke vogelverschrikkende zaken. In hoeverre komt dit overeen met uw bevindingen?
3. Ook particulieren gebruiken vogelverschrikkers, als ze menen dat hun slaap bedreigd wordt door broedende vogels. [2] In hoeverre acht u dit gebruik moreel acceptabel? Bent u bereid met dergelijke mensen in gesprek te gaan of een verbod op particulier gebruik voor vogelverschrikkers in de APV op te nemen? Bent u bereid die laatste mogelijkheid te onderzoeken? Zo nee, waarom niet?
4. In hoeverre acht u de vogelverschrikkers een bedreiging voor uw ecologische doelstellingen?
5. In uw brief aan de raad, die niet gedateerd en niet ondertekend is en waarin u vertelt over uw voornemen de roeken te verjagen, schrijft u niets over de hoeveelheid roeken die u wilt verjagen, de aantallen mensen die hebben geklaagd dan wel zeggen last te hebben van de roeken, of over de andere mogelijkheden die er zijn om het samenleven tussen mens en dier hier succesvoller te laten verlopen. In hoeverre heeft u zelf deze zaken goed in kaart gebracht? Wat is de afstand tussen de roeken koloniën en menselijke bewoning? Ervaren mensen het hele jaar door overlast of alleen in een korte periode? Is het mogelijk om dan bijvoorbeeld de auto of de was onder een afdakje te plaatsen? Op basis van welke feiten precies en welke alternatieven, heeft u besloten tot het verjagen van de roeken; wat zijn hier uw afwegingscriteria geweest? Kunt u ook de situatie in Noordlaren schetsen?
6. Het verjagen van roeken, dat gecombineerd wordt met een beheerplan, kost geld. Hoeveel geld gaat het verjagen van roeken de gemeente kosten? En uit welk potje gaat u dat halen? In hoeverre zou u overlast voor burgers kunnen compenseren of voorkomen met dat bedrag, zonder over te moeten gaan tot het verjagen van de roeken koloniën, waarvan u zelf al aangeeft dat dit wellicht tevergeefs is, omdat de dieren kunnen terugkeren dan wel zich elders vestigen waar mensen wederom overlast ervaren?
7. U geeft zelf aan in uw brief dat het feit dat u op deze plek roeken wilt (laten) verjagen, er waarschijnlijk toe leidt dat er nog meer bewoners komen die u zullen verzoeken iets te doen aan nabij wonende roeken. Bent u het met de Partij voor de Dieren eens dat het diervriendelijk zou zijn om te pleiten voor tolerantie jegens dieren en te zoeken naar andere oplossingsrichtingen dan verjagen, in plaats van intolerantie jegens dieren te stimuleren en ruim baan te geven?
8. In hoeverre heeft u met de klagende bewoners en organisaties die iets met vogels hebben, zoals bijvoorbeeld de Natuur- en Milieufederatie Groningen en Avifauna, in de afgelopen periode onderzocht en overlegd of er andere oplossingen waren?
9. Bent u het met de Partij voor de Dieren eens dat er geen scherpe scheidslijn te trekken is tussen plekken voor bewoning voor niet- menselijke en menselijke dieren? En dat dit ook niet gewenst is?
10. Bent u het met de Partij voor de Dieren eens dat wilde dieren, gezien de staat van de biodiversiteit wereldwijd en in Nederland, met de grootst mogelijke omzichtigheid behandeld moeten worden? Op welke wijze verhoudt het verjagen van roeken zich daartoe volgens u? Bent u het met de Partij voor de Dieren eens dat de boodschap van het verjagen van roeken luidt, dat dieren minder belangrijk zijn dan mensen en dat als je last van ze hebt, je het recht hebt om daar iets aan te doen? Bent u het met ons eens dat dit een onwenselijk signaal is?
Met vriendelijke groet,
Kirsten de Wrede
Partij voor de Dieren
[1] https://www.dvhn.nl/groningen/Meeuwen-aan-de-haal-met-kippenbouten-KFC-Groningen-overlast-op-afkluifplek-Sontplein-24319519.html
[2] https://www.dvhn.nl/groningen/Vogelverschrikvlieger-jaagt-luidruchtige-vogels-de-straat-uit-Kiek%E2%80%99m-goan-23396610.html
Indiendatum:
jul. 2019
Antwoorddatum: 4 sep. 2019
Geachte heer, mevrouw,
Hierbij doen wij u toekomen ons antwoord op de schriftelijke vragen ex art. 38 RvO van mevrouw K. de Wrede van Partij voor de Dieren over verjagen van meeuwen, roeken en andere vogels. De brief van de vragensteller treft u als bijlage aan.
Vragenstelster refereert in haar introductie aan de afname van biodiversiteit in Nederland en het feit dat diverse diersoorten verjaagd mogen worden, al dan niet met een ontheffing op de Wet natuurbescherming. Tevens wordt de geluidinstallatie op het dak van de Bauhaus aangehaald. De installatie speelt geluid af van krijsende meeuwen die soortgenoten ‘waarschuwen’ weg te blijven.
1. In hoeverre acht u het wegjagen van meeuwen door een dergelijke geluidsinstallatie moreel acceptabel? Kunt u aangeven wat u wel en wat u niet acceptabel vindt en waarom? Bent u bereid de mogelijkheid voor een verbod op het bedrijfsmatig gebruik van vogelverschrikkers in de APV te onderzoeken?
Wij vinden het verjagen van meeuwen middels een geluidsinstallatie een diervriendelijke wijze van verjagen. In de natuur reageren dieren ook op (afschrikwekkende) geluiden. Een verbod op het (bedrijfsmatig dan wel particulier) gebruik van vogelverschrikkers nemen wij in de APV niet op.
2. In april zei “stadsecoloog Jan Doevendans” het volgende over dergelijke geluidsinstallaties: …” Die nepvogels en die herrie uit speakers verjagen niet alleen meeuwen, maar ook andere vogels… “ Volgens hem komen er steeds meer van dergelijke vogelverschrikkende zaken. In hoeverre komt dit overeen met uw
bevindingen?
Wij zijn, naast de geluidsinstallatie op de Bauhaus, bekend met 2
locaties waar een roofvogelvlieger geplaatst is. De effecten daarvan
op vogels hebben wij niet gemonitord. Het is te verwachten dat ook
andere dan de overlastvogels verjaagd kunnen worden door een
dergelijke vlieger.
3. Ook particulieren gebruiken vogelverschrikkers, als ze menen dat hun
slaap bedreigd wordt door broedende vogels. In hoeverre acht u dit
gebruik moreel acceptabel? Bent u bereid met dergelijke mensen in
gesprek te gaan of een verbod op particulier gebruik voor
vogelverschrikkers in de APV op te nemen? Bent u bereid die laatste
mogelijkheid te onderzoeken? Zo nee, waarom niet?
Zie het antwoord op vraag 1.
4. In hoeverre acht u de vogelverschrikkers een bedreiging voor uw
ecologische doelstellingen?
Onze ecologische doelstellingen gaan niet alleen over vogels maar
betreffen ook andere diersoorten en planten die geen hinder van een
vogelverschrikker ondervinden. Onze ecologische doelstellingen zijn
niet in het geding als gevolg van vogelverschrikkers.
5. In uw brief aan de raad, die niet gedateerd en niet ondertekend is en
waarin u vertelt over uw voornemen de roeken te verjagen, schrijft u
niets over de hoeveelheid roeken die u wilt verjagen, de aantallen
mensen die hebben geklaagd dan wel zeggen last te hebben van de
roeken, of over de andere mogelijkheden die er zijn om het
samenleven tussen mens en dier hier succesvoller te laten verlopen. In
hoeverre heeft u zelf deze zaken goed in kaart gebracht? Wat is de
afstand tussen de roeken koloniën en menselijke bewoning? Ervaren
mensen het hele jaar door overlast of alleen in een korte periode? Is
het mogelijk om dan bijvoorbeeld de auto of de was onder een afdakje
te plaatsen? Op basis van welke feiten precies en welke alternatieven,
heeft u besloten tot het verjagen van de roeken; wat zijn hier uw
afwegingscriteria geweest? Kunt u ook de situatie in Noordlaren
schetsen?
De overlast begint globaal in februari en duurt de hele zomer, met een
zwaartepunt in de periode februari-mei. De roeken nestelen in
sommige gevallen op slechts enkele meters van de gevels van
woningen. In Ten Boer gaat het om een heel grote groep roeken
waardoor ook de massaliteit de ernst van de overlast vergroot. Een
afdakje boven alle auto’s, waslijnen en zitplaatsen in tuin en balkon is
theoretisch mogelijk maar niet realistisch. Het neemt bovendien de
geluidsoverlast niet weg. Bewoners ervaren de overlast als
onaanvaardbaar door onder andere slechte nachtrust. Deze overlast
bestaat zolang de roeken aanwezig blijven. De enige optie om overlast
voor bewoners op te lossen, is dan ook het verjagen van roeken. In
Noordlaren waren in 2013 nog 34 nesten aanwezig aan de
Zuidlaarderweg. Voor het verjagen van deze roeken is in 2015 een
ontheffing verkregen. Er zijn sindsdien nesten verplaatst, roeken
verjaagd en elk voorjaar worden enkele nestbeginselen verwijderd.
6. Het verjagen van roeken, dat gecombineerd wordt met een
beheerplan, kost geld. Hoeveel geld gaat het verjagen van roeken de
gemeente kosten? En uit welk potje gaat u dat halen? In hoeverre zou
u overlast voor burgers kunnen compenseren of voorkomen met dat
bedrag, zonder over te moeten gaan tot het verjagen van de roeken
koloniën, waarvan u zelf al aangeeft dat dit wellicht tevergeefs is,
omdat de dieren kunnen terugkeren dan wel zich elders vestigen waar
mensen wederom overlast ervaren?
De kosten voor het verjagen kunnen vooraf enkel geschat worden, de
daadwerkelijke kosten blijken achteraf. De schatting is dat het
opstellen van het beheerplan voor 3 locaties en het uitvoeren van de
daarin beschreven maatregelen voor een bedrag van € 55.000,- in het
eerste jaar te realiseren zijn. Wij verwachten met € 15.000,- per jaar
de navolgende jaren toe te kunnen. De kosten worden gedekt uit het
programma ‘kwaliteit van de leefomgeving’. Voor de genoemde
bedragen kan maar zeer beperkt uitvoering gegeven worden aan
maatregelen om overlast te compenseren of te voorkomen.
7. U geeft zelf aan in uw brief dat het feit dat u op deze plek roeken wilt
(laten) verjagen, er waarschijnlijk toe leidt dat er nog meer bewoners
komen die u zullen verzoeken iets te doen aan nabij wonende roeken.
Bent u het met de Partij voor de Dieren eens dat het diervriendelijk
zou zijn om te pleiten voor tolerantie jegens dieren en te zoeken naar
andere oplossingsrichtingen dan verjagen, in plaats van intolerantie
jegens dieren te stimuleren en ruim baan te geven?
Bij een conflict tussen mens en dier wegen wij belangen tegen elkaar
af. In veel gevallen doen wij bij meldingen van overlast door dieren
een beroep op tolerantie van bewoners. In het geval van de
roekenoverlast weegt het belang van bewoners wat ons betreft zwaar
en kiezen wij ervoor in te zetten op verjaging van roeken. Wij nemen
afstand van uw suggestie dat wij intolerantie jegens dieren stimuleren
en ruim baan geven.
8. In hoeverre heeft u met de klagende bewoners en organisaties die iets
met vogels hebben, zoals bijvoorbeeld de Natuur- en Milieufederatie
Groningen en Avifauna, in de afgelopen periode onderzocht en
overlegd of er andere oplossingen waren?
Wij hebben de afgelopen periode niet met klagende bewoners en
organisaties onderzocht en overlegd of er andere oplossingen waren.
Bij het opstellen van het roekenbeheerplan wordt contact gelegd met
deelnemers van het stadsvogeloverleg.
9. Bent u het met de Partij voor de Dieren eens dat er geen scherpe
scheidslijn te trekken is tussen plekken voor bewoning voor nietmenselijke
en menselijke dieren? En dat dit ook niet gewenst is?
Er is geen sprake van het trekken van scherpe grenzen. In die gevallen
waar belangen van dieren en mensen met elkaar botsen, wordt per
situatie beoordeeld welk belang het zwaarste weegt.
10. Bent u het met de Partij voor de Dieren eens dat wilde dieren, gezien
de staat van de biodiversiteit wereldwijd en in Nederland, met de
grootst mogelijke omzichtigheid behandeld moeten worden? Op welke
wijze verhoudt het verjagen van roeken zich daartoe volgens u? Bent
u het met de Partij voor de Dieren eens dat de boodschap van het
verjagen van roeken luidt, dat dieren minder belangrijk zijn dan
mensen en dat als je last van ze hebt, je het recht hebt om daar iets
aan te doen? Bent u het met ons eens dat dit een onwenselijk signaal
is?
Zoals opgenomen in het coalitieakkoord hebben wij oog voor dieren
in onze gemeente. Wij vinden dat dieren met zorg behandeld moeten
worden. Daar waar een conflict tussen mens en dier optreedt, wegen
wij belangen tegen elkaar af. Niet altijd kunnen wij daarbij in het
voordeel van dieren beslissen. In het geval van de roekenoverlast
kiezen wij er gezien de ernst van de ervaren overlast voor, in te zetten
op verjaging van de roeken. Zie ook het antwoord op vraag 7.
Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Schriftelijke vragen over de eikenprocessierups
Lees verderSchriftelijke vragen betreffende de ombouw van de Zuidelijke Ringweg
Lees verder