Woord­voering raads­ver­ga­dering voor­jaars­be­groting


22 mei 2019

Er gaat geen dag voorbij, of dieren zijn op de een of andere manier in het nieuws. Koe Romijn, die 134000 liter melk had gegeven, de gemeente Westerwolde die een geitenstop wil, karpersterfte, een Duitse student die jachthutten onklaar maakt en natuurlijk: de situatie rondom Boxtel, waar veel, vaak jonge mensen, een varkensboerderij bezetten.

Maar vandaag bespreken we de begroting, dus voor deze keer begint ook de Partij voor de Dieren met geld. In onze gemeente wonen veel minima, die soms ook geneeskundige zorg nodig hebben. Dat is duur en daarom dienen wij, samen met Groenlinks een motie in. Motie 'Dierenhulp bij minima'

In de Trouw van dit weekend was er aandacht voor het nieuwste boek van de beroemde primatoloog Frans de Waal. Eén van zijn vaak herhaalde stellingen is, is dat er geen principieel verschil bestaat tussen mensen en dieren. Waar Descartes het gejammer van de honden die hij, uit wetenschappelijk oogpunt, opensneed, afdeed als een mechanische reactie, te vergelijken met het lawaai van iets dat op de grond valt, zijn steeds meer wetenschappers het erover eens dat dieren net als mensen over bewustzijn, intelligentie en emoties beschikken. De Waal werpt dan ook de vraag op: als dat allemaal zo is, mogen we ze dan wel eten?

Er is geen harde grens tussen mensen en andere dieren. Niet-menselijke dieren zijn veel complexere wezens dan we dachten. Niet alleen het mens- dier onderscheid is aan vernieuwing toe, ook traditionele dichotomieën als man/ vrouw, verstand/ gevoel, stad/ platteland, en cultuur/ natuur zijn aan slijtage onderhevig. In deze begroting is gelukkig duidelijk veel aandacht voor natuur in de stad. Er is veel nadruk op groen, er wordt gesproken over biodiversiteit, ook al is dat wel vanuit een antropocentrisch perspectief. Groen is belangrijk omdat dat het welzijn van mensen ten goede komt, vanwege de biodiversiteit en vanwege de bufferende invloed inzake klimaatissues. Dat groen ook belangrijk is omdat dieren ergens moeten wonen, komen we niet tegen. In het hoofdstuk wonen gaat het om de woonomstandigheden van mensen. Hoe het met de nestgelegenheid voor koolmezen is en hoe het bomenbestand in het Stadspark aansluit op de woonbehoefte van de eekhoorn, daarover helaas geen woord.

Al die niet-menselijke dieren, honderden, duizenden soorten in onze gemeente, vangen we in deze begroting onder het kopje: dieren. De mens is duidelijk het ordenende dier. Noemt zichzelf mens en al die andere levende wezens worden dieren genoemd. Stad en natuur, mensen en dieren zijn niet van elkaar te scheiden. Dieren leven evenzeer in de stad, zelfs meer dan vroeger, omdat het platteland door intensieve bewerking minder leefbaarder wordt voor veel dieren. Hoe kunstmatig het onderscheid is dat we vaak maken en hoeveel moeite we daarmee hebben, blijkt bijvoorbeeld uit het feit hoe veel mensen moeite hebben met de komst van de wolf. Een dier dat valt in het hokje natuur, maar dat het ook in ons, door cultuur gedomineerde gronden, lijkt te redden. Dieren die zich niet in hokjes laten plaatsen en buiten de gebaande paden bewegen van ecologische stedelijke structuur en snippergroen, noemen we al snel ongedierte, of plaagdieren, om ons straatje schoon te vegen. Maar steenmarters zijn zo weer, eens gevangen, vervangen door een nieuw exemplaar. Dieren horen erbij. Alhoewel op blz. 217 staat dat dit college dierenleed wil voorkomen, staat hier niet bij hoe, of om welk dierenleed het gaat en staat er verder ook niets in over dieren. Daarom willen wij graag een compleet overzicht van de aanwezige dieren in onze gemeente en de regelgeving die op hen van toepassing is en vragen wij het college middels een motie, samen met 100% Groningen, om een dierenwelzijnsnota te schrijven. Motie 'Man en paard noemen'

Speciale aandacht willen wij vragen voor de jacht. U heeft geschreven in uw coalitieakkoord dat er in onze gemeente geen ruimte is voor plezierjacht. Dat kunt u alleen op uw eigen gronden afdwingen. Dat zouden wij graag formeel vast laten liggen, in geharmoniseerd beleid, vandaar deze motie. Motie 'In de roos'

Er wordt wel gejaagd op gemeentelijke gronden, volgens technische beantwoording, op onder andere percelen in Meerstad en de voormalige gemeentes Haren en Ten Boer. Daarbij lijkt het met name om beheer te gaan, maar ondanks veelvuldig contact met ambtenaren is dat nog niet boven water. Beheer is jacht met een beoogd doel, zoals bijvoorbeeld het voorkomen van landbouwschade. Echter, nog nooit is aangetoond dat het doden van dieren helpt om een bepaald doel te bereiken. Ook voor beheer moet de eigenaar van de grond toestemming geven. Vandaar deze motie.

Om wat misverstanden uit de weg te helpen: weidevogels verdwijnen niet vanwege vossen. Onderzoek heeft uitgewezen dat het doden van vossen averechts kan werken, doordat er dan meer ratten en marters in een gebied komen. Ook steenmarters en huiskatten staan in een slecht daglicht wat betreft weidevogels, maar laten we wel wezen: het verdwijnen van soorten komt in Nederland grotendeels door de intensivering van de landbouw.

Dat dieren dieren eten: dat noemen we ecosystemen. Die staan momenteel zwaar onder druk. Allerlei soorten verdwijnen en volgens sommigen is de combinatie van klimaatopwarming en biodiversiteitsverlies een bedreiging voor onze mensheid. Frans de Waal zegt hierover: het is het gevolg van de illusie dat wij mensen niet tot het dierenrijk horen; dat de wetten van de natuur niet voor ons zouden gelden. Biologen moeten mensen vertellen dat mensen helemaal niet zo speciaal zijn en dat ze moeten leren hoe we in het geheel passen. We staan niet buiten de natuur.”

Het recente rapport van de VN zal weinigen zijn ontgaan. De natuur gaat wereldwijd in een ongekend snel tempo achteruit. Dat is de belangrijkste conclusie uit een groot, gezaghebbend rapport van de Verenigde Naties over biodiversiteit, dat deze maand is gepubliceerd. We halen zoveel grondstoffen uit de natuur, dat die niet in staat is daarvan te herstellen. In de afgelopen vijftig jaar is bijna de helft van alle ecosystemen op land en in zee ernstig aangetast door menselijk handelen. Boosdoeners zijn onder andere visserij, jacht en grondgebruik.

De snelheid waarmee planten- en diersoorten verdwijnen ligt tientallen tot honderden keren hoger dan in de laatste 10 miljoen jaar.. Driekwart van de natuurgebieden op land en tweederde van de wereldzeeën is aangetast door mensen. In het rapport wordt de noodzaak van transformative change benoemd: een fundamentele verandering in de sociale, economische en technologische structuren van onze maatschappij. Natuur moet het uitgangspunt worden voor beleid.

Dit gevoel van urgentie missen we in de begroting. Er wordt gesproken over biodiversiteit, over groen, over CO 2 neutraliteit , maar daar wordt bijvoorbeeld biomassa bij betrokken, terwijl biomassa meer co2 doet uitstoten dan fossiele brandstoffen en bovendien kan leiden tot het opstoken van biomassa. Duurzaamheid op papier, dus. Over biomassa gaan we nog spreken binnenkort, dus daar gaan we nu geen moties over indienen. We dienen ook geen moties in over groenbeheer. We zijn redelijk tevreden met de antwoorden op onze vragen over het belang van liefdevolle verwaarlozing inzake groenbeheer en we menen te kunnen zien dat dit college niet voortdurend alles plat maait. Ook over groenbeheer komen we snel te spreken, volgende week al enigszins. Daarnaast komt binnenkort een nota over het landelijk gebied van Groningen, waarbij we aandacht zullen vragen voor de koeien in Ten Boer en de grote hoeveelheid broeikasgassen die ze uitstoten.

Waar we wel een motie over willen indienen, is de staat van de mondiale biodiversiteit. Al jarenlang roepen wetenschappers van verschillend pluimage dat we minder dierlijke eiwitten moeten eten, omdat die te veel beslag leggen op zoet water en grond. Ons vee eet biodiversiteit, zeg maar, en de bijdrage van de veeteelt aan de mondiale broeikasgassen is ongeveer evenveel als die van alle verkeer en vervoer samen.

Willen we echt aan klimaatbehoud doen en aan biodiversiteitsherstel, kunnen we niet alleen windmolens bouwen en mooie rapporten lezen. Het vertrouwen in technologische oplossingen is groot. Maar de techniek heeft ons wat betreft ecologie nog weinig gebracht. Het is belangrijker om dingen te laten, dan om dingen te doen. Minder vliegen, minder spullen kopen en ook, minder vlees en zuivel eten. De gemeente Groningen heeft, als iedere overheidslaag, daarin een voorbeeldfunctie. Het is niet alleen belangrijk wat wij hier zeggen. Het is ook belangrijk wat we hier doen. Daarom dienen wij graag deze motie in. Motie: 'Carnivoor? Geef het door!'

Tweede termijn

Eerst over twee moties. De beer is los, van Groenlinks. De Partij voor de Dieren is van mening dat er veel te veel dieren worden gebruikt voor diverse menselijke doeleinden. Mocht het college overgaan tot een onderzoek, is het de vraag dan ook of de Partij voor de Dieren een voorstel in deze richting kan ondersteunen. Hoe oud zouden deze varkens worden? Leven ze in gezinsverband? Worden ze lichamelijk aangepast aan hun taak, bijvoorbeeld hun tanden geslepen? Het hangt van de beantwoording op dit soort vragen af of we dit voorstel zouden kunnen steunen.

Dan de motie van de SP, over wettelijk minimumloon: u zou het misschien niet verwachten, maar deze motie heeft tot felle discussies geleid binnen onze partij. De Partij voor de Dieren kan deze ondersteunen, uitgaande van het feit dat zzp’ers die hebben geïnvesteerd in hun eigen bedrijf, bijvoorbeeld in een fiets of in een bestelbus, het geld hiervoor niet kwijt zijn bij een nieuw vergunningenstelsel.

En dan, ten aanzien van de heer Dijk. Wij nodigen u van harte uit om met ons mee te doen als u denkt dat het beter kan. En ik zou hem willen vertellen wat het antwoord was van twee Nederlandse freules, strijdsters van vrouwen- en dierenrechten, Cécile en Elsa de Jong van Beek en Donk, toen zij in 1892 het verwijt kregen dat waar zij voor streden decadent was: “Is het kleine niet een deel van het grote, is er wel iets kleins in de wereldorde? Wij beschermen de kleinen, maar tevens beschermen wij de mens”.

Voorzitter, hier wilde ik het bij laten.