Schrif­te­lijke vragen over de tweede uitbraak van de vogel­griep in de gemeente


Indiendatum: 26 feb. 2022

Geacht college,

Op woensdagochtend 24 februari kwam het bericht naar buiten dat er een tweede uitbraak van de hoog-pathogene vogelgriep is vastgesteld in Woltersum, ditmaal bij een biologisch leg-hennenbedrijf. Wederom een tragische situatie voor de 55000 kippen die gedood worden, maar ook voor de familie.

Viroloog Marion Koopmans gaf afgelopen zondag in Buitenhof aan dat we te maken hebben met een permanente pandemische dreiging als gevolg van de vogelgriep. De vogelgriep is endemisch geworden, ook in Groningen. Dat kan gevaarlijk zijn voor de volksgezondheid. Ook andere virologen waarschuwen al jaren dat er maar een kleine stap nodig is voor dit virus om te muteren naar een virus dat ook overdraagbaar is van mens op mens en dat er daarom stappen moeten worden genomen om de risico’s te beperken. Ook de Dierenbescherming gaf vandaag aan dat er zo spoedig mogelijk maatregelen moeten worden getroffen: “Vaccineer de dieren, houd pluimvee niet in waterrijke gebieden en maak pluimveebedrijven kleiner en zet ze verder uit elkaar.”

In de beantwoording van mondelinge vragen op 16 februari betreffende de eerste uitbraak van vogelgriep gaf wethouder Jongman aan dat er via de gemeentelijke communicatiekanalen burgers worden geïnformeerd over de vogelgriep en dat enkele landelijk vastgestelde maatregelen worden getroffen, zoals een jachtverbod in een omtrek van 10 km² rondom het betreffende bedrijf. Wij vertrouwen op deze landelijk vastgestelde maatregelen, maar maken ons ook zorgen over de uitbraken in onze gemeente en de risico’s.

Omdat de ontwikkelingen zo snel gaan, stelt de Partij voor de Dieren graag nog enkele vragen.

  1. Is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat sprake is van een verhoogd gevaar voor de volksgezondheid en dat er, in de woorden van Marion Koopmans, sprake is van een permanente pandemische dreiging?
  2. Op 23 februari, vlak voor het debat in de Tweede Kamer over zoönosen, heeft minister Ernst Kuipers van volksgezondheid schriftelijke vragen van de Partij voor de Dieren beantwoord. Een fragment hieruit: “De WHO bereidt zich voor op een eventueel scenario waarbij overdracht van vogelgriepvirus op mensen en mens-op-mens transmissie mogelijk is. De WHO selecteert daarom verschillende vogelgriepvirussen zodat die, als het nodig is, gebruikt kunnen worden voor het maken van een humaan vaccin tegen deze varianten.” Bent u het met de Partij voor de Dieren eens dat deze situatie dermate ernstig is dat deze vraagt om ingrijpen in het systeem dat deze gevaarlijke virussen verspreidt, namelijk de pluimveehouderij, in plaats van om lapmiddelen zoals vaccinaties voor mens en dier? Zo ja, wat stelt u voor? Zo nee, waarom niet?
  3. De wethouder gaf in de beantwoording op 16 februari aan dat het college geen noodzaak ziet om de jacht buiten de vastgestelde omtrek van 10 kilometer in te perken. Hoe kijkt het college nu naar aanvullende regels wat betreft de jacht in de gemeente, nu het virus om zich heen blijft slaan?
  4. Kan het college aangeven of en hoe het de gemeenteraad structureel wil gaan inlichten over de vogelgriep in onze gemeente, zoals besmettingen, ook van wilde dieren? Op welke wijze is de vogelgriep op dit moment een thema binnen de Veiligheidsregio en kunt u ons hierin meenemen?
  5. Zijn er ondertussen signalen bekend bij het college dat de Dierenambulance extra hulp of financiële middelen kan gebruiken? Kan het college aangeven of het bereid is de Dierenambulance, waarvoor de uitbraken extra capaciteit vergen, extra te ondersteunen?
  6. Kunt u toelichten op welke wijze de dieren op beide bedrijven zijn gedood en wat er met hun lichamen vervolgens is gebeurd?

Met vriendelijke groet,

Kirsten de Wrede

Terence van Zoelen

Partij voor de Dieren

Indiendatum: 26 feb. 2022
Antwoorddatum: 30 mrt. 2022

Geachte heer, mevrouw,

Hierbij ontvangt u ons antwoord op de schriftelijke vragen ex art. 38 RvO van mevrouw K. de Wrede en de heer T. van Zoelen van de Partij voor de Dieren over de

tweede uitbraak van vogelgriep binnen twee weken in onze gemeente. De brief van de vragenstellers treft u als bijlage aan. 1. Is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat sprake is van een verhoogd gevaar voor de volksgezondheid en dat er, in de woorden van Marion Koopmans, sprake is van een permanente pandemische dreiging?

De kans op besmetting van mensen met het vogelgriepvirus is erg klein, het komt voor na intensief contact met zieke vogels. De symptomen zijn meestal mild. Een pandemie is niet uitgesloten, maar de kans er op is momenteel niet groot. Het RIVM schat het risico in als ‘laag’. Het blijft wel belangrijk om besmetting van mensen zoveel mogelijk te voorkomen. Het RIVM heeft een zoönosestructuur opgezet om snel te kunnen ingrijpen en uitbraken onder controle te kunnen houden. Wij volgen in deze de richtlijnen zoals die door het RIVM worden uitgevaardigd.

2. Op 23 februari, vlak voor het debat in de Tweede Kamer over zoönosen, heeft minister Ernst Kuipers van volksgezondheid schriftelijke vragen van de Partij voor de
Dieren beantwoord. Een fragment hieruit: “De WHO bereidt zich voor op een eventueel scenario waarbij overdracht van vogelgriepvirus op mensen en mens-opmens transmissie mogelijk is. De WHO selecteert daarom verschillende vogelgriepvirussen zodat die, als het nodig is, gebruikt kunnen worden voor het maken
van een humaan vaccin tegen deze varianten.” Bent u het met de Partij voor de Dieren eens dat deze situatie dermate ernstig is dat deze vraagt om ingrijpen in het
systeem dat deze gevaarlijke virussen verspreidt, namelijk de pluimveehouderij, in plaats van om lapmiddelen zoals vaccinaties voor mens en dier? Zo ja, wat stelt u
voor? Zo nee, waarom niet?

In de door u aangehaalde beantwoording staat eveneens: “Ook gaat LNV samen met VWS een lange termijnvisie opstellen hoe we met de pluimveehouderij en
vogelgrieppreventie en bestrijding om moeten, kunnen en willen gaan. Daar wordt op dit moment door het Kabinet aan gewerkt, ook in het kader van de volksgezondheid.” Wij zien dit als een positieve ontwikkeling en we vinden het raadzaam om ons lokale beleid op dit thema mede te baseren op de aangekondigde landelijke visie en daaruit voortkomende maatregelen.

3. De wethouder gaf in de beantwoording op 16 februari aan dat het college geen noodzaak ziet om de jacht buiten de vastgestelde omtrek van 10 kilometer in te perken. Hoe kijkt het college nu naar aanvullende regels wat betreft de jacht in de gemeente, nu het virus om zich heen blijft slaan?

Vogels kunnen door vele oorzaken opgeschrikt worden, jacht is daar een van. Het Rijk coördineert de bestrijding van vogelgriep en treft hiertoe maatregelen. Wij zien geen aanleiding om aanvullend maatregelen te treffen.

4. Kan het college aangeven of en hoe het de gemeenteraad structureel wil gaan inlichten over de vogelgriep in onze gemeente, zoals besmettingen, ook van wilde
dieren? Op welke wijze is de vogelgriep op dit moment een thema binnen de Veiligheidsregio en kunt u ons hierin meenemen?

Op de website van de NVWA zijn de bij hen bekende vogelgriepbesmettingen in Nederland te vinden; op zowel bedrijven, bij hobbyboeren als in het wild. De
informatie op deze website is voor iedereen toegankelijk. Gezien de beschikbaarheid van deze informatie zien wij geen meerwaarde in het structureel informeren van de
raad hierover. Veiligheidsregio Groningen heeft een werkgroep opgericht die overleg heeft over de stand van zaken en monitoring en in contact staat met de NVWA en
GGD/IZB; zowel regionaal als landelijk. Op de website van de Veiligheidsregio staat informatie over vogelgriep en wat te doen bij het vinden van dode wilde vogels.

5. Zijn er ondertussen signalen bekend bij het college dat de Dierenambulance extra hulp of financiële middelen kan gebruiken? Kan het college aangeven of het
bereid is de Dierenambulance, waarvoor de uitbraken extra capaciteit vergen, extra te ondersteunen?

Ja, het is bekend dat de Dierenambulance het drukker heeft met vogelgriepslachtoffers en hiervoor meer kosten maakt dan vorig jaar. Wij hebben een
dierennoodhulpovereenkomst met de Dierenbescherming met de Dierenambulance als onderaannemer. Knelpunten met kosten en capaciteit als gevolg van
vogelgriepslachtoffers vallen in eerste instantie onder de verantwoordelijkheid van de Dierenbescherming. Wij hebben tot nog toe geen verzoek tot extra ondersteuning
ontvangen.

6. Kunt u toelichten op welke wijze de dieren op beide bedrijven zijn gedood en wat er met hun lichamen vervolgens is gebeurd?

Bij de ruiming van het pluimvee wordt gebruik gemaakt van CO2. Op deze wijze wordt dierenleed zo veel mogelijk beperkt. De dieren worden vervolgens afgevoerd
naar het bedrijf Rendac. Rendac verwerkt dierlijk restmateriaal tot diermeel en dierlijk vet welke respectievelijk als biobrandstof en als grondstof voor tweede generatie
biodiesel worden gebruikt.

Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
burgemeester en wethouders van Groningen,