Woord­voe­ringen commissies Werk & Inkomen en Onderwijs & Welzijn, 12-06-2019.


14 juni 2019

B INHOUDELIJK DEEL

B1. Invulling taakstelling WIJ (raadsvoorstel 29-05-2019)

Dankuwel voorzitter. De algemene doelstellingen die in dit raadsvoorstel worden geschetst, zoals samenlevingsopbouw, van problematiseren naar normaliseren, en de beweging van zorg naar welbevinden, kunnen we als Partij voor de Dieren natuurlijk steunen. Waar mogelijk, is het ook voor de inwoner zelf veel prettiger om bij een voorliggende voorziening of binnen het eigen netwerk geholpen te worden, in plaats van een zwaar zorgtraject aan te gaan. Waar mogelijk is hier echter wel een harde voorwaarde wat ons betreft. De heer Dijk van de SP noemde het net ook al: door de financiële doelstellingen van dit raadsvoorstel zo scherp te formuleren, gaan WIJ-medewerkers in alle lagen daar ook naar handelen, en loop je het risico dat het financiële belang zwaarder gaat wegen dan het belang van het individu, als deze wél maatwerk nodig heeft.

Naast het financiële aspect maken wij ons ook zorgen over enkele van de voorgestelde maatregelen. Het samenvoegen van entreelocaties bijvoorbeeld - hierdoor wordt voor veel inwoners de afstand tot een WIJ-team groter en daarmee minder laagdrempelig, wat tevens in contrast staat met het gebiedsgericht werken. Spreekuren in de wijk om het wegvallen van de locaties te compenseren is dan het minste wat gedaan kan worden, maar losse spreekuren zijn natuurlijk niet te vergelijken met een locatie die van maandag tot en met vrijdag geopend is.

Los van de fysieke afstand tot de WIJ-teams, die hiermee voor de inwoners van een aantal wijken zal toenemen, neemt ook de werkdruk op de overblijvende entreelocaties toe. Een werkdruk die momenteel al niet mals is: bij de recente werkconferentie van Overbrug gaven twee medewerkers uit het sociaal domein aan dat ze regelmatig lang moet wachten bij de WIJ-teams als ze met een cliënt langskomen. Soms tot wel een uur, waarna de cliënt de moed al heeft verloren om die hulpvraag door te zetten.

Een reductie in het aantal managers lijkt ons goed, net als de impuls aan de voorkant, gezinscoaches, en jeugdstraatwerk. Over dit laatste hoorden we twee weken geleden bij het werkbezoek aan de WIJ mooie verhalen, waaruit de werking van jeugdstraatwerk ook duidelijk bleek. Ook de investering in ondersteuning met gedragswetenschappers, praktijkbegeleiders en programmamedewerkers kunnen we steunen.

Het specialiseren van de uitvoering van WMO-oud is een lastige: mensen die beter in de materie van alle regelgeving zitten kunnen een hulpvraag natuurlijk sneller beantwoorden, maar als dit gepaard gaat met decentralisatie is dat weer een hogere drempel voor de bewoner. Zeker als het gaat om zaken als huishoudelijke hulp, WMO-vervoer of een woningaanpassing, kan je wel bedenken dat dit juist minder mobiele mensen zijn, die straks verder moeten gaan reizen. Daarbij dan ook een vraag aan de wethouder: in hoeverre is onderzocht of mensen door al deze maatregelen van dit raadsvoorstel eerder geneigd zijn om hun hulpvraag weg te stoppen en niet bij de WIJ-teams langs te gaan? Dankuwel.

B2. Ontwikkelingen jeugdhulp mei 2019 (collegebrief 22-05-2019)

Dankuwel voorzitter, en dank ook voor deze duidelijke en uitgebreide set aan documenten. Dat alle zaken nu goed onderzocht en duidelijk toegelicht zijn is fijn, maar het maakt de oplossing voor het vraagstuk van de tekorten in de jeugdhulp helaas nog niet eenduidiger.

In de resultaten uit de benchmark zien we dat Groningen op de meeste vlakken niet afwijkt van de trends die bij andere grote gemeenten zichtbaar zijn. Dat er landelijk iets moet veranderen aan de financiering lijkt ons dan ook duidelijk, dus het is goed om te lezen dat we stevig in de lobby tegenover Den Haag staan.

Wel zien we dat Groningen van de 23 gemeenten op de 4e plek staat wat betreft de kosten per unieke jongere die jeugdhulp krijgt. Dat is lastig te duiden: is de problematiek hier groter dan op andere plekken, krijgen ze hier betere zorg, of wordt er hier meer gestapeld dan elders? Of alledrie?

Als Partij voor de Dieren zijn we blij met de specifieke aandacht die in de collegebrief uitgaat naar de participatie van jongeren en gezinnen zelf. Het is goed dat door C4Youth onderzoek zal worden gedaan naar hoe jeugdigen en ouders zélf beter betrokken kunnen worden bij het jeugdbeleid. Kan de wethouder aanduiden wanneer de resultaten van dit onderzoek ongeveer verwacht worden?

Er zijn de afgelopen jaren al enkele verbeterslagen ingezet: extra inzet van de Ondersteuner Jeugd en Gezin, betere grip op de cijfers en prognoses, onderwijsondersteuning, strakkere samenwerking en een intensievere lobby. We hopen dat dit samen met het genoemde betere contractmanagement en het nieuwe dashboard van de RIGG, en de vijf lijnen uit de regionale transformatieagenda, er daadwerkelijk toe zal leiden dat minder jongeren jeugdhulp nodig hebben.

Wij zijn benieuwd naar de verdere bespreking van de toekomst van de regionale jeugdzorg in het najaar, ook omdat we dan de hoorzitting achter de rug zullen hebben. Dankuwel.

B2 Ondernemen met impact

Dank voorzitter,

Ondernemen met impact is belangrijk. MKB en nieuwe ondernemers faciliteren met informatie en netwerken om te ondernemen met impact is een goede voorzet om te werken aan een duurzame gemeente.

Ons kritiekpunt op het huidige plan is dat de grote spelers buiten schot blijven. Zo vernamen we dat een nieuwe kledingketen de NewYorker zich in Groningen gaat vestigen. Een bedrijf dat het E-label heeft betreft duurzaamheid. Dit bedrijf heeft geen beleid bekend maakt voor klimaat, milieu of arbeidsomstandigheden bij productie in lagelonenlanden.

Er zijn meerdere grote bedrijven te noemen met veel impact op de omgeving en hier in Groningen gevestigde zijn. Bijvoorbeeld de fastfoodketens aan het Sont plein waar het vele restafval dieren aantrekken en overlast veroorzaken. Of Shell. Onze vraag is of we middels informatie en beleid ook deze grote spelers kunnen aanspreken?