Schrif­te­lijke vragen: Klimaat en veiligheid


Indiendatum: 26 jul. 2023

Vragen ex art. 36 RvO van Partij voor de Dieren inzake klimaatverandering en veiligheid

Geacht college,

Extreem weer komt vaker voor, de zeespiegel stijgt en milieuorganisaties luiden de noodklok. Afgelopen jaar zijn er alleen in Europa al 60.000 mensen overleden aan extreme hitte. 1 Het Klimaatverbond stelde afgelopen maand dat Nederlandse gemeentes niet goed zijn voorbereid op hittegolven.2 De nieuwe weersomstandigheden zorgen voor grote nieuwe opgaves voor ons als gemeente. Het RIVM stelt dat hitte ernstige klachten kan veroorzaken bij mensen, zoals vermoeidheid, concentratieverlies, hoofdpijn, duizeligheid, flauwvallen, snelle hartslag en hevig zweten. 3 Hitte op scholen heeft in bepaalde regio’s van Nederland al gezorgd voor protesten van ouders, aangezien zij dit onverantwoord vinden voor de gezondheid van hun kinderen.4 Hitte heeft niet alleen impact op jongeren, maar ook op de oudere inwoners. Tijdens een periode van hitte (+27°C) voelt meer dan de helft (53%) van de ouderen zich (erg) beperkt in de bewegingsvrijheid.

Voor maar liefst 39% geldt dat zij zich zelfs geïsoleerd of afgesloten van de buitenwereld voelen door de hitte, vermeldt het Ouderenfonds.5 Van de sterfgevallen door hitte in Nederland kan al 31% worden toegeschreven aan klimaatverandering. Dat komt neer op bijna 250 sterfgevallen per jaar. Dat blijkt uit internationaal onderzoek over de periode 1991-2018 waar het RIVM aan deelnam en waarover het tijdschrift Nature Climate Change publiceerde.6

Voor dieren geldt dat de zomer van 2022 zo droog was dat vissen hapten naar lucht en water. Door droogte was minder voedsel bereikbaar voor weidevogels en andere dieren doordat wormen en insecten dieper de bodem in doken op zoek naar vocht. Ook was er voor veel weidedieren te weinig vers gras aanwezig, waardoor de wintervoorraad hooi moest worden aangebroken.7

Lang verhaal kort: klimaatverandering heeft grote gevolgen voor de veiligheid en leefbaarheid van mens en dier, ook in Groningen. Daarom stellen wij vragen over de relatie tussen veiligheid en klimaatverandering.

1. Wat is de visie van het college op de correlatie tussen klimaatverandering en veiligheid?

2. Het KNMI publiceert in oktober 2023 de KNMI'23-klimaatscenario's. Is het college bereid om scenario’s zoals de IPCC en KNMI voorstelt voor Nederland op te nemen in het Uitvoeringsprogramma leefbaarheid en veiligheid van de gemeente?

3. De gemeente heeft een hittestresskaart, bomenmonitor, wateroverlastkaart en lokaal hitteplan gepubliceerd.8 Een aantal goede acties uit het Lokaal Hitteplan is inmiddels gerealiseerd, maar ons viel op thuiszorglocaties voor ouderen en dak- en thuislozenorganisaties niet in het bezit zijn van ventilatoren en airco’s. Is het college gezien de kwetsbaarheid van deze groepen bereid hierin te faciliteren?

4. Heeft het college zicht op het aantal scholen in onze gemeente waar hitte dermate hoog kan oplopen dat dit de gezondheid en het leervermogen van kinderen kan beïnvloeden? Hoe kan het college, los van de renovaties in het kader van het IHP, een gezonde leer- en leefomgeving op scholen borgen?

5. In de beantwoording op de vragen “Koele vluchtplaatsen tijdens hittegolven’’ benoemt het college dat er onderzoek wordt gedaan naar koele openbare vluchtplaatsen in het Lokaal Hitteplan.9 Er wordt ook verwezen naar gemeentelijke panden die als vluchtplaatsen zouden kunnen dienen. Wat is de voortgang van dit onderzoek? En kunnen deze koele vluchtplaatsen worden opgenomen in het Uitvoeringsprogramma leefbaarheid en veiligheid van de gemeente?

6. Landelijk is er een neerslagtekort van 190 mm gemeten en onze gemeente heeft momenteel een tekort van 150mm tot 180mm.10 Droogte is voor natuur en dieren funest. Kan het college bijdragen aan drinkplekken en schaduw- en schuilplekken voor dieren om hen meer overlevingskans te geven? Denk hierbij aan bijvoorbeeld “zwetende kranen” waar insecten en kleine dieren kunnen drinken, fonteintjes in parken of maatregelen tegen hitte en uitdroging in het landelijk gebied.

7. Is het college bereid om maatregelen, zoals drinkplekken en schaduw- en schuilplekken, bij extreem weer te stimuleren bij individuele weidedierenhouders of particuliere huisdierenhouders? Zoals, maar niet uitsluitend, door middel van een communicatiecampagne?

8. Treft het college maatregelen om tijdens een hittegolf in de gemeentelijke wateren de waterstand te beheren en vissterfte te voorkomen? Is het college bijvoorbeeld bereid om in gesprek te gaan met hengelsportverenigingen om tijdelijke visverboden te stimuleren, zoals in de gemeentes Meppel en Oost Gelre is ingevoerd?

Hartelijke groet,

Janette Bosma

Partij voor de Dieren


1 https://nos.nl/collectie/13871...

2 https://www.volkskrant.nl/nieu...

3 https://www.rivm.nl/hitte/gezo...

4 https://www.1limburg.nl/nieuws...

5 https://ouderenfonds.nl/verhaa...

6 https://www.rivm.nl/nieuws/kli...

7 https://nos.nl/artikel/2479141...

8 https://duurzaamgroningen.nl/t...

Indiendatum: 26 jul. 2023
Antwoorddatum: 13 sep. 2023

Geachte lezer,

Hierbij doen wij u toekomen ons antwoord op de door mevrouw J. Bosma van de Partij voor de Dieren gestelde vragen ex art. 36 RvO over klimaatverandering en veiligheid. De brief van de vragensteller treft u als bijlage aan.

De vragen stellen het veranderende klimaat en de veiligheid van mens en dier centraal. Met name de effecten van toenemende hitte zijn voor de vragensteller van belang. Ook wordt gerefereerd aan ons Lokale Hitteplan en onderzoek naar koele binnenruimte. Zie ook onze beantwoording van vragen van het CDA (30-05-2022) en vragen gesteld door CDA, Partij voor de Dieren en GroenLinks (22-07-2022). Zoals aangegeven in de beantwoording van deze twee sets aan vragen ligt de prioriteit van ons klimaatadaptatiebeleid bij het beschermen van de meest kwetsbare groepen in onze samenleving. Dit doen wij onder andere door een nauwere samenwerking met corporaties en zorg- en welzijnsorganisaties op dit thema. De maatregelen en gespreksonderwerpen hierin zijn divers. Hitte gaat namelijk over gebied, gebouw en gebruiker (of gedrag). Het gaat bijvoorbeeld om investeren in meer groen in de openbare ruimte, vastgoed waar mogelijk aanpassen en mensen goed informeren (en bereiken) over hun eigen handelingsperspectieven ten tijde van een hittegolf.

Ten aanzien van klimaatverandering en veiligheid stelt de Partij voor de Dieren de volgende vragen:

1. Wat is de visie van het college op de correlatie tussen klimaatverandering en veiligheid?

In de Uitvoeringsagenda Klimaatbestendig Groningen hebben we een prioriteitenladder opgesteld. Als eerste prioriteit staat benoemd: Veiligheid en gezondheid hebben in de gemeente Groningen de hoogste prioriteit. Waarbij wij maatschappelijk ontwrichtende situaties onacceptabel vinden (de tweede stap in de ladder). Bij de totstandkoming van ons klimaatadaptatiebeleid en de klimaatstresstesten zijn veel verschillende organisaties betrokken. Ook de Veiligheidsregio is nauw betrokken geweest bij de totstandkoming. Veiligheidsrisico’s van klimaatverandering zijn in kaart gebracht voor verschillende sectoren. Dit is een breed spectrum aan mogelijke situaties. Waarbij het soms ook lastig is de grens tussen gezondheidsrisico en veiligheidsrisico te onderscheiden. Als gemeente hebben wij echter beiden als prioriteit benoemd en in de praktijk maken wij daarin dus geen onderscheid. Locaties en gebieden waar de effecten van klimaatverandering, hitte en wateroverlast een potentieel gezondheids- en/of veiligheidsrisico vormen voor bijvoorbeeld kwetsbare doelgroepen zijn aangemerkt als urgent. Ook het samen komen van grote groepen mensen (bv grootschalige evenementen in de openbare ruimte), aanrijroutes van ambulances en andere hulpdiensten, mogelijke risico’s voor de ziekenhuizen zelf en mogelijke effecten op vitale infrastructuur zoals elektriciteit en gas zijn in onze stresstesten in kaart gebracht. De gemeente werkt via de afdelingen Openbare Orde en Veiligheid en Ruimtelijk Beleid en Ontwerp (waar klimaatadaptatie is belegd) samen met de Veiligheidsregio aan het verder in kaart brengen van de risico’s en handelingsperspectieven.

Ook in regionaal verband heeft klimaatverandering in relatie tot veiligheid in toenemende mate aandacht. Zoals in onze uitvoeringsagenda aangekondigd werken wij regionaal in toenemende mate samen op het thema Vitaal en Kwetsbare (functies). Dit onder leiding van de provincie, waterschappen en veiligheidsregio.

2. Het KNMI publiceert in oktober 2023 de KNMI'23-klimaatscenario's. Is het college bereid om scenario’s zoals de IPCC en KNMI voorstelt voor Nederland op te nemen in het Uitvoeringsprogramma leefbaarheid en veiligheid van de gemeente?

De KNMI scenario’s (KNMI’14) vormen de basis voor onze stresstesten. De stresstesten vormen de basis voor ons klimaatadaptatiebeleid. We wachten de scenario's van 2023 af. Op 9 oktober worden deze gepresenteerd. Begin 2024 bereiden wij een nieuwe ronde stresstesten voor. Nieuwe inzichten nemen wij uiteraard mee in ons klimaatadaptatiebeleid. We kiezen er voor om het thema klimaatverandering in relatie tot veiligheid in regioverband op te pakken. Het vraagstuk is reeds neergelegd bij de Veiligheidsregio. De Veiligheidsregio heeft hiervoor reeds een plan van aanpak voor opgesteld.

3. De gemeente heeft een hittestresskaart, bomenmonitor, wateroverlastkaart en lokaal hitteplan gepubliceerd. Een aantal goede acties uit het Lokaal Hitteplan is inmiddels gerealiseerd, maar ons viel op thuiszorglocaties voor ouderen en daken thuislozenorganisaties niet in het bezit zijn van ventilatoren en airco’s. Is het college gezien de kwetsbaarheid van deze groepen bereid hierin te faciliteren?

De gemeente is terughoudend in het gebruik van airconditioning. Dit botst met onze opgave op het gebied van CO2 neutraliteit. Hiernaast dragen airco’s ook bij aan het zogenaamde hitte-eilandeffect. De buitenruimte warmt weer meer op. De inzet van ventilatoren kan echter bij perioden van hitte bijdragen aan verlichting.

In het Lokaal Hitteplan is aangegeven dat organisaties niet (voldoende) over deze apparatuur beschikken. Hiernaast is op het moment van schrijven van deze beantwoording de behoefte voor deze apparatuur bij de betreffende organisaties niet volledig duidelijk. Dit kan per locatie verschillen. Ook de (on)mogelijkheden van de organisaties voor de aanschaf zelf zijn nog onvoldoende in beeld. In de (jaarlijkse) evaluatie van het Lokaal Hitteplan wordt deze vraag met nadruk gesteld. Op basis van de uitkomst kan worden bekeken wat de rol van de gemeente hierin precies kan zijn.

4. Heeft het college zicht op het aantal scholen in onze gemeente waar hitte dermate hoog kan oplopen dat dit de gezondheid en het leervermogen van kinderen kan beïnvloeden? Hoe kan het college, los van de renovaties in het kader van het IHP, een gezonde leer- en leefomgeving op scholen borgen?

Op basis van modelstudies hebben wij inzichtelijk welke scholen en kinderdagverblijven mogelijk een verhoogd risico hebben in relatie tot hitte eilanden (zie de genoemde hittestresskaart op duurzaamgroningen.nl). Als lokale overheid hebben wij geen regulerende mogelijkheden om borging van koele klimaatbestendige buitenruimte (lees schoolplein) in een juridische zin te regelen. In relatie tot de buitenruimte zetten we in op met name faciliterende en stimulerende acties. Op en nabij scholen zetten we in op vergroeningsacties om de buitenruimte zo koel mogelijk te maken, denk hierbij aan Tiny Forest. Ook kunnen basisscholen elk jaar gebruik maken van onze subsidieregeling groene schoolpleinen. In 2021 hebben we stimuleringsacties georganiseerd door pilot vergroeningsprojecten op schoolpleinen en hebben wij via de NDE en onze reguliere overleggen met schoolbesturen aandacht voor deze zaken gevraagd. Het binnenklimaat van scholen is erg belangrijk. Leerlingen en leerkrachten brengen er een groot gedeelte van de week door in een relatief beperkte ruimte. Een gezond binnenklimaat draagt bij aan betere leerprestaties en minder gezondheidsklachten en betere leerprestaties. Daarom is in het project ‘Fris en Duurzaam’ (2012-2017) via het gemeentelijke onderwijshuisvestingsprogramma geïnvesteerd in een goede ventilatie van leslokalen in basisscholen. Dit is afgelopen jaren aangevuld met een gemeentelijke subsidie voor scholen die gebruik konden maken van de landelijke SUVIS regeling. Hiermee konden met name basisscholen uit Haren en Ten Boer op het gewenste kwaliteitsniveau worden gebracht. Ten slotte heeft het rijk het thema hitte ook opgenomen in het Bouwbesluit. Dit is een relatief nieuwe regel en wordt getoetst bij vergunningaanvragen (nieuwbouw). Dit betreft de maximale temperatuur voor een bepaalde tijdsperiode van binnenruimten.

Er wordt op dit moment gewerkt aan een bijeenkomst specifiek voor kinderdagverblijven die zich bevinden in locaties met grote kans op wateroverlast en/of hitteoverlast, om hen te informeren over de risico’s hiervan, hoe je oververhitting signaleert, wat mogelijke oplossingen zijn en hoe de gemeente financieel kan ondersteunen (via subsidies).

5. In de beantwoording op de vragen “Koele vluchtplaatsen tijdens hittegolven’’ benoemt het college dat er onderzoek wordt gedaan naar koele openbare vluchtplaatsen in het Lokaal Hitteplan. Er wordt ook verwezen naar gemeentelijke panden die als vluchtplaatsen zouden kunnen dienen. Wat is de voortgang van dit onderzoek? En kunnen deze koele vluchtplaatsen worden opgenomen in het Uitvoeringsprogramma leefbaarheid en veiligheid van de gemeente?

In 2021 is een Lokaal Hitteplan opgesteld in de gemeente Groningen. Het Lokaal Hitteplan richt zich op veiligheid en gezondheid van onze meest kwetsbare inwoners: alleenwonende ouderen en dak- en thuislozen. Wij werken hierin samen met de verschillende welzijns- en zorginstanties, de GGD en het Waterbedrijf. Het Lokaal Hitteplan bestaat met name uit communicatieve acties en maatregelen. Samen met de betrokken organisaties proberen we de kwetsbare groepen (en professionals die met deze doelgroepen werken) op een simpele manier te wijzen op mogelijke risico’s van hitte. We geven aan wat zij ter voorkoming van verhitting kunnen doen. Het is echter niet alleen informatie voor het kwetsbare individu. Alle inwoners worden zoveel mogelijk bereikt door gebruik van bijvoorbeeld onze gemeentelijke communicatiekanalen en de communicatiekanalen van de organisaties die meewerken in het Lokaal Hitteplan.

Het gaat hier om informatie over zonnewering en voldoende drinken ten tijde van hitte. In het Lokaal Hitteplan wordt ook genoemd dat we de behoefte van koelteruimtes in Groningen onderzoeken, zowel onder de doelgroepen van het Lokaal Hitteplan als onder de overige inwoners. In juni 2023 is een enquête over klimaatverandering en klimaatadaptatie uitgezet via de gemeentelijke kanalen en onder het Inwonerspanel. Hierin zijn ook vragen opgenomen om de behoefte aan koele binnenruimtes te onderzoeken. In september verwachten wij de resultaten van dit onderzoek te kunnen publiceren.

Momenteel zijn we de mogelijkheden van een pilot in Hoogkerk en Vinkhuizen aan het bespreken voor de zomer van 2024. Het doel is om per wijk een pilotlocatie aan te wijzen als koele binnenruimte tijdens een hittegolf voor inwoners die hier behoefte aan hebben. Eind 2023 bespreken we dit voornemen ook tijdens de evaluatie van het Lokaal Hitteplan met de zorg- en welzijnsorganisaties. Samen met hen geven wij vorm aan deze pilot met specifiek aandacht voor de kwetsbare doelgroepen uit het Lokaal Hitteplan. Zoals onder vraag 2 aangegeven werken wij in regioverband dit vraagstuk uit. De Veiligheidsregio heeft het thema reeds in zijn programma’s opgenomen.

6. Landelijk is er een neerslagtekort van 190 mm gemeten en onze gemeente heeft momenteel een tekort van 150mm tot 180mm. Droogte is voor natuur en dieren funest. Kan het college bijdragen aan drinkplekken en schaduw- en schuilplekken voor dieren om hen meer overlevingskans te geven? Denk hierbij aan bijvoorbeeld “zwetende kranen” waar insecten en kleine dieren kunnen drinken, fonteintjes in parken of maatregelen tegen hitte en uitdroging in het landelijk gebied.

In ons (groen)beheer en klimaatadaptieve ruimtelijke beleid in bebouwd gebied (ook bij nieuwbouw) zetten we in op meer groen, langer gras en voldoende bomen. We leggen wadi’s aan en koppelen hemelwater vaker af van het riool. Met deze maatregelen zorgen we voor het langer vasthouden van regenwater in gebieden, in de bodem, ontstaat meer schaduw en een koelere omgeving. Hiervan hebben niet alleen onze bewoners profijt. Ook wilde dieren. In het landelijke gebied werken we (o.a. via de Regionale Adaptatie Strategie) met onze partners (provincie en waterschappen) aan gelijksoortige doelen.

Kleinschalige acties zoals het aanbrengen van kranen of fonteinen als drinkplek voor dieren past beter bij tuinen van particulieren.

7. Is het college bereid om maatregelen, zoals drinkplekken en schaduw- en schuilplekken, bij extreem weer te stimuleren bij individuele weidedierenhouders of particuliere huisdierenhouders? Zoals, maar niet uitsluitend, door middel van een communicatiecampagne?

Het is houders van weidedieren en particuliere huisdierenhouders toegestaan om drinkplekken en schaduw- en schuilplekken aan te bieden. De meeste houders van dieren zorgen zelf goed voor hun dieren en hebben hierbij geen hulp van de gemeente nodig. De meerwaarde van een grootschalige communicatiecampagne wordt als klein ingeschat. Dit betekent niet dat we helemaal geen actie ondernemen. Via duurzaamgroningen.nl kan de huisdiereigenaar bijvoorbeeld geïnformeerd worden over de gevolgen van hittestress. https://duurzaamgroningen.nl/t...

8. Treft het college maatregelen om tijdens een hittegolf in de gemeentelijke wateren de waterstand te beheren en vissterfte te voorkomen? Is het college bijvoorbeeld bereid om in gesprek te gaan met hengelsportverenigingen om tijdelijke visverboden te stimuleren, zoals in de gemeentes Meppel en Oost Gelre is ingevoerd?

Ten aanzien van het voorkomen van vissterfte: Ja, in ons beheer heeft dit reeds langere tijd onze aandacht. Zowel tijdens een hittegolf (korte termijn maatregelen) als maatregelen in het watersysteem die op de langere termijn preventief moeten werken. Voorbeelden van maatregelen tijdens een hittegolf zijn divers en sterk afhankelijk van de locatie, waterdiepte, bodemgesteldheid, water- rioleringssysteem en uiteraard het probleem dat door hitte, droogte en wateroverlast wordt veroorzaakt. Vaak is het ook een combinatie van oorzaken die problemen geven in relatie tot bijvoorbeeld vissterfte. Voorbeelden van maatregelen zijn het doorspoelen van vijvers en het plaatsen van beluchters. Bij grote nood werken wij ook samen met de hengelsportfederaties. Zij beschikken over zogenaamde calamiteitenteams. Samen met deze teams brengen we ook vissen over naar beter water. In relatie tot waterlichamen die niet in eigendom zijn van de gemeente hebben we altijd een signalerende functie en zoeken we de samenwerking met de eigenaar. Bijvoorbeeld particulieren en waterschappen.

In het GWRP -Groninger Water en Rioleringsplan - zijn maatregelen opgenomen die de waterkwaliteit in stand houden of verbeteren. Ze zijn onderdeel van een meerjarenprogramma of maken deel uit van een project. Daarnaast betreft het ookregulier beheer zoals het periodiek baggeren en schonen van vijvers. Met technische aanpassingen zorgen we voor oplossingen die ook op langere termijn gunstig zijn voor het waterleven. Deze maatregelen voorkomen of verzachten bij een hittegolf de negatieve effecten die daar het gevolg van zijn. Onder meer vissen profiteren daarvan:

• verdiepen van vijvers;
• vergroenen van oevers;
• aanleggen van een leiding voor aanvoer (inlaat) van water;
• onderling verbinden van vijvers zorgt voor doorstroming.

Een hittegolf eindigt nogal eens met een hevige regen- of onweersbui die het rioolsysteem niet zo snel kan verwerken. Vijvers fungeren op dat moment als buffer. Door bij rioolvervanging een gescheiden systeem aan te leggen - loskoppelen hemelwater en afvalwater - wordt de vijver gevuld met hemelwater en zal er minder verdund afvalwater via een overstort geloosd worden.

Ten aanzien van het gesprek met hengelsportverenigingen en tijdelijk visverbod: we kunnen ons voorstellen dat in gesprek gaan met de hengelsportverenigingen van toegevoegde waarde kan zijn. We vinden het tegelijk niet nodig om daarbij een tijdelijk visverbod als uitgangspunt te agenderen. Het gaat immers in de basis om het zo veel mogelijk voorkomen van vissterfte. We kunnen dit in de vorm van een evaluatie doen, waarbij wij in gezamenlijkheid het ontstaan van problemen bij hitte verder analyseren. Welke genomen maatregelen blijken goed te werken, en waar constateren we knelpunten waar aanvullende maatregelen voor nodig zijn. Een tijdelijk visverbod kan daarbij een uitkomst zijn.

We vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

Met vriendelijke groet,

burgemeester en wethouders van Groningen,

burgemeester, secretaris,

Koen Schuiling Christien Bronda