Schriftelijke vragen over de verdiepte ligging zuidelijke ringweg
Indiendatum: 18 mei 2020
Geacht college,
U heeft gister antwoord gegeven op vragen van dhr. van Kesteren (PVV) over de aanleg van de nieuwe Zuidelijke Ringweg. Naar aanleiding van deze en andere zaken, willen wij u graag nog enkele vervolgvragen stellen.
- De verdiepte ligging zou grondwaterneutraal gebouwd worden, stelt u in voornoemde antwoorden. ARP en CHP zijn van plan voor het realiseren van de verdiepte ligging van de Ringweg sterk af te wijken van de MER ( zie bijv. deel 7 Water en 8 Bodemonderzoek) en hebben een Watervergunning aangevraagd bij het Waterschap Hunze en Aa’s. De aanvraag is gedaan op basis van de CHP Bemalingsadvies( ARZ-TD-ClusterVDL-1328, d.d. 23-01-2020) [1] waarin een grote bemaling wat betreft tijdsduur, omvang ( max. 1.205.400 m³) en diepte wordt voorgesteld. Kunt u ons uitleggen hoe de aanleg grondwaterneutraal genoemd kan worden, terwijl tegelijkertijd meer dan een miljoen m³ water uit het gebied wordt gepompt?
- De kritiek van Deltares op de plannen van CHP was zeer fundamenteel: foute aannames, foute onderbouwingen, onvoldoende onderzoek, extrapolaties op basis van gissingen, etc. De praktijk bewees hun bevindingen. In het voornoemde Bemalingsadvies wordt verwezen naar verschillende onderliggende rapporten welke tot op heden niet beschikbaar zijn voor het Waterschap en daardoor ook niet middels een WOB verzoek opvraagbaar zijn voor bijvoorbeeld burgers. Op grond van welke documenten baseert de gemeente haar antwoorden aan de PVV dat de plannen nu wel gebaseerd zijn op juiste aannames, juiste onderbouwingen, voldoende onderzoek en extrapolaties op basis van correcte onderzoeksgegevens? Kunt u deze documenten exact benoemen met naam, versie en datum? Kunt u deze ter beschikking stellen aan de Raad en de inwoners van Groningen? En kunt u de rapporten waar het Bemalingsadvies aan refereert voor de inwoners en de Raad openbaar maken?
- CHP staat voor ogen om te werken met meerdere gelijktijdige bemalingen. Deltares heeft veel kritiek op vele aspecten van de uitgevoerde pompproeven en stelt dat gezien de heterogeniteit van de bodemopbouw pompproeven geen sluitend en afdoende beeld zullen opleveren voor een bemalingsontwerp. Op grond van welke rapporten weerlegt CHP dit advies en wordt doorgegaan met de aanpak van gelijktijdige bemaling? Kunt u deze documenten exact benoemen met naam, versie, datum -en- ter beschikking stellen aan de Raad en de inwoners van Groningen?
- In een bericht in het Dagblad van het Noorden van zaterdag 25 april jl., stelt Kramer dat ARZ en CHP aan Deltares hebben gevraagd om een publieksvriendelijke uitleg te maken over de aanleg van de bouwput. Kunt u ons bevestigen dat Deltares daartoe bereid is? En zo ja, wanneer kunnen wij die Jip-en-Janneke uitleg verwachten?
- In de beantwoording van de voornoemde PVV vragen erkent u dat de nieuwe ringweg 20 meter naar het zuiden opschuift. Hoe het ook precies zei, in de oorspronkelijke plannen was dit anders. Wat zijn de gevolgen hiervan voor de gebruikers van het DUO en Frontier gebouw, de inwoners van de wijk de Meeuwen en het Sterrebos? Kunt u garanderen dat hierdoor niet meer bomen gekapt, dan wel hoog opgesnoeid worden om de werkzaamheden door te laten gaan dan oorspronkelijk is aangegeven? Waarom heeft de gemeente de Raad niet nadrukkelijk minimaal geïnformeerd over deze afwijking van het referentieontwerp, de aanpak en de verplaatsing van de wegas naar het zuiden?
- Deltares schetst vele grote risico’s voor de omgeving, de funderingen van panden van inwoners, leidingen en groen. In het eerder genoemde artikel in het Dagblad van het Noorden stelt Bert Kramer namens de CHP dat verzakkingen komen als gevolg van freatisch grondwater, vlak onder het maaiveld, boven de dichte kei leemlaag. Het is de diepe grondwaterlaag die tot honderden meters afstand van de bouwput kan fluctueren, maar daar zou de bebouwing geen last van hebben. Deltares stelt nu juist in haar rapport dat op de Hondsrug alle grondlagen zo door elkaar lopen, dat hierover eigenlijk niets met zekerheid valt te zeggen en stelt: “.. voor panden op staalfundering bestaan niet goed gekwantificeerde zettingsrisico’s, vooral nabij oostelijk deel tracé (Oosterpoortbuurt).” Het deels toch aanbrengen van onderwaterbeton zou volgens u voldoende zijn om deze risico’s te minimaliseren? Zo ja, kunt u rapporten of onderzoeken laten zien waarin deze visie wordt gestaafd?
- Burgers die in getroffen buurten wonen kunnen een apparaatje geplaatst krijgen door CHP dat later kan aantonen dat hun schade het gevolg is van de ringweg. De bewijslast ligt bij de bewoners. Groningers hebben niet zulke goede ervaring met het moeten aantonen dat het verzakken van huizen niet hun eigen schuld is. Bent u het met ons eens dat een omgekeerde bewijslast hier meer voor de hand ligt?
De gemeente is in de Stuurgroep van de ARZ vertegenwoordigd met een wethouder. Naast de verantwoordelijkheid binnen de ARZ voor de gang van zaken heeft de gemeente ook haar eigen specifieke verantwoordelijkheden richting de inwoners van de stad, bijvoorbeeld ten aanzien van de Wet Bodembescherming.
8. Is het “Definitief Ontwerp Bouwkuip” formeel goedgekeurd? Graag ontvangen wij hierop een antwoord dat uit slechts “ja”, dan wel “nee” bestaat.
9. Heeft de ARZ de toe te passen bouwmethode, dan wel bouwmethodes formeel goedgekeurd ? Ook deze vraag willen wij graag beantwoord zien met “ja”, dan wel “nee”. Indien het antwoord op deze vraag bevestigend is: op grond van welk document, waarin deze keuze dan wel keuzes worden onderbouwd, heeft deze formele goedkeuring plaatsgevonden? Zouden deze documenten ter beschikking gesteld kunnen worden?
10. In een gemeentelijke Wet bodembescherming besluit , MD 09.1994620 [2], d.d. 25 augustus 2009, punt 2.3 staat “dat het onttrekken van grondwater, het verrichten van graafwerkzaamheden dieper dan 2 m -mv of overige handelingen in verontreinigde bodem niet is toegestaan zonder onze voorafgaande toestemming”. Is dit besluit nog steeds rechtsgeldig? Zo ja, heeft u ARZ dan wel CHP hiervoor expliciet toestemming gegeven en zo ja in welke vergunning? Zo nee, waarom niet?
11. In dit zelfde besluit staat dat monitoring in 2009, 2010, 2012 en 2014 zal plaats vinden. Aanleiding was o.a. dat in een rapport van Iwaco wordt gemeld dat op meer dan 10 meter diepte resterend arseen is achtergelaten. [3] In de praktijk heeft dit onderzoek deels in andere jaren plaatsgevonden. Waarom heeft die afwijking plaatsgevonden en was dit met de volledige instemming van de gemeente?
12. Op 5 december 2017 meldt advies- en ingenieursbureau Tauw de gemeente ten aanzien van de Monitoring grondwater dat slechts twee volledige monitoringsronden hebben plaatsgevonden ( 2011 en 2012) waarbij in 2014 slechts één bemonstering van een peilbuis (nr 58) heeft plaatsgevonden als gevolg van een onverwachte stijging van de signaal waarde.[4] De volledige monitoringsronde van 2014 en 2016 heeft voor zover dit bekend is bij Tauw niet plaats gevonden. Waarom is de gemeente niet direct alsnog na de stijging van de signaalwaarde overgegaan tot volledige grondwater monitoring conform het voornoemde Besluit op de Wet bodembescherming?
13. Is er op grond van de verhoogde signaal waarde in 2014 door de gemeente een keuze gemaakt of gebruik gemaakt moet worden van een terugvalscenario, conform het besluit op de Wet bodembescherming uit vraag 10? Welke keuze is gemaakt en op grond waarvan? En kunt u toelichten hoe een dergelijk terugvalscenario eruit zou zien?
14. In 2017 worden sterk verhoogde concentraties door Tauw gemeld, nu voor peilbuizen 31 en 58, een matige verhoging in 21 en lichte verhogingen in 41, 50, 53 en 55. Welke keuze heeft de gemeente toen gemaakt ten aanzien van een terugvalscenario en op grond waarvan?
15. Op 21 maart 2019 stuurt Tauw weer een brief over de Monitoring grondwater 2018 aan de gemeente met als aanleiding “het geval van ernstige grondwaterverontreiniging met arseen op de locatie”. Weer worden verhoogde concentraties aan arseen gemeten ( peilbuis 31 en 58), matige concentraties in 21 en 53 en lichte concentraties in 41 en 45. In het geactualiseerde saneringsplan (Royal Haskoning, kenmerk 9T0990, d.d. 17 april 2009) staat met betrekking tot de Signaal waarde “wanneer in twee of meer filters tweemaal een toename wordt gemeten groter dan 50% ten opzichte van de vorige ronde en de gehalten in beide meetronden de tussenwaarde overschrijden dient , in overleg met het bevoegd gezag, het terugvalscenario in werking worden gezet”. “In peilbuizen 31 en 53 is in 2018 ten opzichte van de monitoringsronde van 2017 een stijging in concentratie groter dan 50% geconstateerd. Voor peilbuis 31 bevinden beide waarden zich boven de interventiewaarde, voor peilbuis 50 is in 2018 een overschrijding van de tussenwaarde geconstateerd.”
16. Welke keuze heeft de gemeente gemaakt op grond van deze conclusie van Tauw en op grond waarvan? [5]
17. Tauw constateert dat gezien de significante stijging van de gemeten concentraties van arseen in peilbuizen 31 en 53 niet met zekerheid te stellen is dat een stabiele eindsituatie is bereikt en dat mogelijk het terugvalscenario in werking moet worden gesteld. Extra monitoring voor de buizen 31 en 53 wordt voorgesteld. Welke keuze heeft u als bevoegd gezag gemaakt op grond van deze informatie en waarom? Kunt u ons resultaten doen toekomen? Zo nee, waarom niet?
18. Gelden er op dit moment met het oog op het beheer van restverontreinigingen gebruiksbeperkingen en nazorgmaatregelen? Zo ja, in welk besluit dan wel beschikking is dit kenbaar gemaakt ? Kunt u ons die doen toekomen?
19. Hoe verhoudt de mogelijkheid van een eventueel terugvalscenario zich tot de werkzaamheden ten aanzien van de nieuwe Zuidelijke Ringweg? Is een terugvalscenario dan nog steeds mogelijk?
20. Tijdens de informatiesessie voor raads- en statenleden waaraan u in de eerder genoemde antwoorden op de vragen van de PVV refereert, werd gezegd dat de kwaliteit van het grondwater dat bij bemalingsproeven op de Aagrunollokatie vrijkwam, van betere kwaliteit was dan het water in het Winschoterdiep. Van welke diepte was dit water afkomstig? En kunt u ons die onderzoeken doen toekomen?
21. Kunt u ons het eindrapport toesturen met betrekking tot de eindsanering van de Aagrunollokatie?
22. Gezien bovenstaande en de plannen van CHP en de verantwoordelijkheden van de gemeente, hoe gaat de gemeente alsnog invulling geven aan hetgeen gesteld is in haar besluit [1] en hoe gaat zij handhavend optreden tegen CHP als de gemeente géén vergunning heeft afgegeven aan CHP voor de uitvoering van hun plannen ten aanzien van de verdiepte ligging?ki
[2] Locatie : Winschoterdiep, voormalig Aagrunol te Groningen Globiscode : GR-0014-00001 Onderwerp : besluit ernst, spoedeisendheid en tijdstipbepaling en besluit over een ingediend saneringsplan Nummer : MD 09.1994620 Datum : 25 augustus 2009 Versie : definitief
[3] IWACO, Aanvullend onderzoek voormalig Aagrunol-terrein te Groningen, 2 november 2000, projectnummer 25423, opdrachtgever provincie Groningen.
[4] Tauw, Monitoring grondwater 2017 Aagrunol te Groningen, d.d.5 december 2017, Kenmerk L001-1261309EBS-V01-nva-NL
https://arcgis.groningen.nl/AA001403063/MO-2017%20L001-1261309EBS-V01-nva-NL.pdf
[5] Tauw, Monitoring grondwater 2018 Aagrunol te Groningen, d.d.21 maart 2019, kenmerk L001-1267779EBS-V01-kst-NL
Indiendatum:
18 mei 2020
Antwoorddatum: 17 jun. 2020
Geachte heer, mevrouw,
Hierbij doen wij u toekomen het antwoord op de door mevrouw K. de Wrede
van de Partij voor de Dieren en de heer A.J.M. van Kesteren van de Partij
voor de Vrijheid gestelde vragen ex art. 38 RvO over de aanleg van de
nieuwe ringweg en hieraan gekoppeld, de verontreiniging op het voormalige
AAgrunolterrein.
Wij beantwoorden uw vragen als volgt.
1. De verdiepte ligging zou grondwaterneutraal gebouwd worden, stelt u
in voornoemde antwoorden. ARP en CHP zijn van plan voor het
realiseren van de verdiepte ligging van de Ringweg sterk af te wijken
van de MER ( zie bijv. deel 7 Water en 8 Bodemonderzoek) en hebben
een Watervergunning aangevraagd bij het Waterschap Hunze en Aa’s.
De aanvraag is gedaan op basis van de CHP Bemalingsadvies( ARZTD-ClusterVDL-1328, d.d. 23-01-2020) waarin een grote bemaling
wat betreft tijdsduur, omvang (max. 1.205.400 m³) en diepte wordt
voorgesteld. Kunt u ons uitleggen hoe de aanleg grondwaterneutraal
genoemd kan worden, terwijl tegelijkertijd meer dan een miljoen m³
water uit het gebied wordt gepompt?
De achtergrond van het principe "grondwaterneutraal bouwen" is dat er
geen negatief effect optreed voor de omgeving als gevolg van
verandering van grondwaterstanden. Veranderingen van
grondwaterstanden kunnen ontstaan door bijvoorbeeld bemalen van
bouwkuipen tijdens de bouw. Een andere oorzaak van
grondwaterstandsverandering kan zijn opstuwing van
grondwaterstromen door in de grond aangebrachte objecten (bijv. een
tunnel), waardoor verdroging of vernatting kan ontstaan.
Het principe van "grondwaterneutraal bouwen" wordt niet losgelaten,
noch voor de bouwfase, noch voor gebruiksfase. Wel wordt er
grondwater onttrokken in het westelijk deel van de bouwkuip. Er is
echter met grondonderzoek, grondwatermodellering, berekeningen en
pompproeven door CHP aangetoond dat bemaling in het westelijk deel
van de bouwkuip mogelijk is, zonder nadelige effecten op
grondwaterstand te veroorzaken. Tijdens de bouw worden middels
peilbuizen de grondwaterstanden nauwlettend gemonitord. Bij
eventuele onder- of overschrijding van grenswaarden zullen adequate
beheersmaatregelen getroffen worden. Een van de beheersmaatregelen
betreft het retourbemalen van onttrokken grondwater.
De voorgenoemde stappen zijn positief beoordeeld door de
geohydrologen van ARZ (incl. externe specialisten van Fugro en
Deltares), hetgeen geleid heeft tot acceptatie van het Definitief Ontwerp
(DO) van de bouwkuip december 2019. Het effect van eventuele
opstuwing in gebruiksfase van de tunnel is ook positief beschouwd.
Voornaamste reden dat in het westelijk deel van de bouwkuip bemalen
kan worden, is het feit dat de grondslag dit mogelijk maakt. Een slecht
waterdoorlatende laag van keileem zorgt voor een scheiding tussen
ondiep (freatisch) grondwater en diep (1e watervoerende pakket)
grondwater. De bemaling onttrekt grondwater uit het diepe pakket,
zonder het ondiepe grondwater te beïnvloeden. Verandering van
ondiepe grondwaterstand is onwenselijk, vanwege eventuele effecten op
bebouwing en/of flora & fauna. Overigens kent de ondiepe
grondwaterstand altijd een natuurlijke fluctuatie als gevolg van natte en
droge periodes. Ten oosten van het spoor is de keileem laag in mindere
mate aanwezig, daarom is alhier gekozen voor toepassing van
onderwaterbeton.
Op 3 juni heeft het waterschap Hunze en Aa’s bekend gemaakt dat zij
een watervergunning afgeeft aan de Combinatie Herepoort voor het
onttrekken van grondwater voor de bouw van de verdiepte ligging van
de Zuidelijke Ringweg Groningen. Geen van de 102 ingediende
zienswijzen gaf aanleiding voor het aanpassen van de vergunning,
omdat de gevolgen van de tijdelijke onttrekking voldoende beheersbaar
zijn. In de vergunning staat hoeveel grondwater er onttrokken mag
worden. Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden controleert het
waterschap actief en regelmatig op de naleving hiervan.
2. De kritiek van Deltares op de plannen van CHP was zeer fundamenteel:
foute aannames, foute onderbouwingen, onvoldoende onderzoek,
extrapolaties op basis van gissingen, etc. De praktijk bewees hun
bevindingen. In het voornoemde Bemalingsadvies wordt verwezen naar
verschillende onderliggende rapporten welke tot op heden niet
beschikbaar zijn voor het Waterschap en daardoor ook niet middels
een WOB verzoek opvraagbaar zijn voor bijvoorbeeld burgers. Op
grond van welke documenten baseert de gemeente haar antwoorden
aan de PVV dat de plannen nu wel gebaseerd zijn op juiste aannames,
juiste onderbouwingen, voldoende onderzoek en extrapolaties op basis
van correcte onderzoeksgegevens? Kunt u deze documenten exact
benoemen met naam, versie en datum? Kunt u deze ter beschikking
stellen aan de Raad en de inwoners van Groningen? En kunt u de
rapporten waar het Bemalingsadvies aan refereert voor de inwoners en
de Raad openbaar maken?
Begin 2019 is de samenwerking op geohydrologisch vlak
geïntensiveerd, waarbij er periodiek overlegd is tussen specialisten van
CHP en ARZ (Rijkswaterstaat, Deltares en Fugro). Deze werkwijze
heeft geresulteerd in acceptabele bouwmethode gebaseerd op deels
bemaling en deels onderwaterbeton. Deze bouwmethode is vastgelegd
in het Definitieve Ontwerp (DO) van bouwkuip Verdiepte Ligging N7
(VDL). Dit DO is eind 2019 geaccepteerd door ARZ (en haar
specialisten). De geohydrologische samenwerking is en wordt
gecontinueerd. Belangrijke mijlpaal was de geslaagde (retour-)
bemalingsproef eind december 2019, waarbij op grote schaal de praktijk
is nagebootst in een bouwkuipdeel ter plaatse van de Kempkensberg.
De resultaten van deze proef zijn gebruikt bij nadere uitwerking van de
bemaling van de bouwkuip, alsmede het bemalingsadvies, welke ten
grondslag ligt aan de Watervergunning. De resultaten van de proef zijn
tevens gebruikt bij het opstellen van de het Monitoringsplan, waarin
wordt beschreven hoe tijdens de uitvoering de omgeving wordt
gemonitord en eventuele terugvalscenario’s in gang worden gezet.
De bouwkuip is opgedeeld in verschillende compartimenten. Elk
compartiment wordt voorafgaand aan ontgraven, beproefd middels een
acceptatieproef. De acceptatieproef houdt in dat een representatieve
bemalingsinstallatie geplaatst en in werking wordt gesteld, waarbij
tegelijkertijd de bouwkuip en omgeving nauwlettend worden
gemonitord. Mocht uit de acceptatieproef blijken dat het compartiment
en/of haar omgeving anders reageert dan ontworpen, dan wordt
afhankelijk van de oorzaak een adequate beheersmaatregel in werking
gezet. Deze werkwijze borgt een beheerst proces van uitvoering en
voorkomt schade aan omgeving. Een beheersmaatregel die
mogelijkerwijs ingezet zal worden is de toepassing van een
retourbemalingssysteem.
Dit systeem zorgt ervoor dat te grote grondwaterstandsdaling (en
mogelijk schade) wordt voorkomen, door water in de grond te
retourneren.
Resumerend, CHP en ARZ (en haar specialisten) hebben vertrouwen in
bovenstaande werkwijze waarbij op een gecontroleerde manier de
bouwkuip van de Verdiepte Ligging veilig wordt gerealiseerd en
omgevingsrisico’s ten allen tijde worden beheerst.
Overzicht van de relevante documenten:
• DO Bouwkuip Verdiepte Ligging: ARZ-TD-KW19-11084-ON-DO30-04-Ontwerpnota DO KW19 Bouwkuip, d.d. 06-11-2019.
• Addendum bemaling VDL: ARZ-TD-KW19-13325 Addendum
bemaling VDL
• Bemalingsadvies: 4905821_1579861427129_ARZ-TDCluster_VDL-1328-versie_12-2020, d.d. 23-01-2020
• Monitoringsplan: ARZ-TD-KW19-10763-RA-UO-38-02-
Monitoring bemaling VDL, d.d. 29-05-2020
• Memo acceptatieproef: ARZ-TD-KW19-12919-ME-UV-38-01-
Memo acceptatieproef bemaling VDL, d.d. 29-05-2020
• Werkinstructie Retourbemaling: ARZ-TD-KW19-13067-WI-UV38-02-Werkinstructie Retourbemaling KW19, VDL, d.d. 29-05-
2020
Mocht u deze documenten willen inzien, dan adviseren wij u om een
afspraak te maken met projectorganisatie Aanpak Ring Zuid.
3. CHP staat voor ogen om te werken met meerdere gelijktijdige
bemalingen. Deltares heeft veel kritiek op vele aspecten van de
uitgevoerde pompproeven en stelt dat gezien de heterogeniteit van de
bodemopbouw pompproeven geen sluitend en afdoende beeld zullen
opleveren voor een bemalingsontwerp. Op grond van welke rapporten
weerlegt CHP dit advies en wordt doorgegaan met de aanpak van
gelijktijdige bemaling? Kunt u deze documenten exact benoemen met
naam, versie, datum -en- ter beschikking stellen aan de Raad en de
inwoners van Groningen?
Er is geen sprake meer van gelijktijdige bemaling over de gehele lengte
van het tracé van de verdiepte ligging. Dit is tevens toegelicht tijdens de
informatiebijeenkomst op 15 januari voor de gemeenteraad. Op basis
van de second opinion van Deltares is het ontwerp van de Verdiepte
Ligging aangepast. Zie het antwoord bij vraag 1. In het oostelijk deel
wordt onderwaterbeton toegepast en het westelijk deel bemaling.
Voor documenten zie vraag 2.
4. In een bericht in het Dagblad van het Noorden van zaterdag 25 april jl.,
stelt Kramer dat ARZ en CHP aan Deltares hebben gevraagd om een
publieksvriendelijke uitleg te maken over de aanleg van de bouwput.
Kunt u ons bevestigen dat Deltares daartoe bereid is? En zo ja,
wanneer kunnen wij die Jip-en-Janneke uitleg verwachten?
Deltares is bereid in een notitie aan te geven wat het oordeel is over de
aangepaste werkwijze. Dit memo wordt deze maand verwacht en wordt
gepubliceerd op de website van Aanpak Ring Zuid.
5. In de beantwoording van de voornoemde PVV vragen erkent u dat de
nieuwe ringweg 20 meter naar het zuiden opschuift. Hoe het ook
precies zei, in de oorspronkelijke plannen was dit anders. Wat zijn de
gevolgen hiervan voor de gebruikers van het DUO en Frontier gebouw,
de inwoners van de wijk de Meeuwen en het Sterrebos? Kunt u
garanderen dat hierdoor niet meer bomen gekapt, dan wel hoog
opgesnoeid worden om de werkzaamheden door te laten gaan dan
oorspronkelijk is aangegeven? Waarom heeft de gemeente de Raad niet
nadrukkelijk minimaal geïnformeerd over deze afwijking van het
referentieontwerp, de aanpak en de verplaatsing van de wegas naar het
zuiden?
Voor de ombouw van de zuidelijke ringweg is in september 2014 een
Tracébesluit (TB) vastgesteld. Het TB is voor inspraak vrijgeven. Ook
de raad heeft zich er toentertijd over uitgesproken. De as van de nieuwe
weg, zoals deze is opgenomen in het Tracébesluit 2014 ligt ter hoogte
van de Hereweg, circa 20 meter meer naar het zuiden dan de huidige
weg. Het ontwerp van CHP past binnen deze bandbreedte.
6. Deltares schetst vele grote risico’s voor de omgeving, de funderingen
van panden van inwoners, leidingen en groen. In het eerder genoemde
artikel in het Dagblad van het Noorden stelt Bert Kramer namens de
CHP dat verzakkingen komen als gevolg van freatisch grondwater, vlak
onder het maaiveld, boven de dichte kei leemlaag. Het is de diepe
grondwaterlaag die tot honderden meters afstand van de bouwput kan
fluctueren, maar daar zou de bebouwing geen last van hebben. Deltares
stelt nu juist in haar rapport dat op de Hondsrug alle grondlagen zo
door elkaar lopen, dat hierover eigenlijk niets met zekerheid valt te
zeggen en stelt: “.. voor panden op staalfundering bestaan niet goed
gekwantificeerde zettingsrisico’s, vooral nabij oostelijk deel tracé
(Oosterpoortbuurt).” Het deels toch aanbrengen van onderwaterbeton
zou volgens u voldoende zijn om deze risico’s te minimaliseren? Zo ja,
kunt u rapporten of onderzoeken laten zien waarin deze visie wordt
gestaafd?
De in uw vraag genoemde risico’s zijn afgelopen periode beschouwd en
dit heeft geleid tot een acceptabel ontwerp, zie antwoord 2.
7. Burgers die in getroffen buurten wonen kunnen een apparaatje
geplaatst krijgen door CHP dat later kan aantonen dat hun schade het
gevolg is van de ringweg. De bewijslast ligt bij de bewoners.
Groningers hebben niet zulke goede ervaring met het moeten aantonen
dat het verzakken van huizen niet hun eigen schuld is. Bent u het met
ons eens dat een omgekeerde bewijslast hier meer voor de hand ligt?
Nee. Binnen het project ARZ wordt qua aansprakelijkheid de Wet
gevolgd, zoals dat voor alle werkzaamheden in Nederland geldt.
8. Is het “Definitief Ontwerp Bouwkuip” formeel goedgekeurd? Graag
ontvangen wij hierop een antwoord dat uit slechts “ja”, dan wel “nee”
bestaat.
Ja. Het Definitief Ontwerp Bouwkuip VDL is in december 2019
geaccepteerd door Opdrachtgever ARZ. In D&C-contract worden
ontwerpen geaccepteerd en niet goedgekeurd.
9. Heeft de ARZ de toe te passen bouwmethode, dan wel bouwmethodes
formeel goedgekeurd ? Ook deze vraag willen wij graag beantwoord
zien met “ja”, dan wel “nee”. Indien het antwoord op deze vraag
bevestigend is: op grond van welk document, waarin deze keuze dan
wel keuzes worden onderbouwd, heeft deze formele goedkeuring
plaatsgevonden? Zouden deze documenten ter beschikking gesteld
kunnen worden?
Ja. De aanleg van de bouwkuip moet veilig en beheerst gebeuren. Dat is
een belangrijke eis van opdrachtgever Aanpak Ring Zuid. ARZ toetst of
het Definitief Ontwerp van de bouwkuip voldoet aan alle eisen die
gesteld zijn. In totaal zijn dat ca. 3000 eisen. Op basis van de toetsing
heeft ARZ het DO van de bouwkuip in december 2019 geaccepteerd.
Mocht u dit omvangrijke toetsingspakket en bijbehorende documenten
willen inzien, dan adviseren wij u om een afspraak te maken met
projectorganisatie Aanpak Ring Zuid. Zie ook antwoord 2
10. In een gemeentelijke Wet bodembescherming besluit, MD 09.1994620 2
d.d. 25 augustus 2009, punt 2.3 staat “dat het onttrekken van
grondwater, het verrichten van graafwerkzaamheden dieper dan 2 m -
mv of overige handelingen in verontreinigde bodem niet is toegestaan
zonder onze voorafgaande toestemming”.
Is dit besluit nog steeds rechtsgeldig? Zo ja, heeft u ARZ dan wel CHP
hiervoor expliciet toestemming gegeven en zo ja in welke vergunning?
Zo nee, waarom niet?
Het besluit waarnaar wordt verwezen, heeft betrekking op de
bodemsanering op het voormalige AAgrunol-terrein. Dit besluit is nog
van toepassing. besluit ernst, spoedeisendheid en tijdstipbepaling en besluit over een ingediend saneringsplan , locatie Winschoterdiep, voormalig AAgrunol te Groningen, kenmerk MD 09.1994620, d.d. 25 augustus 2009.
De vermelde gebruiksbeperkingen richten zich met name op
werkzaamheden in de nog aanwezige restverontreiniging op het
voormalige AAgrunol-terrein zelf. Een evaluatieverslag van de gehele
sanering is nog niet opgesteld.
Ten behoeve van de saneringswerkzaamheden in het tracé van de
Ringweg Zuid heeft CHP een Raamsaneringsplan ingediend waarmee
wij als bevoegd gezag met een (ander) besluit hebben ingestemd3
. In
hoofdstuk 3.2.2 van het Raamsaneringsplan Ring Zuid is de AAgrunol
verontreiniging beschreven.
Als de grondwaterverontreiniging van AAgrunol niet nadelig wordt
beïnvloed door de bemaling of andere werkzaamheden aan de Ring
Zuid, dan is expliciete toestemming niet nodig.
CHP heeft ook voor het AAgrunol-terrein modelmatig berekend of de
bemaling zou zorgen voor een verplaatsing van de
grondwaterverontreiniging. Uit de berekening kwam naar voren dat de
grondwaterverontreiniging zich jaarlijks ongeveer 2 meter zou
verplaatsen als gevolg van de bemaling. Deze verplaatsing is
verwaarloosbaar en heeft geen (meetbare) invloed op de ligging van de
grondwaterverontreiniging.
11. In dit zelfde besluit staat dat monitoring in 2009, 2010, 2012 en 2014
zal plaats vinden. Aanleiding was o.a. dat in een rapport van Iwaco
wordt gemeld dat op meer dan 10 meter diepte resterend arseen is
achtergelaten. . In de praktijk heeft dit onderzoek deels in andere
jaren plaatsgevonden. Waarom heeft die afwijking plaatsgevonden en
was dit met de volledige instemming van de gemeente?
In het saneringsplan (en de beschikking) zijn vier monitoringsrondes
voorzien. De rondes zijn niet uitgevoerd in de genoemde jaren omdat de
grondwateronttrekking later is uitgeschakeld dan was voorzien, zodat
de planning voor monitoring tijdens de passieve fase ook is
opgeschoven. De laatste monitoringsronde is dientengevolge weliswaar
in 2018 uitgevoerd, maar dit heeft geen negatieve gevolgen gehad voor
“het beeld” dat uit een dergelijke langjarige monitoring wordt
verkregen. De monitoring is uitgevoerd in lijn met het saneringsplan en
beschikking en afgestemd met bevoegd gezag en toezichthouder.
3. besluit ernst, spoedeisendheid en tijdstipbepaling en besluit over een ingediend saneringsplan, locatie Ringweg
Zuid te Groningen, kenmerk 6416121, d.d. 20 juni 2017.
4. IWACO, Aanvullend onderzoek voormalig AAgrunol-terrein te Groningen, 2 november 2000, projectnummer
25423, opdrachtgever provincie Groningen.
12. Op 5 december 2017 meldt advies- en ingenieursbureau Tauw de
gemeente ten aanzien van de Monitoring grondwater dat slechts twee
volledige monitoringsronden hebben plaatsgevonden ( 2011 en 2012)
waarbij in 2014 slechts één bemonstering van een peilbuis (nr 58)
heeft plaatsgevonden als gevolg van een onverwachte stijging van de
signaal waarde.5 De volledige monitoringsronde van 2014 en 2016
heeft voor zover dit bekend is bij Tauw niet plaats gevonden. Waarom is
de gemeente niet direct alsnog na de stijging van de signaalwaarde
overgegaan tot volledige grondwater monitoring conform het
voornoemde Besluit op de Wet bodembescherming?
De stijging is destijds geconstateerd in één diepe peilbuis (58) met een
filterdiepte van 9-10 m-mv in de kern van de
grondwaterverontreiniging. Daarmee werd niet (volledig) voldaan aan
het criterium voor het opstarten van het terugvalscenario. Het is
overigens een normaal verschijnsel dat concentraties in de kern sterk
fluctueren.
De afwijkende concentratie gaf in dit geval geen aanleiding tot het
direct nemen van maatregelen. De doelstelling is een stabiele
eindsituatie. Wij toetsen in een dergelijke situatie voornamelijk aan
verspreidingsrisico's waarbij wij ons vooral richten op de randen van de
verontreiniging. Latere metingen van deze peilbuis geven aan dat de
concentratie is gedaald tot beneden het niveau van 2008.
13. Is er op grond van de verhoogde signaal waarde in 2014 door de
gemeente een keuze gemaakt of gebruik gemaakt moet worden van een
terugvalscenario, conform het besluit op de Wet bodembescherming uit
vraag 10? Welke keuze is gemaakt en op grond waarvan? En kunt u
toelichten hoe een dergelijk terugvalscenario eruit zou zien?
Een 'keuze' was in dit geval niet aan de orde omdat de stijging is
geconstateerd in één diepe peilbuis (58) met een filterdiepte van 9-10
m-mv in de kern van de grondwaterverontreiniging. Daarmee werd niet
(volledig) voldaan aan het criterium voor het opstarten van het
terugvalscenario. Het is overigens een normaal verschijnsel dat
concentraties in de kern sterk fluctueren.
De afwijkende concentratie gaf in dit geval geen aanleiding tot het
direct nemen van maatregelen. De doelstelling is een stabiele
eindsituatie. Wij toetsen bij een dergelijke situatie voornamelijk aan
verspreidingsrisico's waarbij wij ons vooral richten op de randen van de
verontreiniging. Latere metingen van deze peilbuis geven aan dat de
concentratie is gedaald tot beneden het niveau van 2008.
5 Tauw, Monitoring grondwater 2017 AAgrunol te Groningen, d.d.5 december 2017, Kenmerk L001-1261309EBSV01-nva-NL
https://arcgis.groningen.nl/AA...
14. In 2017 worden sterk verhoogde concentraties door Tauw gemeld, nu
voor peilbuizen 31 en 58, een matige verhoging in 21 en lichte
verhogingen in 41, 50, 53 en 55. Welke keuze heeft de gemeente toen
gemaakt ten aanzien van een terugvalscenario en op grond waarvan?
Verderop op dezelfde pagina van dat rapport uit 2017 zegt het
adviesbureau dat ondanks de hoge concentratie, de eerder aangetroffen
sterke stijging in peilbuis 58 'significant' is afgenomen. De
concentraties in peilbuis 31 zijn nagenoeg gelijk gebleven ten opzichte
van 2012. Het 'overall' beeld gaf in 2017 geen aanleiding om een 'keuze'
te maken. Tauw concludeert terecht een gelijkblijvende trend.
15. Op 21 maart 2019 stuurt Tauw weer een brief over de Monitoring
grondwater 2018 aan de gemeente met als aanleiding “het geval van
ernstige grondwaterverontreiniging met arseen op de locatie”. Weer
worden verhoogde concentraties aan arseen gemeten ( peilbuis 31 en
58), matige concentraties in 21 en 53 en lichte concentraties in 41 en
45. In het geactualiseerde saneringsplan (Royal Haskoning, kenmerk
9T0990, d.d. 17 april 2009) staat met betrekking tot de Signaal waarde
“wanneer in twee of meer filters tweemaal een toename wordt gemeten
groter dan 50% ten opzichte van de vorige ronde en de gehalten in
beide meetronden de tussenwaarde overschrijden dient , in overleg met
het bevoegd gezag, het terugvalscenario in werking worden gezet”. “In
peilbuizen 31 en 53 is in 2018 ten opzichte van de monitoringsronde
van 2017 een stijging in concentratie groter dan 50% geconstateerd.
Voor peilbuis 31 bevinden beide waarden zich boven de
interventiewaarde, voor peilbuis 50 is in 2018 een overschrijding van
de tussenwaarde geconstateerd.”
Welke keuze heeft de gemeente gemaakt op grond van deze conclusie
van Tauw en op grond waarvan?
Momenteel is het rapport in behandeling bij de Omgevingsdienst
Groningen. De beoordeling van dit rapport is nog niet afgerond. Naar
aanleiding van de resultaten heeft inmiddels wel een overleg
plaatsgevonden. Tijdens dat overleg is naar voren gekomen dat het
bevoegd gezag voornemens is de aanbeveling van Tauw over te nemen.
Daarnaast zijn er afspraken gemaakt over herbemonstering en eventueel
bijplaatsen van één of meerdere peilbuizen.
Op grond van de huidige resultaten is er overigens geen sprake van het
overschrijden van de toetsingscriteria van het terugvalscenario.
6 Tauw, Monitoring grondwater 2018 AAgrunol te Groningen, d.d.21 maart 2019, kenmerk L001-1267779EBS-V01- kst-NL
16. Tauw constateert dat gezien de significante stijging van de gemeten
concentraties van arseen in peilbuizen 31 en 53 niet met zekerheid te
stellen is dat een stabiele eindsituatie is bereikt en dat mogelijk het
terugvalscenario in werking moet worden gesteld. Extra monitoring
voor de buizen 31 en 53 wordt voorgesteld. Welke keuze heeft u als
bevoegd gezag gemaakt op grond van deze informatie en waarom?
Kunt u ons resultaten doen toekomen? Zo nee, waarom niet?
Het adviesbureau heeft de resultaten niet getoetst aan de criteria voor
het in werking treden van het terugvalscenario. De gemeten
concentraties voldoen op dit moment niet aan de criteria en geven
daarom geen aanleiding tot het nemen van maatregelen.
Naar aanleiding van de resultaten heeft wel een overleg plaatsgevonden.
Tijdens dat overleg is naar voren gekomen dat het bevoegd gezag
voornemens is de aanbeveling van Tauw over te nemen. Daarnaast zijn
er afspraken gemaakt over herbemonstering en eventueel bijplaatsen
van één of meerdere peilbuizen. Als de resultaten hiervan bekend zijn,
wordt de situatie opnieuw beoordeeld.
17. Gelden er op dit moment met het oog op het beheer van
restverontreinigingen gebruiksbeperkingen en nazorgmaatregelen? Zo
ja, in welk besluit dan wel beschikking is dit kenbaar gemaakt ? Kunt u
ons die doen toekomen?
De beperkingen zijn vastgelegd in de beschikking op het saneringsplan
AAgrunol en blijven onverminderd van kracht totdat wij als bevoegd
gezag een besluit hebben genomen op het evaluatieverslag. Naar de
beschikking is verwezen in een voetnoot bij vraag 10. Omdat het
saneringsplan er vanuit gaat dat ook na de saneringsfase
restverontreiniging aanwezig blijft, zullen de gebruiksbeperkingen ook
na afronding van de sanering nog van toepassing zijn.
18. Hoe verhoudt de mogelijkheid van een eventueel terugvalscenario zich
tot de werkzaamheden ten aanzien van de nieuwe Zuidelijke Ringweg?
Is een terugvalscenario dan nog steeds mogelijk?
Het terugvalscenario heeft betrekking op de grondwaterverontreiniging
op het AAgrunol-terrein. Als de huidige situatie onveranderd blijft,
verwachten wij niet dat dit scenario in werking zal treden.
De werkzaamheden aan de Zuidelijk Ring hebben betrekking op een
andere verontreinigingssituatie en zijn daarom beschreven in een
afzonderlijk Raamsaneringsplan waarmee wij als bevoegd gezag in een
afzonderlijk besluit hebben ingestemd.
Op grond van de beschikbare informatie verwachten wij niet dat de
werkzaamheden aan de Ring Zuid negatieve gevolgen zullen hebben
voor de nog aanwezige grondwaterverontreiniging op het AAgrunolterrein. Mocht dat op zeker moment toch het geval zijn, dan dient de
veroorzaker van die beïnvloeding de gevolgen ervan ongedaan te
maken.
19. Tijdens de informatiesessie voor raads- en statenleden waaraan u in de
eerder genoemde antwoorden op de vragen van de PVV refereert, werd
gezegd dat de kwaliteit van het grondwater dat bij bemalingsproeven
op de AAgrunollokatie vrijkwam, van betere kwaliteit was dan het
water in het Winschoterdiep. Van welke diepte was dit water afkomstig?
En kunt u ons die onderzoeken doen toekomen?
Tijdens de informatiesessie van 15 januari 2020 is gerefereerd aan de
bemalingsproeven in het kader van bouwkuip VDL en niet de
AAgrunollocatie. ARZ gaat geen grondwater onttrekken bij de
AAgrunollocatie. De resultaten (alsmede de diepte) van deze
bemalingsproeven zijn opgenomen in het Addendum Bemaling VDL.
20. Kunt u ons het eindrapport toesturen met betrekking tot de
eindsanering van de AAgrunollokatie?
Een eindevaluatie met een verslag van de gehele sanering wordt pas
opgesteld als de saneringsdoelstelling aantoonbaar is bereikt. Dat
moment lijkt te zijn genaderd zodat de resultaten van de volgende, en
mogelijk laatste ronde, verwerkt kunnen worden in een
eindevaluatieverslag. In dat verslag wordt ook een nazorgparagraaf
opgenomen en indien akkoord, volgt een instemmingsbesluit van het
college van B&W als bevoegd gezag.
21. Gezien bovenstaande en de plannen van CHP en de
verantwoordelijkheden van de gemeente, hoe gaat de gemeente alsnog
invulling geven aan hetgeen gesteld is in haar besluit [1] en hoe gaat
zij handhavend optreden tegen CHP als de gemeente géén vergunning
heeft afgegeven aan CHP voor de uitvoering van hun plannen ten
aanzien van de verdiepte ligging
CHP dient de saneringswerkzaamheden ten behoeve van de aanleg van
de Ring Zuid uit te voeren conform het Raamsaneringsplan. Het
toezicht op de uitvoering van bodemsaneringen wordt namens de
gemeente uitgevoerd door de Omgevingsdienst Groningen. Voor het
voormalige AAgrunol-terrein geldt een ander saneringsplan.
Op grond van hoofdstuk 5.7 van het bemalingsadvies van 23 januari
2020 verwachten wij overigens niet dat de onttrekking een negatieve
invloed zal hebben op de aanwezige grondwaterverontreiniging op het
AAgrunol-terrein. Dan is instemming niet nodig. Zie ook ons antwoord
bij vraag 10.
De aanleg van de ringweg vindt deels in den natte plaats en deels in den
droge. Daar waar grondwater onttrokken wordt, zijn de effecten voor de
directe omgeving modelmatig berekend en worden de effecten tijdens
de uitvoering gemonitord.
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Schriftelijke vragen betreffende de aanpak van de eikenprocessierups
Lees verderMondelinge vragen over boerenprotesten voor debat
Lees verder