Schrif­te­lijke vragen over Bagger­werk­zaam­heden Noor­der­plantsoen


Indiendatum: jan. 2019

Groningen, 28 januari 2019

Geacht college,

De gemeente Groningen is voornemens de vijvers van het Noorderplantsoen tussen februari en eind april uit te baggeren. Daarom is in het kader van de wet natuurbescherming opdracht gegeven de effecten van de baggerwerkzaamheden te laten toetsen door Bureau Waardenburg BV.

In dit rapport staat onder andere te lezen dat voor alle soorten in het plangebied rekening dient te worden gehouden met de Zorgplicht (Art. 1.11 van de Wnb ). Aan de zorgplicht kan worden voldaan door baggerwerkzaamheden uit te voeren in de periode tussen augustus en oktober (of november als de watertemperatuur het toestaat); buiten de voorplanting- en overwinteringsperiode van amfibieën en vissen.

In het kader hiervan stellen wij u graag enkele vragen:

1. Is het college op de hoogte van voornoemde zorgplicht uit de wet natuurbescherming? Zo ja, kunt u toelichten waarom u deze plicht naast zich neer lijkt te leggen? Zo nee, bent u alsnog bereid de werkzaamheden uit te voeren buiten de voortplanting- en overwinterperiode van amfibieën en vissen?

2. In de toetsing staat vermeld dat de baggerwerkzaamheden in het najaar van 2018 uitgevoerd zullen worden. Is er overleg gevoerd met bureau Waardenburg over het verplaatsen van de activiteiten naar de voortplanting- en overwinterperiode? Zo ja, wat zijn hier de uitkomsten van? Zo nee, waarom niet?

3. In het ecologisch werkplan worden geen maatregelen genoemd om vissterfte te voorkomen. Is het college bereid deze maatregelen, die onder de zorgplicht vallen, alsnog op te laten nemen in het werkplan van de aannemer? Graag een toelichting.

4. In 2015 heeft in het kader van de monitoring Stedelijke Ecologische Structuur een soortenonderzoek plaatsgevonden in het Noorderplantsoen. Hoewel het algemeen bekend is dat er meerdere schildpadden leven in het plantsoen, wordt deze soort niet vermeld in het rapport. Kunt u uitleggen waarom de schildpad buiten beschouwing is gelaten? Geldt dit voor meerdere soorten?

De toetsing beschrijft tevens dat door de werkzaamheden buiten het broedseizoen van vogels (altijd beschermd) uit te voeren het verstoren of vernietigen van nesten kan worden voorkomen. Wanneer werken buiten de broedperiode niet mogelijk is, moet wanneer er nesten aanwezig zijn, het werk uitgesteld worden om het vernietigen van nesten te voorkomen.

5. De planning van de werkzaamheden valt gedeeltelijk binnen het broedseizoen van vogels (15 maart t & m 15 juli). In hoeverre is hier rekening mee gehouden bij de planning van het project? Hoe vaak en voor hoe lang denkt u dat het werk stilgelegd zal moeten worden in verband met broedende vogels? Welke invloed heeft dit op de duur van het project?

6. Bent u het met de Partij voor de Dieren eens dat, ook als het project wordt stilgelegd wanneer nesten worden aangetroffen, de werkzaamheden toch voor verstoring in het broedseizoen zullen zorgen, terwijl dit niet nodig was geweest indien voor baggeren in het najaar was gekozen?

7. Wat zijn de kosten voor het stilleggen van het project per dag?

8. Bent u het met de Partij voor de Dieren eens dat baggeren in de voortplantings- en overwinteringsperiode voor vissen en amfibieën zeer schadelijk is voor de dieren en dat uitstel van deze werkzaamheden onmiddellijk in gang gezet moet worden?

9. Kunt u uitleggen waarom is gekozen voor een baggerperiode die zowel voor vissen en amfibieën als voor vogels ernstige gevolgen kan hebben en waarom niet gekozen is voor een andere periode, bijvoorbeeld in het najaar?

Indiendatum: jan. 2019
Antwoorddatum: 13 feb. 2019

Wij zijn voornemens de vijvers van het Noorderplantsoen tussen februari en eind april uit te baggeren. In het kader van de Wet Natuurbescherming hebben wij het ecologisch onderzoeks- en adviesbureau Waardenburg opdracht gegeven om onderzoek te doen naar de impact van baggerwerkzaamheden op de lokale flora en fauna. In het adviesrapport staat onder andere te lezen dat voor alle soorten in het plangebied rekening dient te worden gehouden met de Zorgplicht (Art. 1.11 van de Wet Natuurbescherming). Bij het uitvoeren van de baggerwerkzaamheden leven wij deze wetgeving na.

1. Is het college op de hoogte van voornoemde zorgplicht uit de wet natuurbescherming? Zo ja, kunt u toelichten waarom u deze plicht naast zich neer lijkt te leggen? Zo nee, bent u alsnog bereid de werkzaamheden uit te voeren buiten de voortplanting- en overwinterperiode van amfibieën en vissen?

We zijn op de hoogte van de Zorgplicht uit de Wet Natuurbescherming. Het uitvoeren van de werkzaamheden gebeurt Beantwoording vragen ex art. 38 RvO van de Partij voor de Dieren over baggerwerkzaamheden in het Noorderplantsoen met inachtneming van de Zorgplicht. De genoemde periode in het rapport van Bureau Waardenburg geeft een ideale periode weer waarin werkzaamheden uitgevoerd kunnen worden waarbij voortplantingsperiode en winterrust van amfibieën en vissen wordt ontzien. Dat betekent echter niet dat dit de enige periode is waarin werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd. De gemeente Groningen hanteert bij baggerwerkzaamheden richtlijnen uit de Gedragscode van Stadswerk. Ook hanteert de gemeente voor dergelijke werkzaamheden richtlijnen van de natuurkalender met betrekking tot amfibieën en vissen. Tenslotte zijn er gemeentelijke ecologen betrokken bij de werkzaamheden die adviseren over de periode en wijze van uitvoering. Op basis van deze richtlijnen en adviezen kunnen we concluderen dat er niet of nauwelijks sprake is van negatieve effecten op de aanwezige vissen en amfibieën.

2. In de toetsing staat vermeld dat de baggerwerkzaamheden in het najaar van 2018 uitgevoerd zullen worden. Is er overleg gevoerd met bureau Waardenburg over het verplaatsen van de activiteiten naar de voortplanting- en overwinterperiode? Zo ja, wat zijn hier de uitkomsten van? Zo nee, waarom niet?

Ja, er heeft overleg met Bureau Waardenburg plaatsgevonden met betrekking tot de uitvoerperiode. De ecoloog van het bureau heeft na oplevering van het rapport advies gegeven over de uitvoerperiode en maatregelen. Daarnaast heeft er overleg plaatsgevonden met diverse ecologen van de gemeente met betrekking tot te treffen maatregelen. Uit deze gesprekken is gebleken dat er geen bezwaren zijn om de werkzaamheden te verplaatsen naar het voorjaar van 2019.

3. In het ecologisch werkplan worden geen maatregelen genoemd om vissterfte te voorkomen. Is het college bereid deze maatregelen, die onder de zorgplicht vallen, alsnog op te laten nemen in het werkplan van de aannemer? Graag een toelichting.

Vissterfte wordt voorkomen door te werken buiten koude- (en warmte)periodes en door het beperken van slibopwerveling. Daarnaast wordt gedurende het gehele werk gemonitord of vissterfte optreedt. Indien dat het geval is of lijkt, worden aanvullende maatregelen getroffen zoals het plaatsen van extra beluchters of door zuurstof aan het water toe te voegen. Daarnaast wordt altijd in een zodanige richting en tempo gewerkt dat dieren kunnen vluchten.


4. In 2015 heeft in het kader van de monitoring Stedelijke Ecologische Structuur een soortenonderzoek plaatsgevonden in het Noorderplantsoen. Hoewel het algemeen bekend is dat er meerdere schildpadden leven in het plantsoen, wordt deze soort niet vermeld in het rapport. Kunt u uitleggen waarom de schildpad buiten beschouwing is gelaten? Geldt dit voor meerdere soorten?

Schildpadden zijn geen inheemse soorten en zijn daarmee niet wettelijk beschermd en evenmin opgenomen in de doelstellingen van de Stedelijke Ecologische Structuur. Ze zijn daarom ook niet opgenomen in de monitoringsrapporten. Dit geldt in principe voor alle ‘exoten’. In de uitvoer van de werkzaamheden houden we wel rekening met de mogelijke aanwezigheid van schildpadden. Indien er schildpadden worden aangetroffen, wordt dit gemeld bij de dierenambulance zodat de dieren kunnen worden opgevangen. De toetsing beschrijft tevens dat door de werkzaamheden buiten het broedseizoen van vogels (altijd beschermd) uit te voeren het verstoren of vernietigen van nesten kan worden voorkomen. Wanneer werken buiten de broedperiode niet mogelijk is, moet wanneer er nesten aanwezig zijn, het werk uitgesteld worden om het vernietigen van nesten te voorkomen.

5. De planning van de werkzaamheden valt gedeeltelijk binnen het broedseizoen van vogels (15 maart t/m 15 juli). In hoeverre is hier rekening mee gehouden bij de planning van het project? Hoe vaak en voor hoe lang denkt u dat het werk stilgelegd zal moeten worden in verband met broedende vogels? Welke invloed heeft dit op de duur van het project?

Het broedseizoen is geen vastgestelde periode in het jaar. De door u genoemde periode (15 maart t/m 15 juli) is een richtlijn en betreft een periode waarin veel vogels broeden. Feitelijk is het broedseizoen wanneer er vogels broeden, ongeacht de tijdstip in het jaar. Voorafgaand aan en tijdens de werkzaamheden zal dan ook, zoals bij alle projecten van de gemeente, bekeken worden of er vogels broeden in of nabij het werkterrein. Indien dat het geval is wordt in overleg met de stadsecoloog bepaald of er sprake is van mogelijke verstoring en/of eventuele maatregelen mogelijk dan wel noodzakelijk zijn. In het uiterste geval kan het werk tijdelijk worden stilgelegd en wordt gewacht tot de betreffende vogel klaar is met broeden. De verwachting is overigens dat er in de uitvoerperiode weinig of geen vogels in het werkgebied tot broeden komen die ook daadwerkelijk last hebben van de werkzaamheden. De verwachting is daarbij dat indien er wel vogels tot broeden komen, er in veel gevallen maatregelen mogelijk zijn die verstoring kunnen voorkomen. Vertraging kan nooit uitgesloten worden, maar voor dit project schatten wij die kans in als zeer beperkt.

6. Bent u het met de Partij voor de Dieren eens dat, ook als het project wordt stilgelegd wanneer nesten worden aangetroffen, de werkzaamheden toch voor verstoring in het broedseizoen zullen zorgen, terwijl dit niet nodig was geweest indien voor baggeren in het najaar was gekozen?

Indien werkzaamheden worden stilgelegd in verband met broedende vogels is dat om verstoring te voorkomen. Het uitvoeren van werkzaamheden heel vroeg in het jaar zoals nu gebeurt, heeft in deze omgeving een vergelijkbare kans op broedende vogels als uitvoering in de periode augustus-oktober. Er zijn namelijk ook soorten die langer door gaan met broeden dan de periode die als richtlijn wordt gehanteerd (15 maart t/m 15 juli). Er is naar ons idee dus geen sprake van meer verstoring in het broedseizoen in vergelijking met uitvoering in het najaar.

7. Wat zijn de kosten voor het stilleggen van het project per dag?

Stilleggen van het project kost €10.000 per dag. Het in te zetten materieel voor deze werkzaamheden is niet direct voor een ander project inzetbaar, waardoor de kosten worden doorberekend op dit project.

8. Bent u het met de Partij voor de Dieren eens dat baggeren in de voortplantings- en overwinteringsperiode voor vissen en amfibieën zeer schadelijk is voor de dieren en dat uitstel van deze werkzaamheden onmiddellijk in gang gezet moet worden?

Zie antwoord bij vraag 1. Van een noodzaak tot uitstel van de werkzaamheden is geen sprake.

9. Kunt u uitleggen waarom is gekozen voor een baggerperiode die zowel voor vissen en amfibieën als voor vogels ernstige gevolgen kan hebben en waarom niet gekozen is voor een andere periode, bijvoorbeeld in het najaar?

Het uitvoeren van de werkzaamheden heeft in elk seizoen voor- en nadelen. In de periode augustus-oktober zoals in het rapport van Bureau Waardenburg genoemd, is de watertemperatuur bijvoorbeeld veel hoger. De kans op zuurstofloosheid van het water tijdens baggerwerkzaamheden en de kans op vissterfte is dan groter. Verder houden we in de planning van de werkzaamheden, naast de zorg voor de aanwezige dieren, ook rekening met overige activiteiten in het Noorderplantsoen. Gezien het zeer beperkt voorkomen van amfibieën en met in acht neming van de kwetsbare perioden voor vissen en het broedvogelseizoen, zijn wij van mening dat deze periode geschikt is om de werkzaamheden uit te voeren. Door deze planning in combinatie met een juiste werkwijze en begeleiding door een ter zake kundige, schatten wij de kans op negatieve effecten op amfibieën, vissen en vogels in als nihil